Inhoudstabel:

  • VOORWOORD (Joke BAECK, Ignace CLAEYS en Annelies WYLLEMAN).................................................. VII HET AANKOMENDE NIEUWE VERBINTENISSENRECHT (Ignace CLAEYS en Estelle LANGENAEKEN)................................ 1 Afdeling 1. Structuur en opbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Afdeling 2. Inspiratiebronnen en doelstellingen ...................... 9 Afdeling 3. Belangrijkste wijzigingen in de twee wetsvoorstellen ........ 12 Afdeling 4. Suppletief recht, dwingend recht of openbare orde? .......... 26 Afdeling 5. Werking in de tijd ................................... 32 BELANGWEKKENDE NIEUWIGHEDEN IN HET HERVORMDE GOEDERENRECHT EN HUN WERKING IN DE TIJD (Annelies WYLLEMAN) .................................................... 39 Afdeling 1. Inleiding ............................................. 41 Afdeling 2. Een samenspel van wilsgebondenheid en wilsautonomie ...... 42 Afdeling 3. Enkele dwingende bepalingen van het nieuwe goederenrecht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44 § 1. De definities ........................................... 44 A. De zakelijke rechten ................................. 44 B. Andere definities in Boek 3 ............................ 49 § 2. De duur van de zakelijke rechten ........................... 50 A. De duur van het eigendomsrecht ........................ 50 B. De duur van mede-eigendom .......................... 52 C. De duur van erfdienstbaarheden ....................... 54 D. De duur van het erfpachtrecht, het opstalrecht en het vruchtgebruik ....................................... 56 Afdeling 4. Enkele nieuwigheden in het suppletief goederenrecht ........ 60 § 1. Vruchtgebruik en huur ................................... 60 § 2. Vruchtgebruik en herstellingswerken ........................ 62 § 3. De vergoedingsregeling bij het einde van het opstalrecht en het erfpachtrecht ........................................... 64 § 4. De bestaande constructies bij de vestiging van het opstalrecht ..... 65 § 5. De wettelijke verankering van het accessoir opstalrecht .......... 66 Afdeling 5. Besluit ............................................ 67 UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE X Hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht – Wolters Kluwer DE TOTSTANDKOMING VAN EEN OVEREENKOMST. HUIDIG EN NIEUW RECHT VAN NADERBIJ BEKEKEN (Britt WEYTS) .......... 69 Afdeling 1. Inleiding ............................................. 71 Afdeling 2. Contractsvrijheid als het uitgangspunt .................... 73 § 1. Principe van de contractsvrijheid en de daarin vervatte onderhandelingsvrijheid .................................. 73 § 2. Het recht om niet te contracteren ........................... 77 Afdeling 3. Informatieplichten in de precontractuele fase ............... 79 Afdeling 4. Algemene voorwaarden ............................... 82 § 1. Principes ............................................. 82 § 2. Kennis en aanvaarding ................................... 83 § 3. Tegenstrijdige algemene voorwaarden ....................... 85 Afdeling 5. Aanbod en aanvaarding ............................... 86 § 1. Totstandkoming overeenkomst ............................. 86 § 2. Aanbod ............................................... 86 § 3. Aanvaarding ........................................... 88 Afdeling 6. De geldigheidsvereisten voor de totstandkoming van de overeenkomst ................................................ 89 § 1. Krachtlijnen ........................................... 89 § 2. Toestemming .......................................... 89 § 3. Voorwerp ............................................. 90 § 4. Oorzaak .............................................. 91 Afdeling 7. Documenten in de precontractuele fase ................... 92 § 1. Het moduleren van de precontractuele fase .................... 92 § 2. Intentieverklaringen ..................................... 94 § 3. Voorcontracten ......................................... 95 Afdeling 8. Besluit ............................................ 97 ONTSTAAN VAN ZAKELIJKE RECHTEN (Joke BAECK)............. 99 Afdeling 1. Gesloten stelsel van zakelijke rechten .................... 101 Afdeling 2. Voorwerp van zakelijke rechten ......................... 