Inhoudstabel:

  • BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT
  • X
  • OVEREENKOMSTEN
  • DEEL 2
  • BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN
  1. KOOP
  • DEEL 2. GEVOLGEN VAN DE KOOP
  • door
  • Bernard TILLEMAN
  • Gewoon hoogleraar en prodecaan KU Leuven
  • Instituut voor Contractenrecht en Centrum
  • voor Rechtsmethodiek
  • m.m.v.
  • Frederik VAN DEN ABEELE
  • Doctorandus-assistent, Instituut
  • Contractenrecht, KU Leuven
  • Gastmedewerker UHasselt
  • 2022
  • Verantwoordelijke uitgever: Bas Kniphorst
  • © 2022 Wolters Kluwer Belgium NV
  • Ragheno Business Park
  • Motstraat 30
  • 2800 Mechelen
  • Klantenservice:
  • Motstraat 30
  • 2800 Mechelen
  • Tel.: 015 78 76 00
  • klant.BE@wolterskluwer.com
  • www.wolterskluwer.be
  • Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave
  • verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt
  • worden, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
  • D/2022/2664/001
  • ISBN 978-94-03-02291-8
  • BP/BBP-BI22041
  • Stof bijgewerkt tot 1 april 2022.
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XV
  • P.
  • Voorwoord ................................................. IX
  • DEEL 1. BEWARINGSPLICHT VERKOPER TOT AAN EFFECTIEVE
  • LEVERING ................................................. 1
  • Hoofdstuk 1. Verplichting tot bewaring en behoud van het verkochte
  • goed in afwachting effectieve levering onder het gemeen kooprecht ... 3
  • 1. Voorwerp bewaringsverbintenis .......................... 3
  • 2. Zorgvuldigheidsnorm, maar verbonden met resultaatsverbintenis
  • tot levering .......................................... 5
  • 3. Verzekering: plicht en overgang van lopende verzekering? ..... 8
  • Hoofdstuk 2. Bewaringsverplichting van de (ver)koper onder het
  • Weens Koopverdrag ......................................... 15
  • 1. Voorwerp bewaringsplicht ............................. 15
  • 2. Zorgvuldigheidsnorm ................................. 17
  • 3. Kosten ............................................. 18
  • 4. Afdwinging bewaringsplicht ............................ 19
  • DEEL 2. WIJZE VAN LEVERING ONDER GEMEEN
  • KOOPRECHT .............................................. 21
  • Hoofdstuk 1. Onroerende goederen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
  • 1. Verplichting tot medewerking aan het verlijden van de
  • authentieke akte ..................................... 23
  1. Principe ......................................... 23
  2. Rechtsmiddelen bij weigering tot verlijden akte ......... 28
  3. 2. Afgifte van de sleutels (als middel tot een vrije beschikking
  4. over het goed) ....................................... 36
  • Hoofdstuk 2. Wijze van levering van roerende goederen ........... 41
  • 1. Levering door werkelijke overgave (traditio) ............... 41
  • Gevolgen van de koop
  • INHOUDSTAFEL
  • Inhoudstafel
  • XVI Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • 2. Symbolische overgave ................................ 43
  1. Notie ........................................... 43
  2. Voorbeelden van symbolische overgave ................ 45
  • 3. Overgave door wilsovereenstemming tussen partijen ......... 46
  1. Overgave kan niet gebeuren op het ogenblik van de koop ...47
  2. Levering traditio brevi manu (‘over de korte hand’) ...... 48
  3. Levering constituto possessorio ...................... 48
  • Hoofdstuk 3. Overgave van onlichamelijke goederen .............. 51
  • 1. Schuldvorderingen ................................... 51
  • 2. Effecten ............................................ 52
  1. Effecten op naam ................................. 52
  2. Gedematerialiseerde effecten ........................ 55
  • 3. Intellectuele eigendomsrechten ......................... 56
  1. Overdraagbare elementen auteursrecht ................. 56
  2. Benelux- en uniemerken ............................ 56
  3. Octrooien (en octrooiaanvraag) en octrooilicenties ....... 57
  4. Tekeningen en modellen ............................ 58
  5. Kwekerscertificaat ................................ 58
  • 4. Handelszaak ........................................ 58
  • DEEL 3. PLAATS VAN DE LEVERING ........................ 61
  • Hoofdstuk 1. Plaats van de levering onder gemeen kooprecht ....... 63
  • 1. Relevantie plaats van levering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
  • 2. Gemeenrechtelijke regels .............................. 66
  • 3. Artikel 1609 oud BW bevat een aanvullende regel m.b.t.
  • een (species) koop .................................... 67
  • 4. Bijzonder geval van plaats van levering bij soortgoederen ..... 74
  • Niet-toepasselijkheid van artikel 1609 oud BW .......... 74
  • Toepasselijkheid artikel 5.203, derde lid BW (art. 1247,
  • derde lid oud BW) ................................. 74
  • Hoofdstuk 2. Plaats van de levering onder het Weens Koopverdrag .. 77
  • 1. Algemeen .......................................... 77
  • 2. Koopovereenkomsten die het vervoer van zaken omvatten .... 78
  • 3. Koopovereenkomsten die geen vervoer impliceren .......... 80
  • Inleiding ........................................ 80
  • Goederen bevinden zich of moeten vervaardigd of
  • voortgebracht worden op een andere plaats dan de vestiging
  • van de koper (bekend aan de koper) (art. 31b CISG) ...... 81
  • Specieszaak .................................... 81
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XVII
  • Voorraadschuld ................................. 82
  • Zaken die nog vervaardigd of voortgebracht moeten worden 83
  • Goederen verkocht tijdens het vervoer ............... 83
  • 4. Andere gevallen (restcategorie) ......................... 84
  • DEEL 4. TIJDSTIP VAN DE LEVERING ....................... 87
  • Hoofdstuk 1. Gemeen kooprecht ............................... 89
  • 1. Keuze tussen uitdrukkelijke of impliciete en vaste of onvaste
  • leveringstermijn ..................................... 89
  • Notie uitdrukkelijke of stilzwijgende/impliciete termijn ... 89
  • Notie ......................................... 89
  • Wettelijke verplichting tot opname termijn ............ 89
  • Vaste of onvaste termijn ............................ 91
  • 2. Tijdstip bij gebreke van conventionele bepaling ............. 92
  • Onmiddellijke levering of levering binnen redelijke termijn? . 92
  • Verkoop op afstand .............................. 92
  • Opportuniteit aanvullende leveringstermijn ........... 92
  • Criteria ter bepaling van een redelijke termijn ........... 95
  • 3. Conventionele leveringstermijnen ....................... 97
  • Bepaling van de partij in wier voordeel een termijn
  • bedongen is ...................................... 97
  • Invulling notie voordeel van de tijdsbepaling .......... 97
  • Criteria om na te gaan in wiens voordeel de tijdsbepaling
  • is bedongen .................................... 99
  • Weerlegbaar wettelijk vermoeden ................ 99
  • Afwijken en weerleggen van het wettelijk vermoeden .. 100
  • Twijfels bij het behoud van het wettelijk vermoeden ... 104
  • Onderscheid tussen indicatieve en imperatieve
  • leveringstermijnen ................................ 107
  • Imperatieve, strikte of stipte termijn: begrip en
  • draagwijdte ................................... 107
  • Indicatieve termijn: begrip, draagwijdte en beperkingen ... 108
  • Criteria ter onderscheiding van indicatieve en strikte
  • termijnen ..................................... 112
  • (Impliciet) vertrekpunt van de (conventionele) termijn ... 114
  • Verkoop op termijn ............................... 115
  • Just in time delivery .............................. 116
  • Levering volgens de behoeften van de koper en levering
  • volgens aanduiding van de koper .................... 116
  • Beding ‘levering in de mate van het mogelijke en aan
  • geen termijn gebonden’ ........................... 117
  • Inhoudstafel
  • XVIII Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • 4. Keuze van de datum van levering binnen een bepaalde
  • periode ........................................... 117
  • 5. Gevolgen van de termijn .............................. 118
  • Verplichting tot inachtname termijn in voordeel van beide
  • contractpartijen .................................. 118
  • Sancties bij laattijdige levering ...................... 118
  • Hoofdstuk 2. Weens Koopverdrag ............................. 123
  • 1. Bepaalde of bepaalbare conventionele leveringsdatum
  • (art. 33a CISG) ..................................... 123
  • Notie .......................................... 123
  • Leveringsdatum in voordeel van koper en verkoper ...... 125
  • Indicatieve versus strikte leveringsdatum .............. 125
  • Gevolgen kwalificatie ........................... 125
  • Strikte leveringsdatum ........................ 125
  • Indicatieve leveringsdatum ..................... 126
  • Criteria voor de kwalificatie indicatieve/strikte
  • leveringsdatum ................................ 127
  • 2. Bepaalde of bepaalbare conventionele leveringstermijn ....... 128
