Inhoudstabel:

  • VERANTWOORDING V ALGEMENE BESCHOUWINGEN VII ALGEMENE BIBLIOGRAFIE XV
  • TITEL I. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN DE VEILIGHEID VAN DE STAAT 1
  • Hoofdstuk I. Aanslagen op en samenspanning tegen de koning, de koninklijke familie en de regeringsvorm 1
  • Hoofdstuk II. Misdaden en wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat 3
  • Hoofdstuk III. Misdaden tegen de inwendige veiligheid van de Staat 4
  • TITEL Ibis. ERNSTIGE SCHENDINGEN VAN HET INTERNATIONAAL HUMANITAIR RECHT 5
  • TITEL Iter. TERRORISTISCHE MISDRIJVEN 7
  • A. Strafbare feiten 7
  • 1. Definitie van het terroristisch misdrijf 7
  • 2. Misdrijven betreffende een terroristische groep 8
  • 3. Hulp aan een terroristisch misdrijf 10
  • 4. De openbare aanzetting, de werving en de opleiding 11
  • 5. Het verlaten van of het binnenkomen in het grondgebied 13
  • 6. Voorbereidingshandelingen 14
  • B. Bestraffing en procedure 15
  • TITEL II. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN DIE DOOR DE GRONDWET GEWAARBORGDE RECHTEN SCHENDEN 17
  • Hoofdstuk I. Wanbedrijven betreffende de vrije uitoefening van de erediensten 17
  • Hoofdstuk II. Schending door openbare ambtenaren van rechten door de Grondwet gewaarborgd 18
  • A. Omschrijving 18
  • B. Strafbare feiten 19
  • 1. Wederrechtelijke aanhouding en gevangenhouding (art. 147, 155, 156, 157 en 159) 19
  • 2. Woonstschennis (art. 148) 20
  • 3. Schending van het briefgeheim (vroeger art. 149) 21
  • 4. Elke andere daad van willekeur die een inbreuk maakt op de door de Grondwet gewaarborgde vrijheden en rechten (art. 151) 21
  • 5. Aantasting van de ministeriële of parlementaire immuniteit (art. 158) 22
  • C. Bevel van de meerdere 22
  • TITEL III. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN DE OPENBARE TROUW 23
  • Hoofdstuk I. Valse munt 23
  • A. Strafbare feiten 23
  • B. Bestraffing 24
  • 1. Misdrijven in het buitenland gepleegd 24
  • 2. Grond van verschoning 25
  • 3. Herhaling 25
  • Hoofdstuk II. Namaking of vervalsing van openbare effecten, aandelen, schuldbrieven, rentebewijzen en bij de wet toegelaten bankbiljetten 26
  • A. Strafbare feiten 26
  • B. Bestraffing 28
  • 1. Misdrijven in het buitenland gepleegd 28
  • 2. Grond van verschoning 28
  • 3. Herhaling 28
  • Hoofdstuk III. Namaking of vervalsing van zegels, stempels, merken, enz. 29
  • Hoofdstuk IV. Valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen 31
  • Afdeling I. Wettelijke bestanddelen 32
  • A. Geschriften door de wet beschermd 32
  • 1. Definitie van het begrip geschrift 32
  • 2. Beschermde geschriften 39
  • a. Authentieke en openbare geschriften 42
  • b. Handelsgeschriften en bankgeschriften 44
  • c. Private geschriften 45
  • d. Bijzondere geschriften (art. 198-212 Sw.) 46
  • e. Valsheid in informatica (art. 210bis) 48
  • f. Telegrammen (art. 211) 50
  • B. Vervalsing van de waarheid op een door de wet omschreven wijze 50
  • 1. Vervalsing van de waarheid 50
  • 2. Op een door de wet omschreven wijze 52
  • a. Valse handtekening 52
  • b. Vervalsing of namaking van geschriften 52
  • c. Valsheid door onderschuiving van personen 53
  • d. Valselijk opmaken van overeenkomsten, verbintenissen of schuldbevrijdingen 53
  • e. Valse verklaringen 54
  • f. Omissie 54
  • g. Veinzing 55
  • C. Bedrieglijk opzet of oogmerk om te schaden 57
  • D. Nadeel 60
  • Afdeling II. Gebruik van valse geschriften 62
  • Afdeling III. Verjaring van de strafvordering 64
  • Afdeling IV. Bestraffing 72
  • A. Gebruik van valse geschriften door de vervalser 72
  • B. Strafbare deelneming 73
  • 1. Deelnemingshandelingen 73
  • 2. Bijzonder persoon 75
  • 3. Bijzonder opzet 75
  • Hoofdstuk V. Vals getuigenis en meineed 76
  • A. Vals getuigenis 76
  • 1. Wettelijke bestanddelen 76
  • 2. Bestraffing 79
  • B. Valse verklaring 79
  • C. Tolken en deskundigen 80
  • D. Verleiding van getuigen 80
  • E. Meineed 81
  • F. Valse eed bij verzegeling of boedelbeschrijving 82
  • 1. Wettelijke bestanddelen 82
  • a. De vervalsing van de waarheid bij een boedelbeschrijving of verzegeling 82
  • b. Een eedaflegging 85
  • c. Algemeen opzet 85
  • 2. Bestraffing en procedure 86
  • Hoofdstuk VI. Aanmatiging van ambten, van titels of van naam 87
  • A. Inmenging in een openbaar ambt 87
  • B. Aanmatiging van een titel of van een graad 88
