Inhoudstabel:

  • Walter PINTENS
  • Een leven in dienst van het familierecht ......................... V
  • BIBLIOGRAFIE
  • Bibliografie Prof. dr. Patrick Senaeve ........................... 3
  • I. BOEKEN .................................................. 5
  • A. Monografieën ...................................... 5
  • 1. Enig auteur ................................... 5
  • 2. Coauteur ..................................... 6
  • B. Editor van verzamelwerken ............................ 8
  • 1. Enig editor ................................... 8
  • 2. Co-editor ..................................... 9
  • C. Verzamelbundels van rechtspraak en wetgeving .............. 11
  • II. BIJDRAGEN IN VERZAMELWERKEN ......................... 11
  • III. VOORWOORDEN ALS PROMOTOR VAN ONDERZOEKSPROJECTEN ................................. 26
  • IV. TIJDSCHRIFTARTIKELEN .................................. 27
  • A. Substantiële artikelen ................................ 27
  • B. Editorialen en mededelingen ........................... 35
  • V. ANNOTATIES BIJ RECHTSPRAAK ........................... 37
  • A. Korte duidende noten ................................ 37
  • B. Substantiële noten ................................... 38
  • INHOUDSTAFEL XII Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve Gerd VERSCHELDEN
  • De bibliografie van Patrick Senaeve: een bibliotheek ontsloten ...... 45
  • I. INLEIDING ............................................... 47
  • II. OPZET EN METHODIEK ................................... 48
  • III. AARD EN KWANTITEIT VAN DE PUBLICATIES ............... 50
  • A. Boeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
  • 1. Monografieën ................................. 50
  • a) Enig auteur ............................... 50
  • b) Coauteur ................................. 53
  • 2. Editor van verzamelwerken ....................... 54
  • 3. Verzamelbundels van rechtspraak en wetgeving ........ 54
  • B. Bijdragen in verzamelwerken ........................... 55
  • C. Voorwoorden als promotor van onderzoeksprojecten ........... 55
  • D. Tijdschriftartikelen .................................. 57
  • 1. Substantiële artikelen ............................ 57
  • 2. Editorialen en mededelingen ...................... 57
  • E. Annotaties bij rechtspraak ............................. 57
  • F. Samenvatting ...................................... 57
  • IV. VEELZIJDIGHEID ......................................... 60
  • V. PERSOONLIJKE VOORKEUREN ............................. 60
  • A. Voorkeurdomeinen ................................... 60
  • 1. Bijdragen in verzamelwerken ...................... 61
  • 2. Tijdschriftartikelen ............................. 63
  • B. Voorkeurtijdschriften ................................. 66
  • C. Voorkeuruitgeverijen ................................. 68
  • D. Preferentiële coauteurs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
  • VI. BESLUIT .................................................. 72
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XIII PERSONENRECHT Ingrid BOONE Van vadersnaam naar dubbele naam ........................... 75
  • I. INLEIDING ............................................... 77
  • II. KEUZE VAN DE FAMILIENAAM ............................. 77
  • III. ACHTERHAALDE PATRIARCHALE TRADITIE OF PARADEPAARD VAN EEN OVERTROKKEN FEMINISTISCHE RETORIEK? ........................... 79
  • IV. TERUGVALREGEL BIJ ONENIGHEID OF AFWEZIGHEID VAN KEUZE ......................................... 84
  • A. Vadersnaam als default-oplossing ....................... 84
  • B. Vernietiging met voorlopige handhaving van de gevolgen ...... 85
  • C. Dubbele naam in alfabetische volgorde als default-oplossing .... 88
  • V. BESLUIT ............................................ 92
  • Gerard-René DE GROOT Notities over de verwerving van de nationaliteit door afstamming in het Nederlandse nationaliteitsrecht ......................... 95
  • I. TER INLEIDING ...................................... 97
  • II. DE ERKENNING VAN VERRASSEND BUITENLANDS AFSTAMMINGSRECHT ................................... 98
  • III. DE AFSTAMMINGS- EN NATIONALITEITSRECHTELIJKE POSITIE VAN UIT EEN POLYGAAM HUWELIJK GEBOREN KIND ........................................ 104
  • IV. DE ERKENNING VAN KINDEREN DOOR EEN GEHUWDE NEDERLANDSE MAN .......................... 108