  • Notie .......................................... 128
  • Berekening termijnen ............................. 132
  • 3. Afwezigheid bepaalde/bepaalbare conventionele
  • leveringsdatum/leveringstermijn ........................ 132
  • 4. Gevolgen van een laattijdige levering .................... 135
  • 5. Voortijdige levering ................................. 136
  • DEEL 5. KOSTEN VAN DE LEVERING ...................... 139
  • Hoofdstuk 1. Kosten van de levering onder gemeen recht ......... 141
  • Hoofdstuk 2. Kosten van levering onder het Weens Koopverdrag .... 147
  • DEEL 6. VOORWERP VAN DE LEVERINGSVERPLICHTING:
  • HOOFDZAAK ............................................ 149
  • DEEL 7. VOORWERP VAN DE LEVERINGSVERPLICHTING:
  • TOEBEHOREN ........................................... 151
  • Hoofdstuk 1. Gemeen recht .................................. 153
  • 1. Algemeen ......................................... 153
  • Aanvullende algemene interpretatieregel over omvang
  • (art. 1615 oud BW) ............................... 153
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XIX
  • Vruchten en opbrengsten .......................... 158
  • Kwalitatieve rechten .............................. 160
  • Notie ........................................ 162
  • Rechten die de rechtspraak kwalificeert als kwalitatieve
  • rechten ....................................... 166
  • Vrijwaringsvorderingen resulterend uit de koop
  • naar gemeen recht ........................... 166
  • Vrijwaringsvordering van consument tegen de
  • verkoper/producent van zijn professionele verkoper
  • die aan hem goed verkocht onder de
  • consumentenkoop ............................ 171
  • Vordering door de opdrachtgever tegen de leverancier
  • (verkoper) van de aannemer .................... 172
  • Aansprakelijkheidsvordering tegen aannemer/
  • architect op grond van tienjarige aansprakelijkheid
  • voor gebreken die de stevigheid van het gebouw in
  • gevaar brengen .............................. 174
  • Rechten die de rechtspraak niet kwalificeert als
  • kwalitatieve rechten ...............................177
  • Vordering benadeelde productaansprakelijkheid .... 177
  • Vordering wegens zaakschade en op grond van
  • burenhinder ................................. 178
  • Recht op financiële tegemoetkoming bij
  • natuurrampen ............................... 179
  • 2. Toebehoren van onroerende goederen ................... 180
  • Wettelijke interpretatieregels over stoffelijk toebehoren
  • onroerende goederen .............................. 180
  • Huisraad ..................................... 180
  • Onroerende goederen door bestemming ............. 181
  • Onroerende goederen door bestemming omwille
  • van nut van roerende goederen (voor de exploitatie)
  • van het erf .................................. 182
  • Zaken die onroerend zijn door bestemming doordat
  • de eigenaar ze duurzaam aan het hoofdgoed
  • bevestigd heeft .............................. 193
  • Einde van de onroerendmaking ................. 197
  • Eigendomstitels en andere stukken betreffende het
  • onroerend goed ................................ 199
  • Juridische documenten als toebehoren van onroerende
  • goederen ....................................... 200
  • Stedenbouwkundig uittreksel ..................... 200
  • Inhoudstafel
  • XX Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • Energieprestatiecertificaat ........................ 201
  • Bodemattest .................................. 202
  • Elektriciteitsattest .............................. 205
  • Postinterventiedossier ........................... 206
  • Rechten en vorderingen als toebehoren van onroerende
  • goederen ....................................... 210
  • Erfdienstdienstbaarheden en andere zakelijke rechten .. 211
  • Gemene afsluiting .............................. 211
  • Huurwaarborg en de vordering tot betaling van
  • huurschade ................................... 213
  • Omgevings-, milieu en domeinvergunning ........... 217
  • 3. Toebehoren van (enkele) roerende goederen en
  • onlichamelijke goederen .............................. 218
  • Gecertificeerde producten .......................... 218
  • Voertuigen ...................................... 220
  • Accessoria van schuldvorderingen ................... 222
  • Hoofdstuk 2. Overdracht van de vorderingen resulterend uit
  • een koop onderworpen aan het Weens Koopverdrag naar de
  • onderverkrijger(s) .......................................... 225
  • 1. Geen automatische toepasselijkheid van vorderingen voor
  • de onderverkrijger resulterend uit koop onderworpen aan
  • Weens Koopverdrag ................................. 226
  • 2. Het Belgische en Franse Hof van Cassatie sluit de automatische
  • overdracht van de vordering uit een koop onderworpen aan
  • het Weens Koopverdrag naar de onderverkrijger niet uit ..... 228
  • 3. Op basis van welke regels moet men beslissen tot de al dan
  • niet automatische overgang van een vordering uit een koop
  • onderworpen aan het Weens Koopverdrag? ............... 229
  • Kwalificatie door de forumrechter van de claim van
  • C (onderverkrijger) tegen A (initiële verkoper) binnen
  • verwijzingscategorie delictueel of contractueel ......... 230
  • Lex contractus van de overeenkomst tussen B (initiële
  • koper) – C (onderverkrijger) bepaalt toelaatbaarheid
  • overgang, gegrondheid vordering beoordeeld volgens
  • lex contractus overeenkomst A-B .................... 231
  • De lex contractus van de initiële overeenkomst tussen
  • A en B bepaalt toelaatbaarheid vordering onderverkrijger ... 232
  • Cumulatieve toepassing van lex-contractusovereenkomst
  • A en B en B & C ................................. 233
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXI
  • DEEL 8. (KWANTITATIEVE) OMVANG VAN DE LEVERING
  • (NAAR GEMEEN KOOPRECHT) ............................ 235
  • Hoofdstuk 1. Onroerende goederen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 237
  • 1. Probleemstelling .................................... 237
  • 2. Exoneratiebedingen ................................. 239
  • Geldigheid ...................................... 239
  • Mogelijkheid tot exoneratie in het licht van de
  • wettelijke regeling in de artikelen 1616-1623 oud BW .. 239
  • Verkoop op plan ............................... 241
  • Verkoop tussen ondernemingen en consumenten en
  • tussen ondernemingen ........................... 242
  • Exoneratie voor oppervlakte die in gaat tegen
  • minimumoppervlaktereglementering ............... 243
  • Draagwijdte van een geldig exoneratiebeding voor de
  • oppervlakte ..................................... 244
  • 3. Regeling bij gebreke van conventionele regeling ........... 249
  • Eerste hypothese: onroerend goed wordt verkocht zonder
  • aanduiding van oppervlakte ........................ 249
  • Tweede hypothese: onroerend goed wordt verkocht voor
  • globale prijs met aanduiding van oppervlakte .......... 250
  • Derde hypothese: onroerend goed wordt verkocht met
  • prijs gerelateerd aan de omvang ..................... 252
  • Duur van de vorderingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
  • Hoofdstuk 2. Roerende goederen .............................. 257
  • 1. Aanvullende regels .................................. 257
  • 2. Clausule van approximatieve hoeveelheden ............... 258
  • DEEL 9. MATERIËLE KWALITEIT VAN DE LEVERING ...... 261
  • Hoofdstuk 1. Leveringsplicht onder gemeen kooprecht ........... 263
  • 1. Afbakening van de vordering tot levering t.o.v. aanverwante
  • vorderingen ........................................ 263
  • Onderscheid niet-conforme levering en afwezigheid
  • van voorwerp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 263
  • Onderscheid met vrijwaring voor verborgen gebreken .... 264
  • Verborgen non-conformiteit ........................ 273
  • 2. Aanvaarding ....................................... 278
  • Definitie ....................................... 278
  • Ogenblik en termijn voor aanvaarding ................ 280
  • Wie kan aanvaarden? ............................. 282
  • Inhoudstafel
  • XXII Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • Vorm aanvaarding ................................ 284
  • Weigering ...................................... 290
  • Gevolgen van de aanvaarding ....................... 291
  • 3. Rechtsmiddelen voor de koper bij niet-conforme levering .... 293
  • Keuzerecht van de koper tussen gedwongen uitvoering
  • (in natura of bij equivalent) en gerechtelijke ontbinding
  • (mits eventuele schadeloosstelling) .................. 293
  • Sedes materiae ................................ 293
  • Titularis van keuzerecht ......................... 294
  • Beperkingen keuzerecht ......................... 296
  • Verbod op rechtsmisbruik ..................... 296
  • Van rechtswege ingebrekestelling en ontbinding bij
  • niet-levering van goederen die aan snelle
  • prijsschommelingen onderhevig zijn ............. 297
  • Ontbindend beding ........................... 297