  • C. Wederrechtelijk voeren van de titel van (ere)advocaat 89
  • D. Aanmatiging van naam 89
  • TITEL IV. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN DE OPENBARE ORDE GEPLEEGD DOOR PERSONEN DIE EEN OPENBAAR AMBT UITOEFENEN OF DOOR BEDIENAREN DER EREDIENSTEN IN DE UITOEFENING VAN HUN BEDIENING 93
  • Hoofdstuk I. Verduistering door ambtenaren 93
  • A. Wettelijke bestanddelen 94
  • 1. Persoon van de dader 94
  • 2. “Uit kracht of uit hoofde van zijn ambt” 96
  • 3. Verduistering 96
  • 4. Voorwerp 97
  • 5. Moreel element 98
  • B. Bestraffing 98
  • Hoofdstuk II. Knevelarij 99
  • A. Wettelijke bestanddelen 100
  • B. Bestraffing 101
  • Hoofdstuk III. Belangenneming 101
  • A. Wettelijke bestanddelen 102
  • B. Bestraffing 104
  • C. Procedure 105
  • Hoofdstuk IV. Omkoping van openbare ambtenaren 106
  • A. Passieve omkoping 107
  • 1. Persoon van de dader 107
  • 2. Handeling 110
  • 3. Doel van de handeling 111
  • 4. Moreel element 113
  • B. Actieve omkoping 113
  • C. Bestraffing 115
  • 1. Misdrijven in het buitenland gepleegd 115
  • 2. Straffen 116
  • D. Procedure 117
  • Hoofdstuk V. Misbruik van gezag 117
  • Hoofdstuk VI. Grond van rechtvaardiging van het bevel van de meerdere 119
  • Hoofdstuk VII. Algemene verzwarende omstandigheid van de hoedanigheid van ambtenaar 120
  • TITEL V. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN DE OPENBARE ORDE GEPLEEGD DOOR BIJZONDERE PERSONEN 123
  • Hoofdstuk I. Weerspannigheid 124
  • A. Wettelijke bestanddelen 124
  • 1. Een aanval of een verzet met geweld of bedreiging 124
  • 2. Beschermde personen 125
  • 3. Deze personen moeten handelen ter uitvoering van de wetten, van de bevelen of de beschikkingen van het openbaar gezag, van rechterlijke bevelen of van vonnissen 126
  • 4. Moreel element 127
  • B. Bestraffing 127
  • 1. Verzwarende omstandigheden 127
  • a. Wapens 128
  • b. Aantal personen 129
  • 2. Grond van verschoning 129
  • Hoofdstuk II. Smaad en geweld 130
  • Afdeling I. Smaad 130
  • A. Wettelijke bestanddelen 130
  • 1. De smaad geschiedt door woorden, daden, gebaren of bedreigingen 130
  • 2. Beschermde personen 131
  • 3. De smaad moet gericht zijn tegen de beschermde persoon in de uitoefening of ter gelegenheid van de uitoefening van zijn bediening 132
  • 4. Moreel element 134
  • B. Bestraffing en procedure 135
  • Afdeling II. Geweld 135
  • Hoofdstuk III. Zegelverbreking 137
  • A. Wettelijke bestanddelen 137
  • B. Bestraffing 138
  • 1. Verzwarende omstandigheden 138
  • 2. Strafbare poging 139
  • 3. Diefstal met zegelverbreking 139
  • Hoofdstuk IV. Belemmering van de uitvoering van openbare werken 139
  • Hoofdstuk V. Uitgeven of verspreiden van geschriften zonder vermelding van naam en woonplaats van de schrijver of van de drukker 140
  • A. Wettelijke bestanddelen 140
  • 1. Uitgifte of verspreiding van een drukwerk 140
  • 2. Afwezigheid van de ware vermelding van de naam en woonplaats van de schrijver of van de drukker 141
  • 3. Moreel element 141
  • B. Bestraffing 141
  • 1. Strafbare personen 141
  • 2. Grond van verschoning 142
  • Hoofdstuk VI. Misdrijven betreffende het geheim van privécommunicatie en -telecommunicatie 142
  • TITEL VI. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN DE OPENBARE VEILIGHEID 147
  • Hoofdstuk I. Verenigingen met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of op eigendommen en criminele organisaties 147
  • A. Verenigingen met het oogmerk om een aanslag te plegen op personen of eigendommen 147
  • 1. Het bestaan van een vereniging, van een bende, waarvan het aantal leden overgelaten is aan de beoordeling van de rechter 149
  • 2. De vereniging moet een bepaalde organisatie vertonen 149
  • 3. Met het doel een of meer, daarom nog niet noodzakelijk welbepaalde, aanslagen te plegen op personen of op eigendommen 151
  • B. Criminele organisaties 151
  • 1. Definitie van criminele organisaties 153
  • 2. Deelnemingsvormen aan criminele organisaties 155
  • C. Bestraffing 157
  • Hoofdstuk II. Bedreigingen met een aanslag op personen of op eigendommen en valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen 159
  • Afdeling I. Bedreigingen 160
  • A. Gemeenschappelijke bestanddelen 160
  • B. Verschillende gevallen 161
  • 1. Bedreigingen bij een naamloos of ondertekend geschrift 162