  • INHOUDSTAFEL XIV Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve Nicolas DEBRUYNE en Bernard TILLEMAN Over de doden niets dan goeds? Afbeeldingen van overledenen en de rechten van familieleden .................................. 115
  • I. SENSATIONELE BEELDEN VAN DODEN VALLEN IN DE PRIJZEN: IS ER DAN GEEN (JURIDISCH) RESPECT MEER VOOR DE DODEN? ...................................... 117
  • II. NABESTAANDEN ALS HOEDERS VAN DE ONGESCHONDEN NAGEDACHTENIS .................................... 118
  • A. Nabestaanden hebben geen absoluut vetorecht tegen verspreiding van de afbeelding van een overledene . . . . . . . . . . . 118
  • B. Recht op privacy nabestaanden houdt enkel uitzonderlijk een verbod in op afbeelding van overledenen in familiale context .......................................... 120
  • 1. Afbeeldingen overledene genomen in privécontext ..... 120
  • 2. Afbeeldingen overledene genomen in publieke context ... 123
  • C. Belgisch-Frans recht op nagedachtenis versus Duitse postmortale doorwerking persoonlijkheidsrecht overledene ...... 125
  • 1. Familiaal persoonlijkheidsrecht op nagedachtenis ..... 125
  • 2. Persoonlijkheidsrecht overledene wordt in beperkte mate verdergezet en beschermd door gemachtigden of nabestaanden van de overledene ................ 128
  • 3. Bescherming via het portretrecht .................. 130
  • a) Omvang van de bescherming geboden door het portretrecht ........................... 130
  • b) Postmortale uitoefening van het portretrecht ..... 130
  • 4. Strafrechtelijke bescherming nagedachtenis via laster en eerroof ................................... 132
  • D. Commercialisering van het recht op afbeelding van een overledene ........................................ 132
  • III. MAATSCHAPPELIJKE BESCHERMING VAN DE MENSELIJKE WAARDIGHEID ...................................... 135
  • A. De openbare orde en goede zeden beperkt de weergave van lijken ........................................ 136
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XV B. Verbod van grafschennis biedt bescherming vanaf ogenblik opbaring lijk ...................................... 137
  • C. Zelfregulering door de pers vanuit het respect voor de menselijke waardigheid .............................. 139
  • IV. UITLEIDING ......................................... 140
  • FAMILIERECHT Elisabeth ALOFS De interferentie tussen het alimentatierecht en de leefloonregeling: schipperen tussen familiale en maatschappelijke solidariteit ....... 143
  • I. INLEIDING .......................................... 145
  • II. SOCIAALZEKERHEIDSRECHTELIJKE INVALSHOEK ........ 149
  • A. Invloed van onderhoudsrechten op leefloon ................ 149
  • 1. Aanrekening van onderhoudsgelden in bestaansmiddelenonderzoek ...................... 150
  • 2. Verplichting van leefloonaanvrager om onderhoudsplichtigen aan te spreken ............... 151
  • 3. Verhaalsrecht van OCMW in naam en voor rekening van aanvrager ......................... 154
  • 4. Verhaalsrecht van OCMW in eigen naam ........... 154
  • 5. Niet-tegenwerpelijkheid van overeenkomsten over onderhoudsgeld ............................... 158
  • B. Invloed van onderhoudsplichten op leefloon ................ 159
  • III. FAMILIERECHTELIJKE INVALSHOEK .................... 160
  • A. Invloed van leefloon op in RMI-Wet opgesomde onderhoudsplichten ................................. 161
  • B. Invloed van leefloon op niet in RMI-Wet opgesomde onderhoudsplichten ................................. 162
  • IV. EVALUATIE EN CONCLUSIE ............................ 163
  • INHOUDSTAFEL XVI Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve Frederik SWENNEN, Alfons HEYVAERT, Harry WILLEKENS De ‘Antwerpse school’ ....................................... 167
  • Frederik SWENNEN Inleiding ................................................ 169
  • Alfons HEYVAERT De integratie van ‘het belang van het kind’ in ‘het algemeen belang’ ... 175
  • I. HET ALGEMEEN BELANG .............................. 177
  • A. Het abstracte begrip ‘algemeen belang’ .................... 177
  • B. De eerbiediging van het algemeen belang en het vereiste van macht ........................................ 178
  • C. De concretisering van het ‘algemeen belang’ in een kapitalistische sociale formatie .................................... 178
  • II. DE INTEGRATIE VAN ‘HET BELANG VAN HET KIND’ IN ‘HET ALGEMEEN BELANG’ .......................... 182
  • A. Het mensenkind en zijn specifiek belang .................. 182
  • B. De feitelijke inpassing van ‘het belang van het kind’ in ‘ons algemeen belang’ ................................ 183