  • Voorafgaande ingebrekestelling ................... 298
  • Verjaringstermijn rechtsmiddelen op grond van de
  • artikelen 1610-1611 oud BW ..................... 299
  • Gedwongen uitvoering in natura .................... 300
  • Gedwongen inbezitstelling (mits dwangsom) bij niet-
  • (tijdige) levering ............................... 300
  • Vervanging van niet-geleverde koopwaar (bij voldoende
  • ernstige tekortkoming) na rechterlijke machtiging
  • (art. 5.85, lid 1 j° 5.235, lid 1 BW) ................. 300
  • Vervanging van niet-geleverde koopwaar zonder
  • voorafgaande rechterlijke machtiging
  • (art. 5.85, lid 3 BW) ............................. 301
  • Notie en juridische grondslag ................... 301
  • Voorwaarden ................................ 304
  • Herstel van een niet-conforme specifieke zaak ........ 309
  • Ontbinding ..................................... 311
  • Modaliteiten en voorwaarden van de ontbinding ...... 311
  • Rechterlijke uitspraak ......................... 311
  • Eenzijdige buitengerechtelijke ontbinding ......... 311
  • Voldoende ernstige reden ...................... 314
  • Uitstelbevoegdheid rechter ..................... 318
  • Refactie (prijsvermindering) ........................ 319
  • Toepassingsvoorwaarden ........................ 319
  • Lichte kwalitatieve of kwantitatieve
  • tekortkomingen aan leveringsplicht .............. 319
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXIII
  1. Niet bij een excedentaire/superieure levering
  • dus geen prijsvermeerdering ................... 320
  1. Geen conventionele uitsluiting van de refactie. . . . . . 321
  2. Codificatie van gerechtelijke prijsvermindering
  • (art. 5.97, lid 1 BW) .......................... 321
  1. Codificatie van eenzijdige buitengerechtelijke
  • prijsvermindering (art. 5.97, lid 2 BW) ........... 322
  1. Juridische grondslag en van prijsvermindering ....... 322
  2. Artikel 50 CISG ............................. 322
  3. Artikel 1649quinquies, § 5 oud BW. . . . . . . . . . . . . . 323
  4. Artikel 1617 oud BW ......................... 323
  5. Handelsrechtelijke gewoonte waarbij afgeweken
  • werd van de artikelen 1184 en 1244 oud BW ...... 324
  1. Uitbreiding per analogie van actio quanti
  • minoris/gedeeltelijke ontbinding ................ 324
  1. Specifieke toepassing matigende werking goede
  • trouw/verbod rechtsmisbruik ................... 325
  1. Algemeen recht op prijsvermindering in
  • artikel 5.97 BW ............................. 326
  • 4. Verweermiddelen van de verkoper ...................... 326
  1. Overmacht ...................................... 326
  2. Exceptio non adimpleti contractus ................... 329
  3. Wettelijke grondslag: artikel 1612 oud BW als
  • uitdrukking van het algemeen rechtsbeginsel van de
  • enac (heden gecodificeerd in art. 5.239, § 1 BW) ..... 330
  1. Toepassingsvoorwaarden ........................ 332
  2. Afbetalingsplicht wederpartij excipiens ........... 332
  3. Wanprestatie door wederpartij excipiens .......... 341
  4. Verbintenis ten laste van de excipiens ............ 343
  5. Goede trouw excipiens ........................ 344
  6. Gevolgen van de enac ........................... 348
  7. Tijdelijke opschorting uitvoering overeenkomst .... 348
  8. Tegenwerpelijkheid van enac aan derden bij
  • samenloop ................................. 349
  1. Toepassingsmoeilijkheden bij koopcontracten met
  • opeenvolgende leveringen ..................... 350
  • 5. Clausules inzake de conformiteit van de levering .......... 351
  1. Beschrijvende bedingen ........................... 351
  2. Exoneratiebedingen .............................. 353
  3. Modulering rechtsmiddelen bij niet-conformiteit ........ 355
  • Inhoudstafel
  • XXIV Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • Hoofdstuk 2. (Gemeenrechtelijke) vrijwaring voor verborgen
  • gebreken .................................................. 357
  • 1. Toepassingsgebied vrijwaring voor verborgen gebreken ..... 358
  1. Verkoop naar gemeen recht en consumentenkoop indien
  • verborgen gebrek zich manifesteert twee jaar na
  • de levering ...................................... 358
  1. Verkoop op rechterlijk gezag ....................... 358
  2. Gedwongen afstand van mandeligheid ................ 362
  • 2. Toepassingsvoorwaarden vrijwaring. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 362
  • Intrinsiek of een functioneel gebrek .................. 363
  • Conceptuele opvatting .......................... 363
  • Notie ...................................... 363
  • Toepassingen (alfabetisch-thematisch). . . . . . . . . . . . 366
  • Functionele opvatting ........................... 375
  • Notie: Niet-functioneren zaak ongeacht oorzaak,
voor specifieke bestemming koper ............... 375
  • Toepassingen (thematisch-alfabetisch). . . . . . . . . . . . 377
  • Opportuniteit functionele opvatting gebrek ........ 385
  • Gebrek heeft betrekking op verkochte goed ............ 385
  • Verkochte zaak inclusief toebehoren ............... 386
  • Aandelen vennootschap met rechtspersoonlijkheid .... 386
  • Hard- en software .............................. 386
  • Verborgen karakter van het gebrek ................... 387
  • Notie ........................................ 387
  • Beoordeling in abstracto zichtbaar karakter gebrek . 387
  • In abstracto beoordeling te concretiseren in functie
  • concrete (technische kennis) koper .............. 388
  1. Geen verplichting tot bijstand, informatieonderzoek,
  • analyse voor niet-gespecialiseerde koper .......... 389
  1. Geen vermoeden van kennis door gespecialiseerde
  • koper ...................................... 390
  • Verborgen karakter ook te beoordelen in functie
concrete omstandigheden ...................... 391
  • Toepassingen uit de rechtspraak ................... 393
  • Ernst van het gebrek .............................. 403
  • Anterioriteit van het gebrek ........................ 406
  • Notie ........................................ 406
  • Bewijs van anterioriteit .......................... 408
  • Bewijs via alle middelen van recht ............... 408
  • Tegensprekelijk deskundigenonderzoek verdient de
  • voorkeur ................................... 408
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXV
  1. Feitelijk vermoeden van anterioriteit (koop van
  • gemeen recht) ............................... 408
  1. Wettelijk vermoeden van anterioriteit
  • (consumentenkoop) .......................... 410
  1. Conventioneel vermoeden van anterioriteit ........ 410
  2. Bewijs van het verborgen gebrek .................... 410
  3. Uitsluiting van alle andere oorzaken voor nietfunctioneren .................................. 410
  4. Erkenning door een erkend controleorganisme ....... 411
  5. Vaststelling gebrek onmogelijk gemaakt door koper ... 412
  • 3. Rechtsmiddelen van de koper op basis van
  • vrijwaringsverplichting voor verborgen gebreken .......... 412
  1. Keuzerecht van de koper tussen ontbinding en
  • prijsvermindering ................................ 412
  1. Onmogelijkheid gelijktijdige vordering ontbinding en
  • prijsvermindering .............................. 412
  1. Discretionaire karakter keuzerecht koper tussen actio
  • redhibitori of actio aestimatoria ................... 413
  1. Wijziging keuze door de koper .................... 414
  2. Wettelijke beperkingen keuzerecht ................. 416
  3. Gezag van gewijsde van uitspraak die actio
  • redhibitoria verwerpt t.o.v. latere actio aestimatoria .. 416
  1. Geen actio redhibitoria bij onmogelijkheid tot
  • teruggave .................................. 416
  1. Gebruik na ontdekking gebrek dat resulteert in
  • onmogelijkheid tot teruggave belet actio redhibitoria .. 418
  1. Conventionele beperking keuzerecht ............... 420
  2. Ontbinding ................................... 420
  3. Prijsvermindering .............................. 421
  4. Herstel of vervanging ............................. 427
  5. Exceptio non adimpleti contractus ................... 434
  6. Schadevergoeding ................................ 436
  7. Historische oorsprong specifieke vergoedingsregeling
  • voor verborgen gebreken ........................ 436
  1. Specificiteit vergoedingsregeling actio redhibitoria
  • t.g.v. gemeenrechtelijke ontbinding wegens nietconformiteit? .................................. 437
  1. Onderscheid schadevergoeding te betalen door verkoper
  • te goeder en te kwader trouw ..................... 438
  1. Wettelijke bepalingen die de schadevergoeding
  • relateren aan de goede/kwade trouw verkoper ...... 438
  • Inhoudstafel
  • XXVI Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  1. Intrinsieke en extrinsieke schade: puur pedagogisch
  • onderscheidingscriterium naar vigerend recht ...... 439
  1. Schadevergoeding verschuldigd door de verkoper te
  • kwader trouw ................................. 441
  1. Vergoeding van het geleden verlies met betrekking
  • tot de intrinsieke schade ....................... 441
  1. Vergoeding van het geleden verlies met betrekking