  • 2. Mondelinge bedreigingen 162
  • I 3. Bedreigingen door gebaren of zinnebeelden 163
  • 4. Bedreigingen i.v.m. het gebruik van kernmateriaal, biologische of chemische wapens 163
  • Afdeling II. Valse inlichtingen betreffende ernstige aanslagen 164
  • Afdeling III. De verspreiding van stoffen 165
  • Hoofdstuk III. Ontvluchting van gevangenen 166
  • A. Gewone ontvluchting 167
  • B. Gekwalificeerde ontvluchting 168
  • Hoofdstuk IV. Banbreuk en enige gevallen van verberging 169
  • A. Misdadigers 169
  • 1. Verbergen of doen verbergen 169
  • 2. Van personen wegens een misdaad vervolgd of veroordeeld 170
  • 3. De kennis dat de persoon wegens een misdaad vervolgd of veroordeeld is 170
  • B. Lijken 170
  • 1. Verbergen of doen verbergen, wegmaken of doen wegmaken 171
  • 2. Van een lijk van iemand die gedood is of ten gevolge van slagen en verwondingen gestorven is 171
  • 3. De kennis van de doodsoorzaak 171
  • C. Bestraffing 171
  • TITEL VIbis. MISDADEN MET BETREKKING TOT HET NEMEN VAN GIJZELAARS 173
  • A. Wettelijke bestanddelen 173
  • 1. Aanhouding, gevangenhouding of ontvoering van personen 173
  • 2. Gepleegd met het opzet dat de personen borg staan voor de voldoening aan een bevel of een voorwaarde 174
  • B. Bestraffing 175
  • 1. Strafverlaging 175
  • 2. Strafverzwaring 175
  • 3. Poging 176
  • 4. Deelneming 177
  • I TITEL VII. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN DE ORDE DER FAMILIE EN DE OPENBARE ZEDELIJKHEID 179
  • Hoofdstuk I. Vruchtafdrijving 180
  • A. Opzettelijke abortus 182
  • 1. Strafbare feiten 182
  • 2. Niet-strafbare feiten 183
  • a. Zwangerschapsafbreking vóór het einde van de twaalfde week 184
  • b. Zwangerschapsafbreking na de twaalfde week 185
  • B. Onopzettelijke abortus 186
  • Hoofdstuk II. Voyeurisme, aanranding van de eerbaarheid en verkrachting 187
  • Afdeling I. Aanranding van de eerbaarheid 188
  • A. Gemeenschappelijke bestanddelen 188
  • 1. Inbreuk op de seksuele onaantastbaarheid 188
  • 2. Ontstentenis van geldige toestemming bij het slachtoffer 191
  • 3. Moreel element 191
  • B. Verschillende gevallen 192
  • 1. Zonder geweld of bedreiging 192
  • a. Aanranding van de eerbaarheid zonder geldige toestemming gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een kind beneden de volle leeftijd van zestien jaar (art. 372, lid 1) 192
  • b. Aanranding van de eerbaarheid zonder geldige toestemming gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar (art. 372, lid 2) 194
  • 2. Met geweld, dwang, bedreiging, verrassing of list, of mogelijk gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of geestelijk gebrek van het slachtoffer 195
  • C. Begin van uitvoering 197
  • Afdeling II. Verkrachting 198
  • A. Gemeenschappelijke bestanddelen 199
  • 1. Elke daad van seksuele penetratie 199
  • 2. Van welke aard en met welk middel ook 200
  • 3. Gepleegd op een persoon 200
  • 4. Ontstentenis van geldige toestemming bij het slachtoffer 200
  • 5. Moreel element 200
  • B. Verschillende gevallen 201
  • 1. Eigenlijke verkrachting 201
  • 2. Verkrachting bij gelijkstelling (art. 375, lid 6) 203
  • C. Poging 204
  • Afdeling III. Voyeurisme 204
  • Afdeling IV. Benaderingen van seksuele aard 206
  • Afdeling V. Bestraffing van aanranding van de eerbaarheid en van verkrachting 207
  • A. Verzwarende omstandigheden 207
  • 1. De leeftijd van het slachtoffer 207
  • 2. De hoedanigheid van de dader 208
  • 3. De pluraliteit van de daders 209
  • 4. De dood van het slachtoffer 210
  • 5. De foltering of opsluiting 211
  • 6. De hoedanigheid van het slachtoffer 211
  • 7. De bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp 212
  • 8. De discriminerende drijfveer 212
  • 9. Voorafgaande benadering 212
  • B. Bestraffing 213
  • 1. Bijkomende straf van ontzetting 213
  • 2. Beroepsverbod 213
  • C. Procedure 214
  • 1. Misdrijven in het buitenland gepleegd 214
  • 2. Verjaring 214
  • 3. Burgerlijke partijstelling 216
  • Hoofdstuk III. Bederf van de jeugd en prostitutie 217
  • A. Bederf van de jeugd 217
  • 1. Materieel bestanddeel 218
  • 2. De staat van minderjarigheid van het slachtoffer 219
  • 3. Moreel bestanddeel 219
  • B. Ontucht en prostitutie 220
  • 1. Aanwerven, meenemen, wegbrengen of bij zich houden (art. 380, § 1, 1°) 221
  • a. Materieel bestanddeel 221
  • b. Moreel bestanddeel 222