  • 1. Ideologisering ................................ 184
  • a) Persoonlijke vrijheid ....................... 185
  • b) Gelijkheid ............................... 185
  • c) Democratie .............................. 185
  • d) Particulier eigendomsrecht .................. 185
  • e) Solidariteit ............................... 186
  • f) Vrede ................................... 186
  • 2. Verwerving van de functionele technische kundigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
  • a) De ‘noodzakelijke’ verwerving van technische vaardigheden ............................. 186
  • b) De objectivering van ‘de mens’ in zijn technische specialismen ............................. 187
  • c) De ‘opleiding’ van kinderen in functie van technische vaardigheden .................... 188
  • d) Het ‘belang van het kind’ bij zijn technische opleiding ................................ 190
  • INHOUDSTAFEL
  • Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XVII
  • C. De frustratie van het kind dat door zijn volwassenheid zijn specifiek belang heeft bereikt en dus heeft verloren en naar zijn waarde deelt in het algemeen belang ................. 190
  • 1. Het eigendomsrecht van ‘zijn’ arbeidskracht en dat van de objectieve productiemiddelen ............... 190
  • 2. Vrijheid en gelijkheid ........................... 192
  • 3. Solidariteit ................................... 192
  • 4. Democratie .................................. 192
  • Harry WILLEKENS De sociale structuur, de opvoeding en het belang van het kind. Aanvulling op en tegenspraak van Heyvaerts thesen over de integratie van het belang van het kind in het algemeen belang ..... 195
  • I. DE BEGRIPPEN ‘ALGEMEEN BELANG’ EN ‘BELANG VAN HET KIND’ .......................................... 197
  • II. DE SOCIALE STRUCTUUR, DE SOCIALISERING VAN DE JONGE MENS EN HET RECHT ....................... 201
  • III. BESLUIT ............................................ 211
  • Anton VAN DER LINDE The right to family life: A reflection on some aspects in South African family law ................................... 213
  • I. INTRODUCTION ..................................... 215
  • II. SPOUSES’ RIGHT TO HAVE AND SUSTAIN A CONSORTIUM OMNIS VITAE ........................................ 216
  • III. SECTION 28(1)(B): THE CHILD’S RIGHT TO FAMILY CARE OR PARENTAL OR APPROPRIATE ALTERNATIVE CARE WHEN REMOVED FROM THE FAMILY ENVIRONMENT ..... 220
  • IV. CHILDREN’S ACT 38 OF 2005 ........................... 223
  • V. THE CONSTITUTIONAL FAMILY IN THE LAW OF INTESTATE SUCCESSION .............................. 225
  • INHOUDSTAFEL XVIII Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve VI. FAMILY LIFE AND RELIGION IN THE UPBRINGING OF CHILDREN .......................................... 229
  • VII. CONCLUSION ....................................... 233
  • Christine VAN ROY Artikel 374 BW – Mama en papa, of mama, papa en kind? ........ 235
  • I. INLEIDING .......................................... 237
  • II. DE PASSIEVE ROL .................................... 237
  • A. Algemeen ........................................ 237
  • B. De magistraat hoort het kind .......................... 241
  • 1. Het gesprek en zijn verslag ....................... 241
  • 2. Het inzagerecht ............................... 243
  • C. Een door de rechtbank aangestelde derde spreekt met het kind ... 243
  • 1. Algemeen .................................... 243
  • 2. Een aangestelde gerechtsdeskundige ................ 244
  • 3. Een gesprek in het kader van een maatschappelijk onderzoek ................................... 245
  • III. DE ACTIEVE ROL: HET KIND EN DE RECHTSINGANG ...... 246
  • IV. EEN TOETS AAN DE PRAKTIJK .......................... 247
  • V. SLOTBESCHOUWING ................................. 254
  • Paul VLAARDINGERBROEK Drie of vier juridische ouders? Slaat de wetgeving in Nederland door? .... 257
  • I. INLEIDING .......................................... 259
  • II. MEEROUDERGEZINNEN .............................. 261
  • A. De wens naar meerouderschap in de literatuur ............. 261
  • B. Ouderschap in het Nederlands familierecht ................ 261
  • C. De Staatscommissie Herijking ouderschap ................. 264
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XIX III. DE ROEP OM MEEROUDERSCHAP ...................... 265
  • A. Voor- en tegenstanders rond de mogelijkheid van meerouderschap .................................... 265