  • extrinsieke schade ........................... 443
  1. Schadevergoeding verschuldigd door verkoper te
  • goeder trouw .................................. 447
  1. Juridisch kader .............................. 447
  2. Schadeposten verschuldigd door verkoper te goeder
  • trouw bij verborgen gebreken bij verkoop van een
  • onroerend goed .............................. 449
  1. Elementen ter beoordeling van de goede trouw van de
  • verkoper ....................................... 456
  1. Feitelijke vermoedens waaruit de kwade trouw van de
  • verkoper wordt afgeleid ......................... 456
  1. Verkoper-fabrikant en gespecialiseerde verkoper ...... 459
  2. Verlichting bewijsmoeilijkheden kopers voor een
  • bepaalde categorie van verkopers ................ 459
  1. Voor wie geldt de pretoriaanse omkering van de
  • bewijslast .................................. 462
  1. Fabrikant. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 466
  2. Gespecialiseerde verkoper ..................... 468
  3. Korte termijn binnen welke de rechtsvordering moet
  • worden ingesteld ................................. 471
  1. Algemeen .................................... 472
  2. Sedes materiae .............................. 472
  3. Kwalificatie van de termijn .................... 473
  4. Ratio legis .................................. 479
  5. Vertrekpunt van de termijn ..................... 481
  6. Welke handelingen moeten binnen korte termijn
  • gesteld worden? ............................. 487
  1. Invulling van het begrip korte termijn door de
  • rechtspraak ................................. 490
  1. Specifieke termijn voor koopvernietigende gebreken
  • bij de verkoop of ruil van huisdieren ............... 495
  1. Tegen wie vorderen? .............................. 495
  2. Tegen de verkoper en de voorgaande verkopers
  • (algemeen) ................................... 495
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXVII
  1. Tegen verkoper en voorgaande verkopers van
  • (geheel en onderdelen van) een samengesteld goed .... 499
  1. Tegen de leverancier (verkoper) van de aannemer ..... 501
  2. Tegenover de merkhouder van het verkochte product? . 502
  3. Vergaan van het gebrekkige goed .................... 503
  • 4. Bedingen over de vrijwaringsplicht voor verborgen gebreken . 504
  1. Autonome conventionele garantie ................... 505
  2. Uitbreiding van de wettelijke vrijwaringsregeling
  • voor verborgen gebreken .......................... 506
  1. Exoneratieclausules .............................. 508
  2. Algemeen verbod voor exoneratiebedingen voor
  • verborgen gebreken bij koop door professionelen
  • aan consumenten (art. VI.83, 14° WER) ............ 508
  1. Algemene geldigheidsvereisten voor
  • exoneratiebedingen in koop van gemeen recht ........ 510
  1. Vereiste van goede trouw ...................... 510
  2. Weerlegbaar vermoeden van kennis van gebrek in
  • hoofde van de verkoper-fabrikant of gespecialiseerde
  • verkoper van dezelfde zaken als die welke hij heeft
  • verkocht ................................... 517
  1. Toepassing gemeenrechtelijke geldigheidsvereisten
  • op exoneratiebedingen voor verborgen gebreken .... 521
  1. Restrictieve (limitatieve) interpretatie van
  • uitdrukkelijk opgesomde gebreken waarvoor
  • men zich exonereert .......................... 522
  1. Voorwerp van de exoneratie .................... 526
  2. Conventionele modulering termijn vrijwaring .......... 527
  3. Verschillende soorten termijnen (naargelang van
  • functietermijn) ................................ 527
  1. Conventionele garantietermijn .................... 528
  2. Waarborgtermijn ............................... 528
  3. Conventionele vervaltermijn ...................... 529
  4. Verwittigde koper (zgn. beschrijvende bedingen) ....... 532
  5. Verkoop zaak in de staat waarin ze zich bevindt ........ 534
  • Hoofdstuk 3. Conformiteit onder het Weens Koopverdrag ........ 539
  • 1. Algemene principes: monistisch kooprecht ............... 540
  1. Unitair concept van uniformiteit ..................... 540
  2. Cumul van wilsgebreken en conformiteitseis onder het
  • Weens Koopverdrag? ............................. 541
  • Inhoudstafel
  • XXVIII Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • 2. Notie niet-conformiteit ............................... 542
  1. Vormen van niet-conformiteit ....................... 542
  2. Verschillen i.v.m. de aard van het geleverde .......... 542
  3. Verschillen i.v.m. de kwantiteit van het geleverde ..... 544
  4. Verschillen i.v.m. de kwaliteit van het geleverde ...... 547
  5. Verpakking ................................... 552
  6. Algemene kenmerken i.v.m. (niet)-conformiteit ......... 555
  7. Ernst (niet-conformiteit) ......................... 555
  8. Tijdstip van de conformiteit ...................... 557
  9. Subjectief/objectief karakter van de conformiteit ...... 557
  10. Contractuele specificaties van de koopwaar ............ 557
  11. Aanvullende (subsidiaire) bepalingen van de conformiteit
  • (art. 35.2 CISG) ................................. 563
  1. Geschiktheid voor doeleinden waarvoor gewoonlijk
  • gebruikt ...................................... 564
  1. Doeleinden van gebruik ....................... 564
  2. Autonome kwaliteitsstandaard in het Weens
  • Koopverdrag ................................ 568
  1. Kwaliteitsstandaard van de koper of verkoper? ..... 571
  2. Beknopt overzicht van illustraties uit rechtspraak ... 578
  3. Geschiktheid voor een bijzonder doel. . . . . . . . . . . . . . . 586
  4. Inleiding ................................... 586
  5. Bijzonder doel .............................. 586
  6. Uitdrukkelijke of impliciete kennisgeving van het
  • bijzondere doel .............................. 590
  1. Vertrouwen op vakkennis en oordeel verkoper ..... 592
  2. Verhouding bijzonder en gewoon doel? ........... 598
  3. Conform staal of model ......................... 599
  4. Toepasselijke regel en toepassingsgebied ......... 599
  5. Finaliteit van het monster of model .............. 600
  6. Verschillen tussen kwaliteitsmonster en contractuele
  • omschrijving of gewone of bijzondere bestemming
  • van de koopwaar ............................. 601
  1. Bewijslast dat model een monster uitmaakt ........ 603
  2. Conforme verpakking ........................... 603
  3. Wetenschap van non-conformiteit bij de koper en
  • exoneratie van aansprakelijkheid .................... 606
  • Principe ...................................... 606
  • Toepassingsgebied ............................. 609
  • Conventionele afwijkingen ....................... 610
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXIX
  1. Bewijsvragen .................................... 611
  2. Bewijslastverdeling ............................. 611
  3. Concrete toepassingen .......................... 615
  4. Beoordeling van het geleverde bewijs .............. 616
  • 3. Keuringsplicht ...................................... 617
  1. Obliegenheit .................................... 618
  2. Termijn waarbinnen keuring nodig ................... 619
  3. Beginpunt termijn .............................. 619
  4. Principe ................................... 619
  5. Verzendingskoop ............................ 621
  6. Koop met wijziging van de bestemming van de
  • zaken onderweg of doorzending ................ 622
  1. Duur termijn .................................. 625
  2. Principe ................................... 625
  3. Factoren die de duur keuringstermijn zelf bepalen .. 627
  4. Methode en vorm keuring .......................... 635
  5. Wat bepaalt de methode en vorm keuring? ........... 635
  6. Wie doet de keuring? ........................... 635
  7. Algemene subsidiaire richtlijnen over methoden en
  • modaliteiten van onderzoek ........................ 636
  1. Methode van onderzoek ......................... 636
  2. Modaliteiten van keuring ........................ 646
  3. Kosten onderzoek ............................ 646
  4. Plaats van keuring ........................... 646
  • 4. Klachtplicht ........................................ 647
  1. Ratio legis en toepassingsgebied klachtplicht ........... 647
  2. Termijn waarbinnen klacht mogelijk ................. 648
  3. Beginpunt termijn .............................. 648
  4. Duur termijn .................................. 649
  5. Vorm en inhoud klacht ............................ 667
  6. Gevolgen niet-inachtname klachtplicht ............... 676
  7. Principe ...................................... 676
  8. Uitzonderingen ................................ 677
  9. Afstand door verkoper van recht om zich op verlies
  • van rechtsmiddel te beroepen ................... 677
  1. Voorkennis van de verkoper (art. 40 CISG) ........ 678
  2. Redelijke verontschuldiging (art. 44 CISG) ........ 685
  • 5. Termijnen voor niet-conformiteit ....................... 688
  1. Waarborgtermijn van twee jaar ...................... 688
  2. Wettelijke regeling ............................. 688