  • 2. Houden van een huis van ontucht of prostitutie (art. 380, § 1, 2°) 222
  • a. Het houden van een huis van ontucht of prostitutie 222
  • b. Moreel bestanddeel 223
  • 3. Het verkopen, verhuren of ter beschikking stellen van kamers of enige andere ruimte met het oog op prostitutie en met de bedoeling een abnormaal profijt te realiseren (art. 380, § 1, 3°) 224
  • a. Materieel bestanddeel 224
  • b. Moreel bestanddeel 224
  • 4. De exploitatie, op welke manier ook, van de ontucht of prostitutie van een ander (art. 380, § 1, 4°) 225
  • 5. Het verkrijgen van de ontucht of de prostitutie van een minderjarige (art. 380, § 4, 5°) 226
  • 6. Het bijwonen van ontucht of prostitutie van een minderjarige (art. 380, § 6) 226
  • 7. Aanzetting tot ontucht (art. 380bis) 227
  • 8. Reclame voor een aanbod van diensten van seksuele aard (art. 380ter) 227
  • C. Bestraffing 230
  • 1. Verzwarende omstandigheden 230
  • a. De leeftijd van de minderjarige 230
  • b. De aangewende techniek 230
  • c. De vereniging 231
  • d. Voorafgaande benadering 231
  • 2. Bestraffing 232
  • a. Bijkomende straffen 232
  • b. Verbeurdverklaring 232
  • 3. Procedure 233
  • Hoofdstuk IV. Openbare schennis van de goede zeden 234
  • Afdeling I. Zedenschennis door het verspreiden van schunnigheden door geschriften, beelden of voorwerpen 234
  • A. Verboden handelingen 234
  • B. Het aanstotelijk karakter van het al dan niet gedrukte lied, vlugschrift of ander geschrift, de afbeelding of prent, het zinnebeeld of voorwerp 236
  • C. Moreel bestanddeel 237
  • Afdeling II. Zedenschennis door het verspreiden van schunnigheden door woorden 237
  • XXVIII Inleiding tot het bijzonder strafrecht - Wolters Kluwer Afdeling III. Zedenschennis door propaganda voor anticonceptie en abortieve middelen 238
  • Afdeling IV. Zedenschennis door kinderpornografisch materiaal 238
  • Afdeling V. Zedenschennis door handelingen 242
  • A. Zedenschendende handelingen 242
  • B. Openbaarheid 242
  • C. Moreel bestanddeel 244
  • Afdeling VI. Prenten, afbeeldingen of voorwerpen van aard de verbeelding van minderjarigen te prikkelen 245
  • A. Verboden handelingen 245
  • B. Oneerbaar karakter 245
  • C. Moreel bestanddeel 245
  • Afdeling VII. Bestraffing 245
  • A. Verzwarende omstandigheden 245
  • 1. De hoedanigheid van de dader 245
  • 2. De minderjarigheid van het slachtoffer 246
  • 3. Het bestaan van een vereniging 246
  • 4. Voorafgaande benadering 246
  • B. Aard van de misdrijven 247
  • C. Onoverkomelijke dwaling 247
  • D. Bijzondere straffen 248
  • E. Procedure 249
  • Hoofdstuk V. Verlating van familie 249
  • A. Wettelijke bestanddelen 250
  • 1. Een wettelijke onderhoudsplicht vastgelegd in een rechterlijke beslissing 250
  • 2. Een rechterlijke beslissing waartegen geen beroep of verzet meer openstaat 251
  • a. Een rechterlijke beslissing 252
  • b. Waartegen geen verzet of hoger beroep meer openstaat 254
  • 3. Een verzuim gedurende meer dan twee maanden de termijnen te kwijten 255
  • 4. Moreel element 257
  • B. Bestraffing en procedure 258
  • 1. Aard van het misdrijf 258
  • 2. Bijzondere herhaling 260
  • 3. Burgerlijke rechtsvordering 260
  • TITEL VIII. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN PERSONEN 261
  • Hoofdstuk I. Opzettelijk doden en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel 261
  • Afdeling I. Doodslag en verschillende soorten van doodslag 262
  • A. Doodslag 262
  • 1. De materiële handeling te doden 263
  • 2. De dood van een andere persoon 265
  • 3. Het oogmerk om te doden 266
  • B. Moord 266
  • C. Oudermoord 268
  • D. Kindermoord 269
  • 1. Bij de geboorte 269
  • 2. Dadelijk na de geboorte 270
  • E. Vergiftiging 270
  • Afdeling II. Opzettelijk doden, niet doodslag genoemd, en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel 271
  • A. Opzettelijke slagen en verwondingen 272
  • 1. Wettelijke bestanddelen 272
  • a. Materieel bestanddeel 272
  • b. Aan een andere levende menselijke persoon 273
  • c. Moreel element 274
  • 2. Bestraffing 274
  • a. Gronden van rechtvaardiging en van verschoning 274
  • b. Deelnemingsvormen bij gewone slagen 276
  • c. Gevolgen van de slagen of verwondingen 277
  • d. Deelneming m.b.t. de gevolgen van de slagen of verwondingen 282
  • e. Voorbedachtheid 283
  • f. Hoedanigheid van de dader of van het slachtoffer 284