  • 1. Voorstanders ................................. 265
  • 2. Tegenstanders ................................ 266
  • B. Naar een Nederlands compromis: benoeming van een commissie ... 269
  • IV. IDEEËN VAN DE STAATSCOMMISSIE .................... 270
  • V. AANBEVELINGEN INZAKE HET AFSTAMMINGSRECHT VAN DE STAATSCOMMISSIE HERIJKING OUDERSCHAP ...... 272
  • A. Een dik rapport .................................... 272
  • B. Aanbevelingen ..................................... 272
  • 1. Naar een nieuw afstammingsrecht? ................ 272
  • 2. Aanvaarding ouderschap ........................ 275
  • 3. Aanscherping van de voorwaarden voor erkenning .... 276
  • 4. Gerechtelijke vaststelling ouderschap ............... 276
  • 5. Tenietgaan van het ouderschap ................... 277
  • VI. JURIDISCH MEEROUDERSCHAP ........................ 278
  • A. Voorwaarden voor meerouderschap ...................... 278
  • B. Voorafgaande rechterlijke goedkeuring vereist ............... 279
  • C. Meervoudige adoptie ................................ 280
  • VII. TEN SLOTTE ........................................ 281
  • Tim WUYTS De betekenis van de vaderschapsregel anno 2017 ................ 285
  • I. INLEIDING .......................................... 287
  • II. POSITIEFRECHTELIJKE BETEKENIS VAN DE VADERSCHAPSREGEL ................................. 289
  • A. Afstamming is een gevolg van het huwelijk ................ 289
  • B. Het quod plerumque fit ............................. 292
  • INHOUDSTAFEL XX Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve C. Het vermoeden van biologische afstamming ................ 293
  • D. Het belang van het kind ............................. 296
  • E. Besluit .......................................... 298
  • III. MENSENRECHTELIJKE BETEKENIS VAN DE VADERSCHAPSREGEL ................................. 299
  • A. Gezins- en familieleven (art. 8 EVRM) .................. 299
  • B. Verplichting tot vestiging van afstammingsbanden ........... 301
  • C. Toetsing ......................................... 304
  • IV. DE LEGE FERENDA .................................... 305
  • FAMILIAAL VERMOGENSRECHT Frank BUYSSENS
  • Enkele huwelijksvermogensrechtelijke vraagstukken in verband met de professionele activiteiten van een echtgenoot ............. 315
  • I. INLEIDING .......................................... 317
  • II. DE PROBLEMATIEK VAN DE AANWINSTEN ............... 317
  • A. Het huwelijk als een joint venture ...................... 317
  • B. Het leveren van structurele prestaties in de beroepsactiviteiten van de andere echtgenoot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 319
  • C. Het leveren van een onrechtstreekse bijdrage aan de beroepsactiviteiten van de andere echtgenoot ............... 327
  • D. Het onttrekken van aanwinsten aan het gemeenschappelijk vermogen ........................................ 329
  • E. Bijzondere casus: de uitgiftepremie ...................... 334
  • III. HET OPMAKEN VAN VERGOEDINGSREKENINGEN ........ 336
  • A. Algemeen ........................................ 336
  • B. Gevallen waarin een vergoeding verschuldigd is ............. 338
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXI C. Hoe geschiedt de bewijslevering (art. 1436, eerste lid BW)? .... 339
  • D. Berekening van de vergoeding .......................... 342
  • E. Toepassingen van vergoedingsproblematiek in het kader van het beroep ........................................ 344
  • IV. HET LOT VAN HET CLIËNTEEL ......................... 349
  • V. BESLUIT ............................................ 351
  • Christoph CASTELEIN Het toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen (TIGV) – stand van zaken ........................................... 353
  • I. STRUCTURELE EXTERNE CORRECTIE ................... 355
  • II. TWEE DOMINANTE HUWELIJKSVERMOGENSSTELSELS .... 355
  • III. TOEVOEGING VAN EEN TOEGEVOEGD INTERN GEMEENSCHAPPELIJK VERMOGEN (TIGV) ....................... 358
  • A. Algemene omschrijving van het TIGV .................... 358
  • B. Samenstelling van het TIGV .......................... 359
  • C. Verdeelbaarheid en derdenwerking ...................... 370
  • D. Bestuursregeling .................................... 376
  • E. Verhaalsrechten .................................... 377
  • F. Registratiebelasting en erfbelasting ...................... 377
  • G. Suppletieve werking van de suppletieve bepalingen van het gemeenschapsstelsel .................................. 378