  3. Toepassingsgebied ............................. 688
  • Inhoudstafel
  • XXX Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  1. Beginpunt .................................... 690
  2. Eindpunt ..................................... 691
  3. Verhouding met termijn klachtplicht
  • artikel 39.1 CISG .............................. 691
  1. Vervaltermijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 692
  2. Verjaring van de rechten op grond van niet-conformiteit ....692
  3. Inleiding ..................................... 693
  4. Werkingssfeer van het verdrag .................... 694
  5. Toepassingsgebied ratione loci ................. 695
  6. Toepassingsgebied ratione materiae ............. 697
  7. Toepassing ratione temporis ................... 699
  8. Inhoudelijke bepalingen van het verjaringsverdrag .... 699
  9. Notie verjaring .............................. 699
  10. Duur en begin van de verjaringstermijn ........... 700
  11. Onderbreking en verlenging van de
  • verjaringstermijn ............................ 703
  1. Gevolgen van de verjaring ..................... 708
  2. Partijautonomie ............................. 709
  3. Conclusie .................................. 710
  4. Regels bij niet-toepasselijkheid Verjaringsverdrag ..... 711
  • 6. Conventionele bedingen over niet-conformiteit ............ 712
  • Hoofdstuk 4. Bijzondere vormen van koop i.v.m. conformiteit
  • verkochte goed: koop op monster en koop op proef .............. 717
  • 1. Koop op referentie: koop op monster .................... 717
  • 2. Koop op proef/smaak ................................ 719
  1. Afgrenzing t.o.v. verwante rechtsvormen .............. 724
  2. Afgrenzing t.o.v. aanbod/optie .................... 724
  3. Afgrenzing t.o.v. proefcontract .................... 724
  4. Afgrenzing t.o.v. bedenktermijn ................... 725
  5. Vormgeving ..................................... 726
  6. Koop ........................................ 726
  7. Verboden potestatieve voorwaarde/koop onder
  • ontbindende voorwaarde ......................... 726
  1. Koop onder opschortende voorwaarde .............. 727
  2. Onvoorwaardelijke koop met conventionele garantie ... 728
  3. Modaliteiten van proef ............................ 729
  4. Verzaking aan de proef .......................... 729
  5. Termijn waarbinnen de proef moet worden
  • afgenomen .................................... 729
  1. Persoon die proef uitvoert ........................ 730
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXXI
  1. Kosten proef .................................. 730
  2. Plaats proef ................................... 730
  3. Verplichtingen van de koper op proef ................. 730
  4. Uitvoering van de proef ......................... 730
  5. Afdwinging van de verplichting tot uitvoering van
  • de proef ...................................... 731
  1. Gevolg ingebrekestelling om de proef uit te voeren .... 732
  2. Bewaringsverplichting en gebruiksrecht koper ........ 732
  3. Verplichtingen van de verkoper op proef .............. 733
  4. Terbeschikkingstelling met het oog op proef ......... 733
  5. Overgang van eigendom en risico .................. 734
  6. Vrijwaring voor verborgen gebreken ............... 734
  7. Gevolgen van de proef ............................ 735
  8. Bewijsrisico slagen proef op verkoper .............. 735
  9. Eigendomsovergang – Faillissement of beslaglegging
  • tijdens proef .................................. 735
  • Gevolg niet-slagen proef ......................... 735
Hoofdstuk 5. Consumentenkoop .............................. 737
  • 1. Toepassingsgebied consumentenkoop ................... 742
  • Toepassingsgebied ratione materiae en personae ....... 742
  • Koop ........................................ 742
  • Consumptiegoederen ........................... 745
  • Principe ................................... 745
  • Uitgesloten goederen ......................... 750
  • B2c-transactie ................................. 754
  • Verkoper ................................... 754
  • Consument ................................. 762
  • Toepassingsgebied ratione temporis .................. 771
  • 2. Dwingend karakter .................................. 773
  • 3. Verhouding tot het gemeen kooprecht en het Weens
  • Koopverdrag ....................................... 776
  1. Gemeen recht ................................... 776
  2. Weens Koopverdrag .............................. 777
  • 4. Voorwaarden aansprakelijkheid verkoper ................. 779
  1. Notie (niet-)conformiteit ........................... 780
  2. Vertoont het te verkopen goed bij contractsluiting
  • een zichtbare niet-conformiteit? ................... 781
  1. Overeenstemming met de contractuele specificaties ... 783
  2. Wettelijke overeenstemmingscriteria ............... 785
  3. Subjectieve conformiteitsvereisten (art. 1649ter,
  • 2 oud BW) ................................ 788
  • Inhoudstafel
  • XXXII Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  1. Objectieve conformiteitsvereisten (art. 1649ter,
  • 3 oud BW) ................................ 792
  1. Verkeerde installatie van consumptiegoederen
  • (art. 1649ter, § 8 oud BW) ..................... 809
  1. Rechten van derden .......................... 813
  2. Anterioriteit van het gebrek aan conformiteit ........... 816
  3. Gebrek aan overeenstemming heeft zich gemanifesteerd
  • binnen de waarborgtermijn ......................... 825
  1. Gemeen kooprecht ............................. 825
  2. Consumentenkoop ............................. 826
  3. Algemene (dwingende) basistermijn ............. 826
  4. Specifieke regel voor tweedehandsgoederen ....... 828
  5. Verlenging (basis)termijn ...................... 830
  6. Herleving gemeen kooprecht na afloop
  • waarborgtermijn ............................. 831
  1. Inachtneming van (wettelijke/conventionele)
  • meldingstermijn ................................. 835
  1. Vergelijking met andere koopregimes. . . . . . . . . . . . . . . 835
  2. Gemeen kooprecht ........................... 835
  3. Weens Koopverdrag .......................... 835
  4. Consumentenkoop ............................. 835
  5. Vordering binnen verjaringstermijn .................. 840
  6. Basistermijn .................................. 840
  7. Verlenging termijn: schorsing en stuiting ............ 843
  8. Verval van recht voor verstrijken van verjaringstermijn .. 846
  • 5. Remedies .......................................... 846
  1. Algemeen ...................................... 847
  2. Keuzerecht ..................................... 848
  3. Getrapt beperkt keuzerecht ....................... 848
  4. Beperkingen op de keuzevrijheid binnen de
  • voorkeurremedies .............................. 856
  1. Onmogelijkheid en relatieve onrechtmatigheid ..... 856
  2. Absolute onrechtmatigheid .................... 861
  3. Herstel en vervanging ............................. 864
  4. Notie ........................................ 864
  5. Binnen een redelijke termijn en zonder ernstige
  • overlast ...................................... 866
  1. Buitengerechtelijk karakter vervanging of herstel ..... 867
  2. Kosteloos karakter van het herstel of de vervanging .... 873
  3. Kosten verzending, loon en materiaal ............ 873
  4. Geen vergoeding voor gebruik niet-conform goed .. 875
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXXIII
  1. Kosten verwijdering niet-conform goed en
  • installatie vervangingsgoed .................... 877
  1. Plaats van het herstel of de vervanging .............. 877
  2. Ontbinding & prijsvermindering ..................... 879
  3. Subsidiair rechtsmiddel .......................... 879
  4. Gebrek mag niet van geringe betekenis zijn .......... 882
  5. Ontbinding onverzoenbaar met houding koper ........ 884
  6. (Buiten)gerechtelijk karakter ..................... 885
  7. Aanvullende schadevergoeding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 888
  • 6. Regres ............................................ 890
  • 7. Commerciële garantie ................................ 893
  1. Notie .......................................... 893
  2. Bindend karakter van de garantie .................... 898
  3. Formele vereisten ................................ 899
  4. Sancties bij een inbreuk op voorschriften inzake
  • commerciële garanties ............................ 902
  • Hoofdstuk 6. Koop van digitale inhoud en digitale diensten ........ 903
  • 1. Algemeen ......................................... 904
  • 2. Materieel toepassingsgebied ........................... 906
  1. Digitale dienst of inhoud ........................... 906
  2. Uitsluitingen .................................... 911
  3. Tegenprestatie ................................... 917
  • 3. Personeel toepassingsgebied ........................... 920
  1. Consument ..................................... 921
  2. Handelaar ...................................... 921
  • 4. Temporeel toepassingsgebied .......................... 922
  • 5. Levering en conformiteit van digitale inhoud of digitale