  • g. Terroristisch misdrijf 287
  • h. Discriminerende drijfveer 287
  • B. Bijzondere tenlasteleggingen 289
  • 1. Opzettelijk toedienen van stoffen 289
  • 2. Belemmering van het verkeer 290
  • 3. Verminking van genitaliën 292
  • Afdeling III. Foltering, onmenselijke behandeling en onterende behandeling 293
  • A. Strafbare feiten 293
  • 1. Foltering 293
  • 2. Onmenselijke behandeling 295
  • 3. Onterende behandeling 296
  • B. Bestraffing en procedure 297
  • Hoofdstuk II. Onopzettelijk doden en onopzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel 298
  • A. Onopzettelijke doding of slagen en verwondingen 298
  • 1. Wettelijke bestanddelen 298
  • a. Een gebrek aan voorzichtigheid
  • of voorzorg 299
  • b. Andermans dood ofwel slagen en verwondingen 303
  • c. Oorzakelijk verband 305
  • 2. Bestraffing 308
  • a. Lokalisatie in de ruimte 308
  • b. Verkeersongeval 309
  • c. Rechtspersoon 309
  • 1° De toerekening 309
  • 2° De gelijktijdige bestraffing van de rechtspersoon en de natuurlijke persoon 310
  • d. Strafbare deelneming 312
  • 3. Procedure 313
  • a. Verjaring van de strafvordering 313
  • b. Kwalificatieproblemen 314
  • B. Bijzondere tenlasteleggingen 316
  • 1. Onopzettelijk toedienen van stoffen 316
  • 2. Treinongeval 317
  • Hoofdstuk III. Enkele gevallen van schuldig verzuim 318
  • A. Artikel 422bis 319
  • 1. Wettelijke bestanddelen 319
  • a. Groot gevaar voor het slachtoffer 319
  • b. Verzuim hulp te verlenen of te verschaffen 322
  • c. Moreel bestanddeel 324
  • d. Geen ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen 326
  • 2. Bestraffing 326
  • B. Artikel 422ter 328
  • Hoofdstuk IV. Aantastingen van de persoon van minderjarigen, van kwetsbare personen en van het gezin 328
  • A. Verlaten van kinderen of kwetsbare personen 329
  • B. Achterlaten in een behoeftige toestand 329
  • C. Onthouden van voedsel of verzorging 331
  • D. Ontvoering en verberging van minderjarigen en van kwetsbare personen 333
  • 1. Verschillende gevallen 333
  • a. Ontvoering van een minderjarige van minder dan twaalf jaar of van een kwetsbare persoon 333
  • b. Ontvoering van een minderjarige van meer dan twaalf jaar 335
  • c. Verberging van een minderjarige 335
  • 2. Bestraffing 336
  • E. Dwarsbomen van de maatregelen over de bewaring van minderjarigen 336
  • 1. Wettelijke bestanddelen 337
  • a. Beslissing over de bewaring 337
  • b. Materieel feit van de schending van de gerechtelijke of administratieve beslissing 338
  • c. De hoedanigheid van vader of moeder 340
  • d. Algemeen opzet 340
  • 2. Bestraffing 340
  • a. Lokalisatie van het misdrijf in de ruimte 340
  • b. Aard van het misdrijf 341
  • c. Verzwarende omstandigheden 341
  • d. Gronden van rechtvaardiging en van schulduitsluiting 342
  • Hoofdstuk V. Exploitatie van bedelarij 344
  • Hoofdstuk VI. Mensenhandel 345
  • A. Wettelijke bestanddelen 346
  • 1. Materieel element 347
  • 2. Moreel element 348
  • B. Bestraffing 352
  • 1. Verzwarende omstandigheden 352
  • 2. Bijkomende straffen 354
  • C. Procedure 355
  • Hoofdstuk VII. Huisjesmelkers 355
  • A. Wettelijke bestanddelen 356
  • B. Bestraffing 358 1. Verzwarende omstandigheden 358
  • 2. Strafbaarheid van de rechtspersoon 358
  • 3. Berekening van de geldboete en ontzetting 359
  • 4. Verbeurdverklaring 359
  • C. Procedure 361
  • Hoofdstuk VIII. Aanslag op de persoonlijke vrijheid en op de onschendbaarheid van de woning, gepleegd door bijzondere personen 362
  • A. Wederrechtelijke en willekeurige aanhouding 362
  • B. Woonstschennis 363
  • 1. Woonstschennis met gewelddadige middelen 363
  • 2. Woonstschennis bij nacht 366
  • 3. Het kraken van niet bewoonde panden 366
  • Hoofdstuk IX. Belaging 368
  • A. Wettelijke bestanddelen 368
  • B. Bestraffing 372
  • C. Procedure 373
  • Hoofdstuk X. Misbruik van de zwakke toestand van personen 374
  • A. Wettelijke bestanddelen 374
  • B. Bestraffing 376
  • Hoofdstuk XI. Aanranding van de eer of de goede naam van personen 377
  • Afdeling I. De afzonderlijke misdrijven 378
  • A. Laster en eerroof 378
  • 1. Wettelijke bestanddelen 378
  • a. Gemeenschappelijke elementen 378
  • 1° Aantijging van een bepaald feit 378
  • 2° Krenking van de eer of blootstellen aan de openbare verachting 379
  • 3° Kwaadwillig opzet 379
  • 4° Openbaarheid 380