  • H. De lege TIGV ..................................... 383
  • I. Rechtsgeldigheid van het TIGV ........................ 386
  • Eric DIRIX Testamentaire vrijheid en multiculturaliteit .................... 389
  • INHOUDSTAFEL XXII Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve Johan DU MONGH De vennootschapsrechtelijke geschillenregeling als alternatief voor een partiële vereffening en verdeling van aandelen na echtscheiding .... 409
  • I. ALGEMEEN – TIJDSTIP VAN WAARDERING – ARTIKEL 890 BW ... 411
  • II. STATUUT VAN MEERWAARDEN ......................... 412
  • III. INVLOED VAN DE GESCHILLENREGELING OP DE WAARDERING VAN VENNOOTSCHAPSAANDELEN ......... 416
  • IV. BESLUIT ............................................ 420
  • Vincent SAGAERT Concubanten bouwen op de eigen grond van één van hen: de stilzwijgende afstand van natrekking als zakenrechtelijke remedie? ................................................ 421
  • I. INLEIDING: PROBLEMATIEK ........................... 423
  • II. VERBINTENISRECHTELIJKE REMEDIES: EEN MOEILIJKE NOOT OM TE KRAKEN ................................ 424
  • III. ALS HET VERBINTENISSENRECHT IN NOOD IS, IS HET GOEDERENRECHT NABIJ: ZAKENRECHTELIJKE REMEDIES ... 425
  • A. Stilzwijgende verzaking aan de natrekking: algemene beschouwingen .................................... 426
  • B. Toepassing van de stilzwijgende verzaking aan de natrekking op de hypothese waarin concubanten gezamenlijk werken uitvoeren op de grond van één van hen ............. 429
  • C. Biedt dit ook een remedie voor (onzelfstandige) verbouwingswerken? ................................ 431
  • D. Stilzwijgend opstalrecht als schijnremedie? ................. 432
  • E. Impact van deze figuur op de draagwijdte van artikel 555 BW ... 435
  • IV. ZAKELIJKE SUBROGATIE ALS ZAKENRECHTELIJKE REMEDIE VOOR DE NIET-EIGENAAR? ................... 436
  • V. EPILOOG: BEZINT VOORALEER GE BEGINT .............. 437
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXIII Sophie STIJNS en Annelies MARISSENS Over verdwijnende beslissende beweegredenen in een voortbouwende overeenkomst. Een lezing van het ‘tontine-arrest’ vanuit het verbintenissenrecht ........................................ 439
  • I. INLEIDING .......................................... 441
  • II. KORTE OMSCHRIJVING VAN DE TONTINE ............... 442
  • III. DE FEITEN VAN HET GESCHIL EN DE PROCEDURE TEN GRONDE ........................................... 444
  • IV. HET TONTINE-ARREST VAN 6 MAART 2014 ............... 445
  • V. EEN ZEER VERDEELDE DOCTRINE ..................... 448
  • VI. EEN EIGEN LEZING VAN HET ARREST ................... 455
  • VII. PISTES VOOR HET ONTNEMEN VAN UITWERKING AAN EEN NUTTELOZE OVEREENKOMST ................ 460
  • VIII. BESLUIT ............................................ 466
  • FAMILIEPROCESRECHT Christine JACOBS Emoties, conflicten en bemiddeling. Met illustraties uit de familierechtelijke praktijk .................................. 469
  • I. INLEIDING .......................................... 471
  • II. EMOTIES ........................................... 473
  • A. Basisemoties ...................................... 473
  • B. Componenten en functies van emoties .................... 475
  • C. Gelaagdheid van emoties ............................. 476
  • D. De rol van emoties in een conflict ....................... 477
  • III. HOE DE EMOTIES IN EEN CONFLICT CONSTRUCTIEF HANTEREN? ......................................... 478
  • A. Aandacht ........................................ 479
  • INHOUDSTAFEL XXIV Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve B. Warme en koude conflicten ........................... 480
  • C. Risico’s en moeilijkheden ............................. 481
  • D. Constructieve tussenkomsten van de bemiddelaar ............ 482
  • E. Valkuilen voor de bemiddelaar of de onderhandelaar ......... 484
  • IV. DRIE CASUSSEN ...................................... 485
  • A. Kinderontvoering .................................. 486
  • B. Een gerechtelijke bemiddeling .......................... 488
  • C. Een vrijwillige bemiddeling ........................... 490
  • V. TOT SLOT ........................................... 492
  • Sven MOSSELMANS Verstek in familiezaken ..................................... 495
  • I. AANLOOP ........................................... 497
  • II. VERSTEKLATENDE VERWEERDER ...................... 499
  • III. AL DAN NIET VOORLOPIG UITVOERBAAR VERSTEKVONNIS .................................... 500