  • diensten ........................................... 923
  1. Verbintenis tot levering en leveringswijze ............. 923
  2. Tijdstip levering ................................. 924
  3. Verplichting tot conforme levering ................... 924
  • 6. Aansprakelijkheid van de handelaar ..................... 933
  • 7. Remedies .......................................... 936
  1. Remedies bij leveringsverzuim ...................... 936
  2. Remedies bij conformiteitsgebrek ................... 938
  3. Primaire remedie ............................... 938
  4. Secundaire remedies ............................ 939
  5. Schadevergoeding .............................. 944
  6. Enac ........................................ 944
  7. Overmacht .................................... 945
  • Inhoudstafel
  • XXXIV Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • 8. Verhaalrecht ....................................... 945
  • 9. Wijziging digitale inhoud of digitale dienst ............... 945
  • DEEL 10. PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID ................. 947
  • Hoofdstuk 1. Verhouding Wet Productaansprakelijkheid en
  • andere rechtsmiddelen voor slachtoffervergoeding ............... 949
  • Hoofdstuk 2. Toepassingsgebied .............................. 953
  • 1. Toepassingsgebied ratione personae .................... 953
  1. Beschermde eiser ................................ 953
  2. Geviseerde verweerder: aansprakelijkheid van producent
  • en in subsidiaire orde van leverancier? ................ 953
  • Producent .................................... 953
  • Werkelijke producent ......................... 953
  • Schijnbare producent ......................... 957
  • EU-invoerder .................................. 958
  • Leverancier ................................... 959
  • 2. Toepassingsgebied ratione materiae: producten ........... 963
  • Lichamelijke roerende goederen ..................... 963
  • Roerende goederen sensu lato .................... 963
  • Lichamelijke goederen .......................... 965
  • Aard van de productie irrelevant ..................... 965
  • Goederen en dienstverlening. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 966
  • Uitgesloten producten ............................. 969
  • 3. Toepassingsgebied ratione temporis ..................... 969
Hoofdstuk 3. Voorwaarden voor aansprakelijkheid .............. 971
  • 1. Gebrekkig product .................................. 971
  • Basiscriterium ................................... 971
  • Presentatie ...................................... 975
  • Normaal of redelijkerwijze voorzienbaar gebruik van het
product ........................................ 980
  • Tijdstip waarop het product in het verkeer is gebracht .... 983
  • 2. Schade ............................................ 984
  • Schade aan personen .............................. 984
  • Schade aan zaken ................................ 985
  • 3. Oorzakelijk verband ................................. 986
  • 4. Bewijslast ......................................... 988
  • Hoofdstuk 4. Mogelijke verweermiddelen van de producent ....... 991
  • 1. Producent heeft het product niet in het verkeer gebracht ..... 991
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXXV
  • 2. Geen gebrek op het moment van de inverkeerstelling ....... 994
  • 3. Niet-commerciële en niet-beroepsmatige doeleinden. . . . . . . . 997
  • 4. Overeenstemming met dwingende overheidsvoorschriften ... 998
  • 5. Ontwikkelingsrisico ................................. 999
  • 6. Onderdelenexceptie ................................ 1002
  • Hoofdstuk 5. Exoneratie of beperking aansprakelijkheid ........ 1003
  • Hoofdstuk 6. Verjarings- en vervaltermijnen ................... 1007
  • 1. Waarborgtermijn: vervaltermijn van tien jaar ............. 1007
  • 2. Verjaring ......................................... 1010
  • 3. Rechten uit andere (buiten)contractuele
  • aansprakelijkheidsregimes (art. 13 WAP) ................ 1012
  • 4. Bevoegde rechter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1013
  • DEEL 11. JURIDISCHE KWALITEIT VAN DE LEVERING:
  • VRIJWARING VOOR UITWINNING BIJ KOOP .............. 1015
  • Hoofdstuk 1. Inleiding ..................................... 1017
  • Hoofdstuk 2. Vrijwaring voor eigen daad. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1019
  • 1. Notie ............................................ 1019
  • Principe ....................................... 1019
  • Verbintenis om iets niet te doen .................... 1020
  • Ondeelbare verbintenis ........................... 1020
  • Eeuwigdurende exceptie .......................... 1022
  • Kwalitatief recht ................................ 1023
  • 2. Feiten die aanleiding geven tot vrijwaring voor uitwinning
voor eigen daad .................................... 1024
  • Feitelijke stoornis ............................... 1024
  • Niet-concurrentieverplichting bij de overdracht van
een handelszaak (asset purchase agreement) ........ 1025
  • Impliciete niet-concurrentieverplichting ......... 1025
  • Conventionele uitbreiding van de impliciete nietconcurrentieverplichting ...................... 1037
  • Conventionele beperking van de impliciete nietconcurrentieverplichting ...................... 1040
  • Niet-concurrentieverplichting bij verkoop van
aandelen (SPA – sale purchase agreement) ......... 1041
  • Verbod tot exploitatie van een overgedragen octrooi
of tot tweede publicatie van een werk waarvan de auteursrechten reeds overgedragen zijn ............ 1050 Inhoudstafel XXXVI Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • Excessieve burenhinder door verkoper (die
aanpalend perceel behoudt) ..................... 1051
  • Uitlokken van handelingen die het rustig bezit
verstoren .................................... 1051
  • Rechtsstoornis .................................. 1052
  • Principe ..................................... 1052
  • Uitwinning moet actueel zijn .................... 1053
  • Toepassingen ................................. 1053
  • Uitzondering op de regel qui doit garantir ne peut
  • évincer ...................................... 1056
  1. Tegenover wie geldt de vrijwaringsverplichting? ....... 1057
  2. Personen die gehouden zijn door de
  • vrijwaringsverplichting voor eigen daad. . . . . . . . . . . . . . 1058
  • Verboden beding van niet-vrijwaring voor eigen daad ... 1061
  • Sanctionering van de verplichting van de vrijwaring
voor eigen daad ................................. 1062
  • Hoofdstuk 3. Vrijwaring voor daden van derden ............... 1065
  • 1. Notie ............................................ 1065
  1. Positieve verplichting ............................ 1065
  2. Ondeelbare verbintenis ........................... 1065
  • 2. Feiten die aanleiding geven tot vrijwaring voor daden
  • van derden ........................................ 1067
  1. Rechtsstoornissen ............................... 1067
  2. Principe ..................................... 1067
  3. Ratio legis ................................... 1068
  4. Toepassingen van het onderscheid rechtsstoornisfeitelijke stoornis .............................. 1069
  5. Actueel karakter van de rechtsstoornis ............... 1073
  6. Rechtsstoornis moet haar oorzaak vinden voor de koop . 1079
  7. Principe ..................................... 1079
  8. Feiten die niet toerekenbaar zijn aan de verkoper:
  • overmacht ................................... 1081
  • Foutief gedrag van de koper ..................... 1084
  • Graad van uitwinning ............................ 1086
  • Ernstig karakter van de rechtsstoornis ............... 1088
  • Goede trouw van de verkrijger? .................... 1088
  • Specifiek regime van vrijwaring m.b.t. lijdende occulte
  • erfdienstbaarheden .............................. 1091
  • 3. Tegenover wie geldt de vrijwaringsverplichting? .......... 1101
  • 4. Personen die gehouden zijn door de vrijwaringsverplichting
  • voor daad van derden ............................... 1102
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXXVII
  • Hoofdstuk 4. Werking van de wettelijke vrijwaring ............. 1103
  • 1. Tussenkomende vrijwaringsplicht ..................... 1103
  1. Notie ......................................... 1103
  2. Hoe en wanneer kan de tussenkomende
  • vrijwaringsverplichting worden bewerkstelligd? ....... 1104
  1. Voordelen van het beroep op de tussenkomende
  • vrijwaringsverplichting ........................... 1105
  • 2. Hoofdzakelijke vrijwaringsverplichting ................. 1106
  1. Notie ......................................... 1106
  2. Andere wijzen van tenietgaan van het recht op
  • vrijwaring ..................................... 1108
  1. Verjaring .................................... 1108
  2. Afstand ..................................... 1109
  • Hoofdstuk 5. Gevolgen van de uitwinning ..................... 1111
  • 1. Volledige uitwinning ................................ 1111
  1. Teruggave van de prijs ........................... 1111
