I. |
De wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen |
1. |
Het toepassingsgebied van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen |
1.1. |
Het positief toepassingsgebied |
1.2. |
Het negatief toepassingsgebied |
2. |
Het recht op feestdagen |
2.1. |
De bepaling van de feestdagen |
2.2. |
De vervanging van de feestdagen die samenvallen met een zondag of een inactiviteitsdag |
2.3. |
Op hoeveel feestdagen heeft de werknemer recht? |
3. |
De tewerkstelling tijdens een feestdag |
3.1. |
Het verbod van tewerkstelling op feestdagen |
3.2. |
De uitzonderingen op het verbod van tewerkstelling tijdens feestdagen |
3.3. |
De kennisgeving van de tewerkstelling |
3.4. |
De toegelaten tewerkstelling in het buitenland |
3.5. |
De tewerkstelling van jeugdige werknemers op feestdagen |
3.6. |
De premies voor een tewerkstelling op een feestdag |
4. |
Het recht op inhaalrust bij de tewerkstelling op feestdagen |
4.1. |
De duur van de inhaalrust |
4.2. |
De termijn voor de toekenning van de inhaalrust |
4.3. |
De modaliteiten voor de toekenning van de inhaalrust |
4.4. |
Wat bij het niet toekennen van de inhaalrust vóór het einde van de arbeidsovereenkomst |
4.5. |
De feestdagen komen in aanmerking voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur over de referteperiode |
4.6. |
Vergelijkende tabel inhaalrust zondagen en feestdagen |
5. |
Het loon voor feestdagen |
5.1. |
De algemene regels voor de berekening van het feestdagenloon |
5.2. |
Het verlies van het recht op loon voor een feestdag bij een ongerechtvaardigde afwezigheid op de aansluitende dagen |
5.3. |
De bijzondere berekeningsregels voor bepaalde categorieën van werknemers |
5.4. |
Het feestdagenloon voor deeltijdse werknemers |
5.5. |
De verantwoordelijkheid voor de betaling van het feestdagenloon |
5.6. |
De sectorale berekeningsregels voor het feestdagenloon |
6. |
Het loon voor de feestdagen tijdens de schorsing van de arbeidsovereenkomst |
6.1. |
Het loon voor feestdagen in de vakantieperiode |
6.2. |
Het recht op loon voor de feestdagen die vallen in een ziekteperiode |
6.3. |
Het recht op loon voor de feestdagen die vallen in de periode van de schorsing omwille van een arbeidsongeval of een beroepsziekte |
6.4. |
Het recht op loon voor de feestdagen die vallen in de periode van zwangerschaps- en bevallingsrust |
6.5. |
Het recht op loon voor de feestdagen die vallen in de periode van dertig dagen die volgt op de aanvang van een werkstaking of een lock-out |
6.6. |
Het recht op de feestdagen die vallen in de periode van veertien dagen die volgt op de aanvang van bepaalde andere schorsingen |
6.7. |
Het recht op loon voor de feestdagen in een regeling van gedeeltelijke werkloosheid |
6.8. |
De schorsingen van de arbeidsovereenkomst waarbij er geen recht op loon is voor de feestdagen |
6.9. |
Het recht op loon voor de feestdagen die vallen in een periode van volledige schorsing omwille van tijdskrediet of een thematisch verlof |
6.10. |
Het recht op feestdagenloon bij opeenvolgende perioden van schorsing |
6.11. |
Het recht op feestdagen bij oproepcontracten |
7. |
Het recht op loon voor de feestdagen na uitdiensttreding |
7.1. |
Het recht op feestdagenloon bij uitdiensttreding van voltijdse werknemers |
7.2. |
Het recht op de feestdagen bij uitdiensttreding voor deeltijdse werknemers |
7.3. |
Het recht op feestdagenloon bij uitdiensttreding van uitzendkrachten |
7.4. |
Het feestdagenloon bij uitdiensttreding en andere loonelementen |
7.5. |
De berekening van het feestdagenloon bij uitdiensttreding voor de werknemers betaald met een maandloon |
8. |
Het overloon op feestdagen |
8.1. |
Overloon bij tewerkstelling op een feestdag |
8.2. |
De feestdag is geen gelijkgestelde periode bij de berekening van het overloon |
9. |
De feestdagen en het arbeidsovereenkomstenrecht |
9.1. |
De anciënniteit bij opeenvolgende arbeidsovereenkomsten onderbroken door een feestdag |
9.2. |
De feestdagen en het begin van de proefperiode |
9.3. |
De berekening van het loon voor bepaalde schorsingsperiodes op basis van de feestdagenwetgeving |
9.4. |
De feestdagen en de opzeggingsvergoeding |
9.5. |
De feestdagen en de opzeggingstermijn |
9.6. |
Het klein verlet op een feestdag |
9.7. |
De toekenning van de inhaalrust voor tewerkstelling op feestdagen en de invoering van werkloosheid |
9.8. |
De feestdagen en het begrip "opeenvolgende dagcontracten" in het kader van uitzendarbeid |
10. |
Het toezicht en de sancties |
10.1. |
Het toezicht op de feestdagenwet |
10.2. |
De strafbepalingen |
II. |
De reglementering van de feestdagen in de wet nieuwe arbeidsregelingen |
1. |
Het toepassingsgebied van de wet nieuwe arbeidsregelingen |
2. |
De wet nieuwe arbeidsregelingen en de afwijkingen van de feestdagenwet |
2.1. |
Overzicht van de afwijkingsmogelijkheden |
2.2. |
De afwijking op het verbod van tewerkstelling op feestdagen via de wet nieuwe arbeidsregelingen |
2.3. |
De afwijking van de vervangingsplicht voor de feestdagen die met een zondag of een gewone inactiviteitsdag samenvallen |
2.4. |
De afwijking van de verplichting om de inhaalrust aan te rekenen op de arbeidsduur |
2.5. |
Het recht op loon voor feestdagen in de wet nieuwe arbeidsregelingen |
3. |
Overzicht van de sectorale afwijkingen inzake feestdagen |
Bijlage 1. De tewerkstelling op zon- en feestdagen in de kleinhandel - overzichtstabel |
Bijlage 2. Overzicht van de koninklijke besluiten in uitvoering van de feestdagenwet |
Bijlage 3. Overzicht van de koninklijke besluiten in uitvoering van de arbeidswet die de tewerkstelling van jeugdige werknemers toelaten op feestdagen |