  • IV. KENNELIJK ONGEGRONDE VORDERINGEN .............. 503
  • V. TRADITIONELE TAAK VAN DE RECHTER BIJ VERSTEK ..... 505
  • VI. ACTUELE KEUZE VAN DE WETGEVER ................... 509
  • VII. PRAKTISCH INZICHT ................................. 511
  • VIII. PARALLEL TUSSEN DE TAAK VAN DE RECHTER BIJ VERSTEK EN IN GEVAL VAN TEGENSPRAAK .............. 513
  • A. Openbare orde als evolutief concept ...................... 513
  • B. Wat de rechter ‘moet’ ................................ 515
  • C. Wat de rechter ‘mag’ ................................ 518
  • 1. Voorwaarden voor het ambtshalve aanvullen van redenen .................................. 520
  • 2. Respect voor procedureakkoorden ................. 520
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXV 3. Respect voor de partijautonomie . . . . . . . . . . . . . . . . . . 520
  • a) Extra soepelheid in het familierechtelijke contentieux .............................. 522
  • b) Extra soepelheid in dringende gevallen ......... 523
  • c) Wettelijke afwijkingen ...................... 524
  • 4. Eerbiediging van het recht van verdediging .......... 525
  • D. Mildering of afwijzing van een kennelijk ongegronde vordering in geval verstek ............................. 527
  • IX. FAMILIEZAKEN ...................................... 528
  • X. BESLUIT ............................................ 530
  • Beatrix VANLERBERGHE Enkele bedenkingen over de redelijke termijn in familiezaken ...... 533
  • I. HET RECHT OP BEHANDELING VAN ZIJN ZAAK BINNEN EEN REDELIJKE TERMIJN .............................. 535
  • A. Algemeen ........................................ 535
  • B. Criteria voor de beoordeling van de redelijke
  • termijn ......... 536
  • 1. De complexiteit van de zaak ..................... 537
  • 2. Het gedrag van de verzoeker ..................... 539
  • 3. Het gedrag van de bevoegde overheden ............. 540
  • 4. Het belang van de zaak ......................... 540
  • II. DE BELANGENAFWEGING ALS HINDERPAAL VOOR EEN BERECHTING VAN DE ZAAK BINNEN EEN REDELIJKE TERMIJN .................................. 541
  • A. Algemeen ........................................ 541
  • B. Verblijfsregeling .................................... 542
  • C. Afstamming ...................................... 543
  • III. ENKELE SUGGESTIES ................................. 545
  • A. Strikte criteria – objectivering van de belangenafweging ....... 545
  • B. Vereenvoudiging van de procedures – strikte termijnen ........ 546
  • C. Afschaffing – beperking van het hoger beroep ............... 547
  • INHOUDSTAFEL XXVI Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve Anne-Sofie D’HERDE en Alain Laurent VERBEKE De rol van de rechter bij bemiddeling in familiezaken ............ 551
  • I. INLEIDING .......................................... 553
  • II. WAT IS BEMIDDELING? ............................... 553
  • III. DE RECHTER BIJ DE FAMILIALE BEMIDDELING ........... 556
  • A. Rechter (en griffier) als informatieverstrekker ............... 557
  • B. Rechter als aanwijzer van de bemiddelaar ................. 559
  • C. Wanneer kan de rechter best verwijzen naar een bemiddeling? ..... 562
  • D. Opschorting procedure op grond van contractueel beding ...... 564
  • E. Rol van de rechter tijdens de bemiddeling ................. 565
  • F. Homologatie door de rechter ........................... 565
  • G. Rol van de rechter na het mislukken van een bemiddeling ..... 568
  • IV. DE RECHTER BIJ EEN VERZOENING: HOE ANDERS DAN BIJ BEMIDDELING? .............................. 569
  • A. Twee soorten van verzoening .......................... 569
  • B. De rol van de rechter bij verzoening en bemiddeling ......... 571
  • C. Interferenties ...................................... 573
  • V. PROMOTIE VAN BEMIDDELING IN EUROPA .............. 574
  • A. De ‘Bemiddelingsrichtlijn’ ............................ 574
  • B. De rol van de rechter ................................ 575
  • C. Evaluatie van de richtlijn ............................ 576
  • D. Verplichte bemiddeling? .............................. 577
  • VI. CONCLUSIE ......................................... 580
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXVII INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT Febian APS Als grenzeloze liefde eindigt in een internationale scheiding ....... 587
  • I. INLEIDING .......................................... 589