  • b. Onderscheid tussen laster en eerroof 382
  • 2. Procedure 383
  • a. Schorsing van de uitspraak 383
  • b. Verjaring van de strafvordering 386
  • B. Lasterlijke aangifte 387
  • 1. Wettelijke bestanddelen 387
  • a. Spontaneïteit 387
  • b. Een valse aantijging 388
  • c. Een mogelijk nadeel 388
  • d. Geschreven vorm 389
  • e. De overhandiging aan de overheid 389
  • f. Kwaadwillig opzet 389
  • 2. Bestraffing 390
  • 3. Procedure 390
  • C. Lasterlijke aantijgingen toegestuurd aan een persoon tegen zijn ondergeschikte 392
  • D. Belediging 393
  • E. Kwaadwillige ruchtbaarmaking 394
  • Afdeling II. Gemeenschappelijke regels 395
  • A. Verzwarende omstandigheid 395
  • B. Aard van het misdrijf 395
  • C. Aanrandingen van de eer of de goede naam voor de rechtbanken 397
  • D. Aanrandingen van de eer of de goede naam en vrijheid van meningsuiting 398
  • E. Klachtvereiste 399
  • Hoofdstuk XII. Schending van het beroepsgeheim 400
  • A. Wettelijke bestanddelen 401
  • 1. Personen die tot geheimhouding verplicht zijn 401
  • a. De arts 402
  • b. De advocaat 404
  • c. De priester 406
  • d. De politieambtenaren 407
  • e. Andere personen 408
  • 2. Bekendmaking 411
  • 3. Beroepsgeheim 412
  • 4. Moreel bestanddeel 414
  • 5. Uitzonderingen 414
  • a. Getuigenis in rechte 415
  • b. Verplichte bekendmakingen 416
  • c. Minderjarigheid of kwetsbaarheid van het slachtoffer van bepaalde misdrijven 417
  • d. Het casusoverleg 419
  • B. Bestraffing 420
  • Hoofdstuk XIII. Misbruik van het strafdossier 423
  • A. Wettelijke bestanddelen 424
  • B. Bestraffing 426
  • TITEL IX. MISDADEN EN WANBEDRIJVEN TEGEN EIGENDOMMEN 427
  • Hoofdstuk I. Diefstal en afpersing 427
  • Afdeling I. Diefstal zonder geweld of bedreiging 427
  • A. Diefstallen – wanbedrijven 428
  • 1. Wettelijke bestanddelen 428
  • a. Gewone diefstal 428
  • 1° Wegneming 428
  • 2° Andermans goed 430
  • 3° Bedrieglijk opzet 431
  • b. Gebruiksdiefstal 432
  • c. Huisdiefstal 434
  • 2. Bestraffing 436
  • a. Verzwarende omstandigheid van de kwetsbaarheid van het slachtoffer 436
  • b. Poging 436
  • c. Deelneming 438
  • d. Verschoningsgrond van verwantschap 438
  • 1° Draagwijdte t.a.v. de misdrijven 439
  • 2° Draagwijdte t.a.v. de daders 440
  • 3° Uitsluiting 441
  • 3. Diefstal en andere misdrijven 442
  • B. Zware diefstallen zonder geweld of bedreiging 442
  • 1. Braak 443
  • 2. Inklimming 445
  • 3. Valse sleutels 445
  • 4. De hoedanigheid van openbare ambtenaar die diefstal pleegt door middel van zijn ambtsbediening 446
  • 5. De omstandigheid dat de schuldigen of een van hen de titel of de kentekens van een openbaar ambtenaar aannemen of een vals bevel van het openbaar gezag inroepen 447
  • InhoudAfdeling II. Diefstal met geweld of bedreiging en afpersing 448
  • A. De verschillende gevallen van diefstal met geweld of bedreiging 448
  • 1. Gewone diefstal met geweld of bedreiging (art. 468 en 469 Sw.) 448
  • 2. Bijzondere diefstallen met geweld of bedreiging 450
  • a. Wijze van uitvoering van de diefstal (art. 471 en 472 Sw.) 450
  • b. Gevolgen van het geweld of van de bedreiging (art. 473 en 474 Sw.) 453
  • 3. Roofmoord 454
  • B. Deelneming bij diefstal met geweld of bedreiging 455
  • C. Afpersing 458
  • 1. Wettelijke bestanddelen 458
  • a. Afgifte van gelden, waarden, roerende voorwerpen, schuldbrieven, biljetten, promessen, kwijtingen; de ondertekening of de afgifte van enig stuk dat een verbintenis, beschikking of schuldbevrijding inhoudt of teweegbrengt 458
  • b. Gebruik van geweld of bedreigingen 459
  • c. Een oorzakelijk verband tussen het gebruik van geweld of bedreigingen en de afgifte van de afgeperste zaak 460
  • d. Bedrieglijk opzet 460
  • 2. Bestraffing 461
  • Hoofdstuk II. Bedrog 462
  • Afdeling I. Misdrijven i.v.m. insolventie en bedrieglijk onvermogen 462
  • A. Misdrijven i.v.m. insolventie 462
  • 1. Wettelijke bestanddelen 463
  • a. Gemeenschappelijke bestanddelen 463
  • b. Verschillende gevallen 465
  • 1° Artikel 489 Sw. 465
  • 2° Artikel 489bis Sw. 466
  • 3° Artikel 489ter Sw. 470
  • 2. Bestraffing 473
  • a. Uitoefening van de strafvordering 473
  • b. Verjaring van de strafvordering 474
  • c. Strafbare deelneming 474
  • d. Publicatie 475
  • e. Artikel 489bis: bijzondere verbeurdverklaring 475
  • 3. Artikel 489quinquies en sexies Sw. 476