  2. Principe ..................................... 1111
  3. Juridische grondslag van de teruggaveverplichting
  • van de prijs .................................. 1113
  1. Correctie van de prijs bij waardevermeerdering of
  • waardevermindering van de uitgewonnen verkochte
  • zaak ........................................ 1113
  • Teruggave van de vruchten ........................ 1118
  • Algemeen ................................... 1118
  • Vruchten van het met hypotheek bezwaarde goed .... 1120
  • Proceskosten (art. 1630, 3° oud BW) ................ 1120
  • Schadevergoeding en de wettig gemaakte kosten van
  • het contract (art. 1630, 4° oud BW) ................. 1121
  • Terugbetaling van herstellingen en nuttige
  • verbeteringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1122
  • Notie herstellingen ............................ 1123
  • Notie nuttige verbeteringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1123
  • Onderscheid verbeteringen en werken en
  • beplantingen bedoeld door artikel 3:54, § 4 BW ..... 1123
  • Rechten van de uitgewonnen koper ............... 1124
  • Rechten van de uitgewonnen koper t.o.v. de
  • verkoper .................................. 1124
  • Rechten van de uitgewonnen koper t.o.v. de
  • uitwinner ................................. 1125
  • Interesten op de prijs ............................. 1125
  • Inhoudstafel
  • XXXVIII Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • 2. Gedeeltelijke uitwinning ............................. 1125
  • Notie ......................................... 1125
  • Keuzerecht bij gedeeltelijke uitwinning .............. 1126
  • Ontbinding van de koopovereenkomst ............... 1126
  • Voorwaarden voor de ontbinding ................. 1126
  • Gevolgen van de ontbinding ..................... 1128
  • Schadevergoeding ............................... 1129
  • Terugbetaling van de geschatte waarde ten tijde
  • van de uitwinning ............................. 1129
  • Andere schadeposten voorzien in artikel 1630 oud BW .. 1130
  • Hoofdstuk 6. Conventionele clausules met betrekking tot de
  • vrijwaring ............................................... 1131
  • 1. Clausules die de wettelijke vrijwaringsverplichting
  • uitbreiden ........................................ 1131
  • Principe ....................................... 1131
  • Uitdrukkelijk, specifiek, duidelijk en ondubbelzinnig
  • karakter van de clausule .......................... 1131
  • Uitbreiding van de omvang van de wettelijke
  • vrijwaringsverplichting ........................... 1133
  • Uitbreiding van de gevolgen van de wettelijke
  • vrijwaringsverplichting ........................... 1133
  • Beding dat het goed wordt verkocht “voor vrij en onbelast
  • van alle bevoorrechte en hypothecaire schulden en lasten” ... 1134
  • Beding dat het goed wordt verkocht “vrij en zuiver
  • van alle voorrechten en hypotheken” ................ 1141
  • 2. Clausules die de wettelijke vrijwaringsverplichting
  • beperken ......................................... 1142
  • Geldigheidsvereisten voor clausules die de wettelijke
  • vrijwaringsverplichting conventioneel beperken ....... 1142
  • Restrictieve interpretatie algemene (niet-)
  • vrijwaringsclausules ........................... 1142
  • Feiten voorafgaand aan het sluiten van de
  • koopovereenkomst .......................... 1143
  • Feiten na het sluiten van de koopovereenkomst .... 1144
  • Gedeeltelijke niet-vrijwaringsclausules ............ 1145
  • Draagwijdte van de clausules die de wettelijke
  • vrijwaringsverplichting beperken ................... 1147
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XXXIX
  • DEEL 12. VERPLICHTINGEN VAN DE KOPER .............. 1151
  • Hoofdstuk 1. Verplichting tot inontvangstneming ............... 1153
  • 1. Aard en wijze van uitvoering van de verplichting tot
  • inontvangstneming ................................. 1153
  1. Principe ....................................... 1153
  2. Notie ....................................... 1153
  3. Invulling volgens de aard van de goederen .......... 1154
  4. Onlichamelijke goederen ..................... 1154
  5. Onroerende goederen ........................ 1154
  6. Lichamelijke roerende goederen ............... 1155
  7. Modaliteiten verplichting tot afhaling ............... 1155
  8. Tijdstip ..................................... 1155
  9. Plaats ....................................... 1157
  10. Kosten ...................................... 1157
  • 2. Sanctionering van de verplichting tot inontvangstneming
  • door de koper ..................................... 1158
  1. Keuzerecht van de verkoper tussen gedwongen
  • uitvoering en (buiten)gerechtelijke ontbinding
  • (op voorwaarde van eventuele schadeloosstelling) ...... 1158
  1. Ontbinding van rechtswege op grond van de wet (bij
  • verkoop van roerende goederen) .................... 1159
  1. Ontbinding van rechtswege ...................... 1159
  2. Ratio legis ................................... 1160
  3. Toepassingsgebied ............................ 1161
  4. Gevolgen van de ontbinding van rechtswege ........ 1165
  5. Bewaringsverplichting van de verkoper ............ 1166
  • Hoofdstuk 2. Betaling van de koopprijs ....................... 1169
  • 1. Verbintenissenrechtelijke analyse van de betaling van de
  • koopprijs ......................................... 1169
  • Eenzijdige mededelingsplichtige rechtshandeling ...... 1169
  • Bewijs van betaling .............................. 1171
  • Vermelding van de oorsprong van de gelden
  • (waarmee betaald wordt) .......................... 1173
  • Verbintenis tot betaling kan niet een voorwaarde van de
  • koopovereenkomst uitmaken ...................... 1174
  • 2. Munteenheid ...................................... 1175
  1. Belgisch gemeen kooprecht ....................... 1175
  2. Verbintenismunt .............................. 1175
  3. Betaalmunt .................................. 1176
  4. Weens Koopverdrag ............................. 1178
  • Inhoudstafel
  • XL Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • 3. Chartaal geld, giraal geld ............................ 1180
  1. Belgisch gemeen kooprecht ....................... 1180
  2. Is er recht op betaling in chartaal, giraal of
  • elektronisch geld? ............................. 1180
  1. Verplichting (aanvaarding) betaling giraal geld ...... 1181
  2. KB nr. 56 10 november 1967 tot bevordering van
  • het gebruik van giraal geld .................... 1181
  1. Antiwitwasgeving ........................... 1182
  2. Tijdstip van betaling ........................... 1182
  3. Weens Koopverdrag ............................. 1183
  • 4. Plaats van betaling ................................. 1184
  1. Belang van de plaats van betaling ................... 1184
  2. Criterium ter bepaling (intern) territoriaal bevoegde
  • rechter bij afwezigheid geldig bevoegdheidsbeding ... 1185
  1. Criterium ter bepaling (internationale) rechtsmacht
  • rechter bij afwezigheid (geldig) forumbeding ....... 1185
  1. Indicie ter bepaling niet uitdrukkelijk gekozen
  • betaalmunt ................................... 1188
  1. Risico en kosten van betaling .................... 1188
  2. Belgisch gemeen kooprecht ....................... 1188
  3. Weens Koopverdrag ............................. 1191
  • 5. Tijdstip van betaling ................................ 1193
  1. Belgisch gemeen kooprecht ....................... 1193
  2. Keuzevrijheid ................................ 1193
  3. Aanvullende termijn ........................... 1194
  4. Koopovereenkomsten tussen ondernemingen en
  • tussen ondernemingen en de overheid ........... 1194
  1. Koopovereenkomsten tussen consumenten of
  • ondernemingen en consumenten ............... 1195
  1. Conventionele bepaling tijdstip van betaling ........ 1197
  2. Verkoop met contante betaling ................. 1197
  3. Verkoop op termijn .......................... 1198
  4. Prijs betaalbaar volgens de wil van de koper ...... 1199
  5. Geval van gespreide leveringen ................ 1201
  6. Voorschot ................................. 1202
  7. Gerechtelijk uitstel van betaling .................. 1202
  8. Principe .................................. 1202
  9. Toepassingsvoorwaarden ..................... 1203
  10. Weens Koopverdrag ............................. 1205
  • 6. Partijen bij de betalingsverplichting .................... 1209
  1. Solvens (koper) ................................. 1209
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XLI
  1. Wie kan de koopprijs betalen? ................... 1209
  2. Koper (zelf, uitvoeringsagent of
  • vertegenwoordiger) ......................... 1209
  1. Derde .................................... 1209
  2. Bekwaamheid van de solvens .................... 1210
  3. Accipiens (verkoper) ............................. 1211
  4. Wie kan de koopprijs ontvangen? ................. 1211
  5. Principe .................................. 1211
  6. Wettelijke uitzonderingsgevallen waar geldig aan