  • II. VOORNAAMSTE ACTOREN INZAKE HET FAMILIAAL IPR ... 591
  • A. Conferentie van Den Haag voor het Internationaal Privaatrecht ...................................... 591
  • 1. De verdragen van ‘de eerste generatie’ – Gesloten karakter .............................. 591
  • 2. De meer recente verdragen – Universele werking ...... 592
  • B. Europese Unie ..................................... 593
  • 1. Wetgevende bevoegdheid Europese Unie inzake IPR ... 593
  • 2. Bijzondere procedure inzake familiaal IPR ........... 594
  • 3. De procedure van nauwere samenwerking ........... 595
  • 4. Belangrijkste realisaties ......................... 596
  • C. De Belgische wetgever: het WIPR ....................... 598
  • III. DE MEERLAGIGHEID VAN HET FAMILIAAL IPR – MOGELIJKE CONFLICT(OPLOSSING)EN ................. 598
  • A. Inleiding ......................................... 598
  • B. De Europese Unie als lid van de Haagse Conferentie ......... 599
  • C. Wisselwerking tussen de Alimentatie-Vo en het Haags Protocol van 2007 .................................. 600
  • D. De bescherming van kinderen in grensoverschrijdende situaties. De relatie tussen de Brussel IIbis-Vo en het Haags Kinderbeschermingsverdrag ...................... 600
  • E. Internationale kinderontvoering. De relatie tussen het Verdrag van Luxemburg van 1980, het Haags Kinderontvoeringsverdrag en de Brussel IIbis-Vo ............ 602
  • 1. De complementaire verhouding tussen het Verdrag van Luxemburg van 1980 en het Haags Kinderontvoeringsverdrag ....................... 602
  • INHOUDSTAFEL XXVIII Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve 2. Voorrang Brussel IIbis-Vo t.a.v. andere supranationale regelingen ................................... 604
  • 3. Aanvullende werking van de Brussel IIbis-Vo t.a.v. het Haags Kinderontvoeringsverdrag ............... 604
  • 4. De ‘waakhondfunctie’ van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ........................ 605
  • 5. Beslissing toetreding derde landen tot Kinderontvoeringsverdrag: exclusieve bevoegdheid Europese Unie ................................ 606
  • F. Het spanningsveld tussen de supranationale IPR-regels en het WIPR ...................................... 607
  • 1. Artikel 2 WIPR ............................... 607
  • 2. Universeel karakter van de supranationale bepalingen .. 607
  • a) Principe ................................. 607
  • b) Toepassingen ............................. 607
  • c) Gevolgen voor het WIPR ................... 608
  • IV. BESLUIT ............................................ 610
  • Hilde JACOBS De collisieregels inzake het toepasselijk recht in de Huwelijksvermogen-Vo .................................... 611
  • I. INLEIDING .......................................... 613
  • II. TOEPASSINGSGEBIED VAN DE HUWELIJKSVERMOGEN-VO ... 616
  • III. DE WERKING VAN DE HUWELIJKSVERMOGEN-VO ........ 618
  • A. Universele werking ................................. 618
  • B. Werkingssfeer ..................................... 618
  • C. Kwalificaties ...................................... 619
  • IV. TOEPASSELIJK RECHT OP GROND VAN DE HUWELIJKSVERMOGEN-VO .............................. 621
  • A. Krachtlijnen ...................................... 621
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXIX B. Rechtskeuze en huwelijkse voorwaarden .................. 622
  • 1. Rechtskeuze .................................. 622
  • 2. Krachtlijnen ................................. 623
  • 3. De formele geldigheid van de rechtskeuzeovereenkomst ........................ 624
  • 4. De formele geldigheid van de huwelijkse voorwaarden ................................. 626
  • 5. Impliciete rechtskeuze .......................... 627
  • C. Geen rechtskeuze ................................... 627
  • 1. Cascade van collisieregels ........................ 627
  • 2. Het recht van de staat waar de echtgenoten na de huwelijkssluiting hun eerste gewone gemeenschappelijke verblijfplaats hebben ........... 628
  • 3. Het recht van de staat waarvan beide echtgenoten op het tijdstip van de huwelijkssluiting de nationaliteit bezitten ........................... 629
  • 4. Het recht van de staat waarmee de echtgenoten samen op het tijdstip van de huwelijkssluiting de nauwste band hebben ........................ 631
  • 5. Uitzonderingsbepaling .......................... 632
  • 6. Wijziging van het huwelijksvermogensstelsel ......... 633
  • 7. Rechtsgevolgen ten aanzien van derden ............. 634