  • B. Bedrieglijk onvermogen 477
  • 1. Wettelijke bestanddelen 477
  • b. De schuldenaar moet aan zijn verplichtingen niet voldoen 479
  • c. Bedrieglijk opzet 480
  • 2. Bestraffing 480
  • a. Aard van het misdrijf 480
  • b. Poging 481
  • c. Deelneming 482
  • d. Verschoningsgrond bij teruggave 482
  • e. Verbeurdverklaring 483
  • 3. Procedure 483
  • Afdeling II. Misbruik van vertrouwen 484
  • A. Wettelijke bestanddelen 484
  • 1. Verduistering of verspilling 485
  • 2. Voorwerp 486
  • 3. Voorafgaande afgifte 487
  • 4. Precair karakter van de afgifte 488
  • 5. Nadeel 490
  • 6. Bedrieglijk opzet 491
  • B. Misbruik van vertrouwen en andere misdrijven 492
  • C. Bestraffing 493
  • 1. Lokalisatie van het misdrijf 493
  • 2. Rechtspersoon 494
  • 3. Deelneming 494
  • 4. Verschoningsgrond van verwantschap 495
  • 5. Verbeurdverklaring 496
  • D. Procedure 496
  • 1. Verjaring van de strafvordering 496
  • 2. Bewijsproblemen 497
  • Afdeling III. Misbruik van vennootschapsgoederen 498
  • A. Wettelijke bestanddelen 500
  • B. Bestraffing 504
  • 1. Verschil met misbruik van vertrouwen 504
  • 2. Verjaring van de strafvordering 504
  • 3. Burgerlijke rechtsvordering 505
  • 4. Bewijs van de feiten 506
  • I Afdeling IV. Oplichting 507
  • A. Wettelijke bestanddelen 507
  • 1. De afgifte of levering van gelden, roerende goederen, verbintenissen, kwijtingen of schuldbevrijdingen 507
  • 2. Veroorzaakt door bedrieglijke middelen 509
  • a. Gebruik van valse naam of van valse hoedanigheid 510
  • b. Aanwending van listige kunstgrepen 510
  • 3. Het oogmerk om zich een zaak toe te eigenen die aan een ander toebehoort 516
  • B. Bestraffing 517
  • 1. Lokalisatie van het misdrijf 517
  • 2. Verzwarende omstandigheid van de kwetsbaarheid van het slachtoffer 518
  • 3. Poging 518
  • 4. Deelneming 519
  • 5. Verschoningsgrond van verwantschap 520
  • 6. Samenloop 520
  • C. Procedure 521
  • Afdeling V. Private omkoping 521
  • A. Passieve omkoping 522
  • 1. Hoedanigheid van de dader 522
  • 2. Handeling 523
  • 3. Doel van de handeling 524
  • 4. Moreel element 524
  • 5. Zonder medeweten en zonder machtiging 524
  • B. Actieve omkoping 525
  • Afdeling VI. Informaticabedrog 526
  • Afdeling VII. Heling en witwassen 528
  • A. Heling 529
  • 1. Wettelijke bestanddelen 530
  • a. Het bezit of de detentie van zaken verkregen door een misdaad of wanbedrijf gepleegd door een derde 530
  • 1° Het bezit of de detentie 530
  • 2° Van zaken verkregen door een misdaad of wanbedrijf gepleegd door een derde 531 b. De aan de inbezitneming voorafgaande of samenvallende kennis van de wederrechtelijke herkomst van de zaak 533
  • c. Moreel element 534
  • 2. Bestraffing 535
  • a. Aard van het misdrijf 535
  • b. Lokalisatie van het misdrijf in de ruimte 535
  • c. Verzwarende omstandigheden 536
  • d. Rechtspersoon 537
  • e. Deelneming 537
  • f. Verschoningsgrond van verwantschap 538
  • g. Verbeurdverklaring 538
  • 3. Procedure 538
  • B. Witwassen 539
  • 1. Het voorwerp van het misdrijf 540
  • a. Het bewijs van de herkomst of de oorsprong 540
  • b. De lokalisatie van het witwasmisdrijf en het onderliggende misdrijf 542
  • c. Het fiscaal karakter van het onderliggend misdrijf 543
  • 2. Wettelijke bestanddelen 551
  • a. Artikel 505, lid 1, 2° Sw. 552
  • 1° Strafbare daad 552
  • 2° Moreel bestanddeel 553
  • b. Artikel 505, lid 1, 3° Sw. 554
  • 1° Strafbare daad 554
  • 2° Moreel bestanddeel 555
  • c. Artikel 505, lid 1, 4° Sw. 555
  • 1° Strafbare daad 556
  • 2° Moreel bestanddeel 557
  • 3. Bestraffing 557
  • a. De aard van het misdrijf 557
  • b. Daderschap 560
  • c. Poging 561
  • d. Verbeurdverklaring 561
  • 1° Verplicht of facultatief karakter 561
  • 2° Pluraliteit van de daders 564
  • 3° De verbeurdverklaring per equivalent 565
  • 4° Burgerlijke partij en derden die rechten kunnen uitoefenen op de verbeurd te verklaren goederen 568
  • 5° Eenheid van opzet 569
  • e. Invloed van een rechterlijke uitspraak in het buitenland 570
  • f. Burgerlijke vordering 570
  • Inhoud Wolters Kluwer - Inleiding tot het bijzonder strafrecht XXXIX Afdeling VIII. Enige andere soorten van bedrog 571
  • A. Ontdraging van in beslag genomen goederen 571
  • 1. Wettelijke bestanddelen 571
  • a. Vernietiging of wegmaking 571
  • b. Een voorafgaand beslag 572
