Inhoudstabel:

  • Collectieve schuldenregeling:
  • Capita selecta Bart Gruyters  1
  • I. Inleiding  1
  • II. Algemeen  2
  • A. Samenloop  2
  • B. De wettelijke toelaatbaarheidsvereisten    3
  • C. Pluraliteit van schuldenaars en CSR  4
  • 1. Welke invloed heeft de procedure collectieve collectieve schuldenregeling op de rechtsband tussen de schuldenaar en de schuldeiser? Hoe verhoudt deze invloed zich tot het initiële voorwerp van de schuld?    7
  • 2. In welke situatie bevindt zich de rechtsband tussen deandere (hoofdelijk en ondeelbaar gehouden) schuldenaar en de schuldeiser?   8
  • 3. Welke invloed heeft de situatie van de ene rechtsband dus op deze van de andere?  8
  • III. Minnelijke aanzuiveringsregeling  9
  • IV. Gerechtelijke aanzuiveringsregeling   13
  • A. De gerechtelijke aanzuiveringsregeling zonder kwijtschelding van schulden in hoofdsom  14
  • B. De gerechtelijke aanzuiveringsregeling met kwijtschelding van schulden in hoofdsom . 15
  • V. De totale kwijtschelding van de schulden  16
  • VI. De schuldbemiddelaar  17
  • VII. Conclusie
 
  • Beslag op aandelen op naam status quaestionis en aanbevelingen de lege ferenda /Rubben Lindemans en Hannes Carpentier 23
  • I. Inleiding 23
  • II. Voorwerp van het beslag: de aandelen op naam in de NV en de BV  24
  • III. Bewarend beslag onder derden op aandelen  28
  • A. Voorbereiding beslag 28
  • B. Het leggen van het beslag  31
  • C. De verklaring van derde-beslagene  35
  • IV. Uitvoerend beslag onder derden op aandelen  38
  • V. Beslag en conflict met concurrerende schuldeisers  40
  • VI. Vennootschapsrechtelijke en andere knelpunten bij een tegeldemaking  42
  • A. Elementen die een overdracht van aandelen beïnvloeden 42
  • B. Invloed van overdrachtsbeperkingen 42
  • 1. Wettelijke overdrachtsbeperkingen 43
  • 2. Statutaire overdrachtsbeperkingen  45
  • 3. Contractuele overdrachtsbeperkingen  47
  • C. Invloed van overige met de vennootschap gelieerde elementen 49
  • 1. De soort en de omvang van de vennootschap  49
  • 2. Aantal aandeelhouders en de betrokkenheid van de beslagen aandeelhouder  49
  • 3. De afwezigheid van een niet-concurrentiebeding  49
  • 4. De afwezigheid van een due diligence  50
  • VII. De tegeldemaking van de aandelen op naam na uitvoerend beslag 50
  • A. Uitgangspunt: geen regels voor tegeldemaking aandelen op naam  50
  • B. Openbare verkoop  51
  • C. Minnelijke verkoop  54
  • D. De lege ferenda: pleidooi voor een prominentere rol voor de beslagrechter t.a.v. geschillen die de effectieve overdracht van aandelen in de weg staan  56
  • E. Slot: toe-eigening van de aandelen door beslaglegger mogelijk?  60
  • VIII. Conclusie  61
 
  • Onroerend goed en insolventie onder het nieuwe goederenrecht Matthias E. Storme en Jasmine Malekzadem  63
  • I. Inleiding  63
  • II. Het verhaalsrecht van de schuldeisers op onroerend goed 64
  • A. Uitgangspunten 64
  • 1. Artikel 3.36 BW  64
  • 2. Precisering tijdstip   65
  • 3. Geen verhaal op goederen niet van de schuldenaar  65
  • B. Uitbreidingen verhaalsrecht  66
  • 1. Rol (onroerende) publiciteit en derdenbescherming van schuldeisers  66
  • 2. Maar ook verhaal op goederen nog niet op naam van de schuldenaar  67
  • 3. Simulatie en dissimulatie   68
  • 4. Pauliana en aanverwante  70
  • 5. Geen beëindiging van gepubliceerde onroerende rechten van derden  70
  • C. Mogelijke beperkingen van het verhaalsrecht 71
  • 1. Oudere zakelijk werkende rechten en hun rechtsgevolg bij insolventie  71
  • 2. Modaliteiten van de titel van de insolvente schuldenaar 76
  • 3. Kwalitatieve verplichtingen met wettelijke grondslag  78
  • 4. Voorkooprechten en opties  79
  • D. Mede-eigendom  80
  • III. Erfpacht 82
  • A. Algemeen  82
  • B. Relatieve beëindigingsgronden met een beperkte derdenwerking  85
  • C. Faillissement als ontbindende voorwaarde  87
  • IV. Recht van opstal  90
  • A. Algemeen  90
  • B. Accessoir opstalrecht en hypotheken  91
  • C. Eeuwigdurend opstalrecht en faillissement van de titularis ervan  92
  • D. Realisatie van een opstalrecht gevestigd op een volume  94
  • V. Vruchtgebruik  97
  • A. Algemeen  97
  • B. Geen realisatieplicht bij faillissement van de vruchtgebruiker  98
  • C. Correctiemechanisme op basis van de ongerechtvaardigde verrijking  100
  • D. Geen uitwinning mogelijk van het vruchtgebruik intuitu personae 101
  • VI. Erfdienstbaarheden  102
  • A. Algemeen  102
  • B. Versoepeld bewijsregime draagt bij tot de realisatie van het erf  103
  • VII. Besluit 1
 
  • Huur en faillissement /Kristof Vanhove  105
  • I. Inleiding 105
  • II. Het lot van een lopende huurovereenkomst bij faillissement 105
  • A. Beginselen 105
  • B. Het keuzerecht van de curator: uitvoeren of niet?  108
  • C. Het beëindigingsrecht van de curator 115
  • III. Het voorrecht van de verhuurder (art. 20, 1° Hyp.W.)  120
  • A. Algemeen  120
  • B. Titularis van het voorrecht? 121
  • C. Rangname   121
  • D. Gewaarborgde vordering  123
  • E. Onderpand? 124
  • 1. Beginsel 124
  • 2. Goederen van derden  125
  • F. Rangregeling  129
  • G. Bijzondere bewarende maatregelen  130
  • IV. Huurwaarborg  131

Paginanummer

Nieuwe zoekopdracht

Generic filters
Uitleenbaar
Ja
Nee
Jaartal
Filter by Type
Monografie
Reeks
Tijdschrift