102 § 1. Goederen ............................................. 102 § 2. Specialiteitsbeginsel ..................................... 105 § 3. Eenheidsbeginsel ....................................... 106 § 4. Openbare domeingoederen? ............................... 109 Afdeling 3. Verkrijgingswijzen van zakelijke rechten .................. 110 § 1. Afgeleide verkrijgingswijzen .............................. 110 UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE Wolters Kluwer – Hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht XI § 2. Oorspronkelijke verkrijgingswijzen ......................... 112 A. Verkrijgende verjaring ................................ 112 1. Begrip .......................................... 112 2. Vaststelling van de verkrijgende verjaring ............... 113 3. Terugwerkende kracht .............................. 114 4. Duurtijd voor verkrijgende verjaring ................... 115 5. Bijzonderheden ................................... 117 6. Overgangsrecht ................................... 118 B. Verwerking ......................................... 119 Afdeling 4. Tegenstelbaarheid aan derden – onroerende publiciteit ....... 121 § 1. Onroerende publiciteit – voorwerp van de overschrijving ......... 121 § 2. Onroerende publiciteit – gevolgen van de (niet-)overschrijving .... 125 Afdeling 5. Conclusie ......................................... 128 HET WETSVOORSTEL VERBINTENISSEN EN DE TEKORTKOMING AAN EEN VERBINTENIS (Michaël DE POTTER DE TEN BROECK) ................................................ 129 Afdeling 1. Ingebrekestelling .................................... 132 § 1. Geen ingebrekestelling bij de exceptie van niet-uitvoering ........ 133 § 2. De draagwijdte van een ingebrekestelling ..................... 134 § 3. Ingebrekestelling ad futurum .............................. 134 Afdeling 2. Het recht op uitvoering in natura van de verbintenis ......... 134 § 1. Verbod op lijfsdwang .................................... 135 § 2. De gerechtelijke vervanging van de schuldenaar ................ 136 § 3. Bedongen vervanging van de contractuele schuldenaar ........... 137 § 4. Niet bedongen buitengerechtelijke vervanging van de contractuele schuldenaar ........................................... 137 Afdeling 3. Het recht op herstel van de schade ....................... 140 § 1. Voorzienbaarheid van de oorzaak van de schade ................ 141 § 2. Herstel in natura ........................................ 142 Afdeling 4. Het recht om de uitvoering van de eigen verbintenis op te schorten (enac) ............................................... 144 § 1. De bewijslastverdeling ................................... 144 § 2. De exceptio timoris ...................................... 147 § 3. Kennisgevingsvereiste ................................... 148 Afdeling 5. Het recht op ontbinding van het contract .................. 149 § 1. Ontbinding bij anticipatory breach .......................... 151 § 2. Ontbindend beding ...................................... 154 § 3. De buitengerechtelijke ontbinding op eenzijdige verklaring ....... 155 § 4. Sanctie bij onregelmatige of abusieve buitengerechtelijke ontbinding ............................................ 158 § 5. Gevolgen van de ontbinding ............................... 159 UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE XII Hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht – Wolters Kluwer Afdeling 6. Het recht op prijsvermindering ......................... 161 Afdeling 7. De overmachtsleer ................................... 165 § 1. Omschrijving .......................................... 166 § 2. Kennisgevingsvereiste ................................... 171 § 3. Rechtsgevolgen ........................................ 172 Afdeling 8. Verandering van omstandigheden ........................ 177 § 1. Omschrijving en het onderscheid met de overmachtsleer ......... 179 § 2. De heronderhandeling ................................... 182 § 3. De rechterlijke tussenkomst ............................... 184 Afdeling 9. Besluit ............................................ 