  • c. De verdachte moet kennis dragen van het beslag 573
  • d. De vernietiging of de wegmaking moet geschieden in het belang van de beslagene 573
  • e. Bedrieglijk opzet 574
  • 2. Bestraffing en procedure 575
  • B. De niet-naleving van de gerechtelijke maatregelen m.b.t. de roerende goederen van de echtgenoten 575
  • C. Bedrieglijke verberging 577
  • 1. Wettelijke bestanddelen 577
  • a. De dader moet een zaak gevonden hebben of bij toeval het bezit ervan verkregen hebben 577
  • b. Een roerende zaak 578
  • c. Andermans zaak 578
  • d. Materiële toe-eigening van de zaak 578
  • e. Bedrieglijk opzet 579
  • 2. Bestraffing 579
  • D. Afzetterij 580
  • 1. Gemeenschappelijke bestanddelen 581
  • a. De volstrekte onmogelijkheid te betalen 581
  • b. Kennis van de volstrekte onmogelijkheid te betalen 581
  • c. Persoonlijk optreden van de afzetter 581
  • 2. Verschillende gevallen 582
  • a. Afzetterij van dranken of spijzen 582
  • 1° Bestelling van dranken of spijzen 582
  • 2° Bestelling in een daartoe bestemde inrichting 582
  • 3° Verbruik aldaar geheel of gedeeltelijk 583
  • b. Afzetterij van logies 583
  • 1° Zich logies doen geven 583
  • 2° In een reizigershotel of in een herberg 583
  • c. Afzetterij van een huurrijtuig 584
  • 1° Een huurrijtuig in huur nemen 584
  • 2° Een afstand hoe miniem ook moet worden afgelegd op verzoek van de afzetter 584
  • 3. Bestraffing 584
  • E. Bedrog bij het tanken 585
  • Hoofdstuk III. Vernieling, beschadiging, aanrichting van schade 586
  • Afdeling I. Brandstichting 586
  • A. Opzettelijke brandstichting 586
  • 1. Gemeenschappelijke bestanddelen 586
  • a. Materieel bestanddeel 586
  • b. Moreel bestanddeel 587
  • 2. Verschillende gevallen 587
  • a. Van gebouwen ... indien de dader moest vermoeden dat zich aldaar personen bevonden (art. 510 Sw.) 587
  • b. Van gebouwen ... indien de dader moest vermoeden dat zich aldaar geen personen bevonden en van sommige grondproducten (art. 511, lid 1 Sw.) 588
  • c. Van roerende goederen (art. 512, lid 1 Sw.) 589
  • d. Van eigendommen en roerende goederen door de eigenaar (art. 511, lid 2 en art. 512, lid 2 Sw.) 589
  • e. Brand die overslaat (art. 516 en 517 Sw.) 590
  • 3. Bestraffing 591
  • a. Verzwarende omstandigheden 591
  • 1° ’s Nachts (art. 513 Sw.) 591
  • 2° Wanneer de brand verwondingen of de dood van meerdere personen heeft veroorzaakt (art. 518 Sw.) 591
  • 3° Terroristisch misdrijf 592
  • 4° Discriminerende drijfveer 592
  • b. Poging 592
  • c. Deelneming 593
  • B. Onopzettelijke brandstichting 594
  • 1. Begrip 594
  • 2. Verschillende gevallen 594
  • a. Door ouderdom of gebrek aan herstelling of reiniging van nabijgelegen ovens, schoorstenen, smederijen, huizen of fabrieken 594
  • b. Door het aansteken van vuren op het veld op minder dan 100 m afstand van huizen, gebouwen, wouden, heiden, bossen, boomgaarden, beplanting, hagen, mijten, tassen, graan, stro, hooi, voeder of enige andere stapel brandbare stoffen 595
  • c. Door vuur of licht te dragen of te laten staan zonder voldoende voorzorg 595
  • d. Door vuurwerk aan of af te steken zonder voldoende voorzorg 597
  • 3. Bestraffing 597
  • C. Vernieling door ontploffing 597
  • 1. Wettelijke bestanddelen 597
  • 2. Bestraffing 598
  • a. Strafmaat 598
  • b. Poging 599
  • Afdeling II. Vernielingen 599
  • A. Vernieling van bouwwerken en voertuigen 600
  • B. Vernieling of beschadiging van graven, monumenten en kunstvoorwerpen 602
  • C. Vernieling van roerende eigendommen met geweld of bedreiging 604
  • D. Graffiti 606
  • E. Beschadiging van onroerende eigendommen 607
  • F. Braak van afsluiting 608
  • 1. Vernieling van afsluiting 608
  • 2. Verplaatsing of verwijdering van grenspalen 610
  • Hoofdstuk IV. Misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwekt of overgedragen 611
  • Afdeling I. Ongeoorloofde toegang tot een informaticasysteem 611
  • A. Externe en interne hacking 612
  • 1. Externe hacking 612
  • 2. Interne hacking 614
  • B. Bestraffing 615
  • 1. Gevolghandelingen 615
  • 2. Poging en voorbereidingshandelingen 616
  • 3. De opdrachtgever en de aanzetter 616
  • Afdeling II. Informaticasabotage 617
  • A. Strafbare feiten 617
  • B. Bestraffing 617
  • ZAKENREGISTER 619

Paginanummer

Nieuwe zoekopdracht

Generic filters
Uitleenbaar
Ja
Nee
Jaartal
Filter by Type
Monografie
Reeks
Tijdschrift