  • een derde kan betaald worden ................. 1212
  1. Wettelijke uitzonderingsgevallen waar niet aan de
  • verkoper (zijn (algemene) rechtsopvolger of hun
  • lasthebber) mag betaald worden ................ 1214
  1. Bekwaamheid om de koopprijs te ontvangen ........ 1215
  • 7. Gevolgen van betaling: probleem van de toerekening ...... 1215
  • 8. Voorwerp van de betaling ............................ 1217
  1. Conventioneel bedongen (volledige) koopprijs ........ 1217
  2. Interesten ...................................... 1218
  3. Conventionele interest .......................... 1218
  4. Belgisch gemeen kooprecht ................... 1218
  5. Weens Koopverdrag ......................... 1220
  6. Verkochte en geleverde zaak levert vruchten of
  • andere inkomsten op ........................... 1221
  1. Nalatigheidsinteresten .......................... 1223
  2. Belgisch gemeen kooprecht ................... 1223
  3. Weens Koopverdrag ......................... 1225
  4. Kosten ........................................ 1228
  5. Algemeen ................................... 1228
  6. Kosten die vallen onder het toepassingsgebied van
  • artikel 1593 oud BW (kosten van de akten) ......... 1229
  1. Notariskosten (en de erop verschuldigde btw) ..... 1229
  2. Extra kosten van de akte ...................... 1231
  3. Kosten opvragen bodemattest ................. 1231
  4. Elementen die niet als extra kosten kunnen worden
  • gekwalificeerd ................................ 1233
  1. Kosten voor hypothecaire zuivering ............. 1233
  2. Kosten voorafgaand aan de verkoop met het oog
  • op de verkoop .............................. 1234
  • Kosten inzake opmeting van een onroerend goed .. 1235
  • Kosten veroorzaakt door een van de fouten van de
  • contractanten .............................. 1236
  • Inhoudstafel
  • XLII Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  1. Kosten informatieverstrekking syndicus aan notaris
  • bij verkoop van een appartement ................. 1237
  1. Belastingen .................................. 1240
  2. Registratierechten ........................... 1240
  3. Belastingen met betrekking tot het onroerend goed . 1241
  4. Btw ...................................... 1241
  5. Aanvullend karakter van artikel 1593 oud BW. . . . . . . 1242
  6. Principe .................................. 1242
  7. Conventionele afwijking: ‘acte en main’ ......... 1243
  8. Artikel 1593 BW regelt enkel de verhouding
  • tussen partijen en niet t.o.v. derden ............. 1245
  • 9. Rechtsmiddelen voor de verkoper bij niet-betaling ........ 1246
  • Clausules die de eigendomsoverdracht koppelen aan
  • de voorafgaande betaling ......................... 1246
  • Voorrecht ...................................... 1247
  • Algemeen ................................... 1247
  • Voorrecht bij verkoop van onroerend goederen
  • (art. 27, 1° Hyp.W.) ............................ 1248
  1. Draagwijdte en toepassingsvoorwaarden ......... 1248
  2. Rang van het voorrecht ....................... 1251
  3. Ontslag van ambtshalve inschrijving ............ 1251
  4. Voorrecht bij verkoop van roerende goederen
  • (art. 20, 5° Hyp.W.) ............................ 1255
  1. Waarop slaat het voorrecht .................... 1255
  2. Wat is bevoorrecht .......................... 1255
  3. Uitoefeningsvoorwaarden voorrecht ............ 1255
  4. Tegenwerpelijkheid voorrecht bij faillissement .... 1256
  5. Rangorde van het voorrecht ................... 1257
  6. Oneigenlijke revindicatie ......................... 1257
  7. Keuzerecht van de koper tussen gedwongen uitvoering
  • (in natura) en gerechtelijke ontbinding (mits eventuele
  • schadeloosstelling) .............................. 1259
  1. Voorafgaande ingebrekestelling .................... 1264
  2. Gerechtelijke ontbinding op basis artikel 5.90 BW
  • (art. 1184 oud BW)/1654 oud BW ................ 1264
  1. Ontbinding door uitoefening ontbindend beding ..... 1265
  2. Ontbinding vereiste van rechterlijke uitspraak ......... 1268
  3. Gerechtelijke ontbinding: vereist tenzij opname
  • ontbinding beding of buitengerechtelijke ontbinding
  • op kennisgeving .............................. 1268
  • Inhoudstafel
  • Wolters Kluwer – Gevolgen van de koop XLIII
  1. Beperkingen op de opname van ontbindend beding
  • en uitsluiting buitengerechtelijke ontbinding ........ 1268
  • Noodzaak opname ontbindend beding voor nietbetaling bij een verkoop op lijfrente ............... 1270
  • Eenzijdige buitengerechtelijke ontbinding .......... 1272
  • Uitstelbevoegdheid ............................ 1275
  • Beperkingen op het recht op ontbinding t.o.v. derden ... 1277
  • Verkoop van onroerende goederen: recht op
  • ontbinding wegens niet-betaling koopprijs
  • veronderstelt bij samenloop bestaan voorrecht .... 1277
  • Verkoop van roerende goederen: verval van recht
  • op ontbinding tegenwerpelijk aan derden bij
  • verval van oneigenlijk revindicatierecht. . . . . . . . . . 1279
  1. Uitvoering in natura ............................. 1280
  • 10. Verweermiddelen van de koper naar gemeen recht:
  • overmacht ........................................ 1282
  • Hoofdstuk 3. Koop op lijfrente .............................. 1285
  • 1. Situering van de koop op lijfrente t.o.v. kostcontracten
  • eeuwigdurende rente ................................ 1286
  • Definitie ...................................... 1286
  • Lijfrente ontstaat niet enkel op grond van een
  • overeenkomst .................................. 1286
  • Lijfrente versus kostcontract: een rente bestaande uit
  • een som geld ................................... 1287
  • Lijfrente versus eeuwigdurende rente ................ 1288
  • 2. Aleatoir karakter van de lijfrenteovereenkomst onder
  • bezwarende titel ................................... 1289
  • Onevenwicht veroorzaakt door het nakend overlijden
  • van de lijfrentegenieter ........................... 1290
  • Objectieve en subjectieve onzekerheid ............. 1291
  • Artikel 1974 oud BW .......................... 1292
  • Artikel 1975 oud BW .......................... 1293
  • Hoe moet de termijn van 20 dagen berekend worden? .. 1294
  • Wat moet men verstaan onder het begrip ‘ziekte’? ... 1295
  • Lijfrente op twee of meer hoofden gevestigd ...... 1296
  • Afwezigheid van alea buiten de hypothese van
  • artikel 1974-1975 oud BW ...................... 1297
  • Onevenwicht veroorzaakt door het ontoereikend
  • karakter van de rente ............................. 1300
  • Nietigheid wegens niet-ernstig karakter van de rente ... 1300
  • Inhoudstafel
  • XLIV Gevolgen van de koop – Wolters Kluwer
  • Herkwalificatie ............................... 1302
  • Benadeling voor meer dan 7/12 bij de verkoop op lijfrente
  • van een onroerend goed of gekwalificeerde benadeling ... 1302
  • Onevenwicht veroorzaakt door het tijdelijk karakter van
  • de lijfrente ..................................... 1306
  • Lijfrente aan erfgenaam, legatarissen of tussenpersonen
  • van erfgenamen of legatarissen ..................... 1306
  • 3. Ontbinding van de verkoop op lijfrente (bij niet-betaling) ... 1309
  • Contract van lijfrente bevat een ontbindend beding ..... 1309
  • Geldigheid van het ontbindend beding in een verkoop
  • op lijfrente ................................... 1309
  • Werking van een ontbindend beding ............... 1310
  • Contract van verkoop op lijfrente bevat geen ontbindend
  • beding ........................................ 1312
  • Ontbinding wegens niet-verstrekking of vermindering
  • verleende zekerheden .......................... 1312
  • Geen stilzwijgende ontbinding wegens niet-betaling
  • rentetermijnen ................................ 1313
  • Principe en ratio legis ........................ 1313
  • Beperkt karakter van de uitzondering van het recht
  • stilzwijgende ontbinding te vorderen ............ 1314
  • Werking van de ontbinding ........................ 1316
  • Ex tunc of ex nunc? ............................ 1317
  • Schadebedingen bij ontbinding ................... 1319
  • Vereiste dat de ontbinding te goeder trouw wordt
  • ingeroepen ................................... 1320
  • Overgang van het recht om de ontbinding te vorderen
  • op de erfgenamen van de lijfrentegenieter ............ 1320
  • 4. Andere gronden tot beëindiging van het contract van lijfrente ... 1321
  • Afkoop van de rente ............................. 1321
  • Dood ......................................... 1322
  • Overlijden van de lijfrentegenieter op wiens hoofd
  • de lijfrente is gevestigd ......................... 1322
  • Lijfrente gevestigd op het hoofd van een derde die er
  • al dan niet de begunstigde van is ................. 1323
  • Lijfrente gevestigd op het hoofd van de renteplichtige .. 1323
  • Verjaring ...................................... 1323
  • Verval van voorwerp ............................. 1324
  • Trefwoordenregister ....................................... 1325
 

Paginanummer

Nieuwe zoekopdracht

Generic filters
Uitleenbaar
Ja
Nee
Jaartal
Filter by Type
Monografie
Reeks
Tijdschrift