185 RECHTEN EN PLICHTEN VAN PARTIJEN BIJ ZAKELIJKE GEBRUIKSRECHTEN: EEN VERGELIJKEND OVERZICHT (Ghijsbrecht DEGEEST en Dorothy GRUYAERT) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189 Afdeling 1. Uitgangspunt: contractualisering van het goederenrecht ....... 191 Afdeling 2. Rechten van partijen ................................. 191 § 1. Rechten van de vruchtgebruiker, erfpachter en opstalhouder ....... 191 A. Rechten ten aanzien van het beperkt zakelijk recht .......... 192 B. Rechten ten aanzien van het voorwerp van het zakelijk gebruiksrecht ....................................... 195 1. Beschikking over het bezwaarde goed .................. 195 a. Beschikkingsbevoegdheid binnen de grenzen van zijn recht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195 b. Beschikkingsbevoegdheid buiten de grenzen van zijn recht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199 2. Gebruik en genot van het bezwaarde goed ............... 201 a. Het erfpachtrecht verleent wezenlijk een vol gebruiksen genotsrecht ................................. 202 b. Het zelfstandig opstalrecht verleent wezenlijk een eigendomsrecht op bouwwerken en/of beplantingen .... 204 c. Het recht van vruchtgebruik verleent wezenlijk een gebruiks- en genotsrecht ......................... 208 § 2. Rechten van de blote eigenaar ............................. 212 Afdeling 3. Verplichtingen van partijen ............................ 215 § 1. Verplichtingen van de vruchtgebruiker, erfpachter en opstalhouder ........................................... 215 § 2. Verplichtingen van de blote eigenaar ......................... 222 Afdeling 4. Besluit ............................................ 226 UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE Wolters Kluwer – Hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht XIII BEËINDIGING VAN CONTRACTEN – HUIDIG VERSUS TOEKOMSTIG NIEUW VERBINTENISSENRECHT (Thijs TANGHE)... 229 Afdeling 1. Inleiding ............................................. 231 § 1. Vooraf: nieuw BW en het aankomende nieuwe verbintenissenrecht . 231 § 2. Opzet en overzicht van deze bijdrage ........................ 231 § 3. Restitutie na de beëindiging van contractuele verbintenissen ...... 232 Afdeling 2. Nietigverklaring .................................... 233 § 1. Buitengerechtelijke nietigverklaring via kennisgeving? .......... 233 A. Huidig recht: nietigverklaring moet door de rechter worden uitgesproken ....................................... 233 B. Nieuw recht: buitengerechtelijke nietigverklaring en onwerkzaamheid van een onterechte buitengerechtelijke nietigverklaring ..................................... 234 § 2. Verjaring van de rechtsvordering tot nietigverklaring ............ 236 A. Huidig recht: tienjarige verjaringstermijn ................ 236 B. Nieuw recht: dubbele verjaringstermijn van vijf en twintig jaar .............................................. 238 § 3. Flexibilisering van de nietigheidssanctie ...................... 240 A. Huidig recht: nietigheidssanctie vereist maatwerk .......... 240 B. Nieuw recht: verdere indamming van de nietigheidssanctie ... 241 C. Kritische bedenking inzake de steeds toenemende indamming van de nietigheidssanctie ............................. 242 § 4. Weigering van restitutie na nietigverklaring ................... 244 A. Huidig recht: weigering van restitutie op grond van in pari causa en fraus omnia corrumpit ........................ 244 B. Nieuw recht: weigering restitutie wegens een opzettelijke inbreuk op de openbare orde ........................... 245 Afdeling 3. Verval (“caducité”) .................................. 246 § 1. Verval wegens het verdwijnen van het voorwerp ................ 247 A. Huidig recht: aanvaarding in de rechtspraak van het verval wegens het verdwijnen van het voorwerp ................. 247 B. Nieuw recht: wettelijke regeling van het verval wegens het verdwijnen van het voorwerp .......................... 248 § 2. Impact van het verval van een verbintenis op de overeenkomst? .... 248 A. Huidig recht: doorwerking via de kenmerkende verbintenis dan wel het ondeelbaarheidscriterium ................... 248 B. Nieuw recht: doorwerking via de gemeenrechtelijke gronden van tenietgaan van het contract ........................ 249 UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE XIV Hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht – Wolters Kluwer Afdeling 4. Ontbinding wegens wanprestatie ........................ 250 § 1. Buitengerechtelijke ontbinding ............................. 250 A. Huidig recht: erkenning in de rechtspraak van de buitengerechtelijke ontbinding ......................... 250 B. Nieuw recht: wettelijke grondslag voor de buitengerechtelijke ontbinding ......................................... 252 § 2. Rechterlijke controle a posteriori en onwerkzaamheid van een buitengerechtelijke ontbinding ............................. 253 A. Huidig en nieuw recht ................................ 253 B. Kort geding in urgente gevallen ........................ 254 § 3. Gedeeltelijke ontbinding van een overeenkomst ................ 255 A. Huidig recht: twijfelachtig statuut van de gedeeltelijke ontbinding ......................................... 255 B. Nieuw recht: wettelijke grondslag voor de gedeeltelijke ontbinding ......................................... 257 § 4. Ontbinding bij een anticipatory breach? ...................... 259 A. Huidig recht: in principe geen ontbinding bij een anticipatory breach ............................................ 259 B. Nieuw recht: ontbinding wegens anticipatory breach ........ 260 Afdeling 5. Beëindiging ingevolge gewijzigde omstandigheden: overmacht en imprevisie ................................................. 260 § 1. Beëindiging wegens overmacht ............................ 261 A. Huidig recht ........................................ 261 B. Nieuw recht ........................................ 263 § 2. Beëindiging wegens imprevisie ............................ 264 A. Huidig recht: geen algemene erkenning van de imprevisieleer ...................................... 264 B. Nieuw recht: invoering van de imprevisieleer .............. 266 Afdeling 6. Opzegging ......................................... 268 § 1. Eenzijdige opzegbaarheid van overeenkomsten van onbepaalde duur ................................................. 268 A. Huidig recht: algemeen rechtsbeginsel ................... 268 B. Nieuw recht: wettelijke grondslag ....................... 269 § 2. Onwerkzaamheid van de onregelmatige of abusieve opzegging en tussenkomst van de kortgedingrechter ........................ 269 A. Huidig recht: onwerkzaamheid van een opzegging en tussenkomst van de kortgedingrechter ................... 269 B. Nieuw recht: wettelijke grondslag voor de onwerkzaamheid van de onregelmatige of abusieve opzegging van een contract van bepaalde duur ............................ 271 UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE Wolters Kluwer – Hervorming van het verbintenissen- en goederenrecht XV Afdeling 7. Ontbindende voorwaarde .............................. 272 § 1. Stilzwijgende ontbindende voorwaarde ....................... 273 A. Huidig recht: uitdrukkelijk of stilzwijgend ................ 273 B. Nieuw recht: uitdrukkelijk of stilzwijgend, met ‘voorbeelden’ van een stilzwijgende ontbindende voorwaarde ............ 273 § 2. Terugwerkende kracht? ................................... 274 A. Huidig recht: in principe terugwerkende kracht ............ 274 B. Nieuw recht: geen terugwerkende kracht ................. 275 TENIETGAAN VAN ZAKELIJKE RECHTEN (Charlotte WILLEMOT) ... 277 Afdeling 1. Algemene inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279 Afdeling 2. Wijzen van tenietgaan – twee grote categorieën ............. 280 Afdeling 3. Negen wijzen van tenietgaan van zakelijke rechten .......... 282 § 1. De algemene wijzen van tenietgaan ......................... 282 § 2. De bijzondere wijzen van tenietgaan ......................... 287 Afdeling 4. Enkele bijzondere toepassingsgevallen ................... 289 § 1. Vrijwillige mede-eigendom ............................... 289 § 2. Vruchtgebruik .......................................... 292 § 3. Erfpacht .............................................. 296 § 4. Opstal ................................................ 298 § 5. Erfdienstbaarheden ...................................... 300 Afdeling 5. Twee bepalingen over de gevolgen van het tenietgaan ........ 302 Afdeling 6. Algemeen besluit .................................... 30

Paginanummer

Nieuwe zoekopdracht

Generic filters
Uitleenbaar
Ja
Nee
Jaartal
Filter by Type
Monografie
Reeks
Tijdschrift