  • D. Uitsluiting van terugverwijzing ........................ 635
  • V. INWERKINGTREDING ................................ 635
  • VI. CONCLUSIE ......................................... 638
  • Paul LEMMENS en Ine De CONINCK International child abduction and the assessment of the best interests of the child, in the light of the Hague Convention and the European Convention on Human Rights ................ 639
  • I. INTRODUCTION ..................................... 641
  • II. A SHORT HISTORY OF THE EUROPEAN COURT’S CASE-LAW ... 642
  • A. Prologue ......................................... 642
  • INHOUDSTAFEL XXX Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve B. Maumousseau and Washington v. France: strong support for the Hague Convention ............................ 645
  • C. Neulinger and Shuruk v. Switzerland: strong reservations about the Hague Convention .......................... 646
  • 1. The judgment ................................ 646
  • 2. Cases following NeuliNger aNd Shuruk ............. 649
  • 3. Critical reception of NeuliNger aNd Shuruk ......... 650
  • D. X. v. Latvia: a “clarification” of Neulinger and Shuruk ...... 651
  • 1. The judgment ................................ 651
  • 2. Cases following X. v. latvia . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 655
  • III. CONCLUDING COMMENTS ........................... 658
  • Walter PINTENS Eén naam in Europa! ...................................... 663
  • I. DE EUROPESE UNIE EN HET NAAMRECHT ............... 665
  • II. KENMERKEN VAN HET VOORSTEL ..................... 668
  • III. TOEPASSINGSGEBIED ................................. 669
  • IV. OBJECTIEVE AANKNOPINGSFACTOR .................... 670
  • V. SUBJECTIEVE AANKNOPINGSFACTOR ................... 673
  • VI. ALGEMEEN DEEL .................................... 674
  • A. Voorvragen ....................................... 674
  • B. Renvoi .......................................... 675
  • C. Conflit mobile ..................................... 675
  • D. Openbare orde .................................... 676
  • VII. ERKENNING VAN GEREGISTREERDE NAMEN ............. 677
  • VIII. NAAMSVERANDERING DOOR EEN BEVOEGDE INSTANTIE ... 679
  • IX. BESLUIT ............................................ 679
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXXI KRUISPUNTEN Koen MATTHIJS en Sofie VANASSCHE Ouderschap anno 2020: gedeeld en/of verdeeld? ................. 685
  • I. DE SPRINGPLANK: HET NAOORLOGSE STANDAARDGEZIN ................................... 687
  • II. DE WEERHAAK: IS THIS ALL? ........................... 689
  • III. EEN RODE DRAAD ................................... 691
  • IV. OUDERSCHAPSROLLEN NA RELATIEBREUK .............. 692
  • V. CO-OUDERSCHAP: EX-PARTNERS DELEN DE OPVOEDING ..................................... 693
  • VI. PARALLEL OUDERSCHAP: EX-PARTNERS ‘VERDELEN’ DE OPVOEDING ..................................... 694
  • VII. PLUSOUDERSCHAP: ‘NIEUWE’ OUDERS NA EEN RELATIEBREUK ...................................... 695
  • VIII. COMPLEXE GEZINNEN: ‘VERDEELDE’ KINDEREN ......... 697
  • IX. HOE VERDER? ....................................... 698
  • Johan PUT en Helene ASSELMAN Jeugdhulp tussen beschermingsplicht en inmengingsverbod ....... 705
  • I. INLEIDING .......................................... 707
  • II. DE POSITIEVE PLICHT TOT BESCHERMING VAN KWETSBARE MINDERJARIGEN ......................... 708
  • A. Bescherming tegen wanbehandeling (art. 3 EVRM) .......... 708
  • 1. Adequate wetgeving ............................ 709
  • 2. Beschermende maatregelen ...................... 710
  • B. Bescherming van privé-, familie- en gezinsleven (art. 8 EVRM) .................................... 713
  • INHOUDSTAFEL XXXII Wolters Kluwer – Liber amicorum Patrick Senaeve C. De beschermingsplicht en integrale jeugdhulp .............. 714
  • 1. Beschermend wettelijk kader ..................... 714
  • 2. Waakzaamheidsplicht .......................... 716
  • 3. Interventieplicht .............................. 717
  • III. HET RECHT OP EERBIEDIGING VAN HET PRIVÉ- EN GEZINSLEVEN .................................... 718
  • A. Algemeen ........................................ 718
  • B. Legaliteit ........................................ 718
  • C. Legitimiteit ....................................... 719
  • D. Noodzakelijkheid .................................. 719
  • 1. De concrete omstandigheden van elke zaak .......... 720
  • 2. Tijdelijkheid van de maatregel en recht op hereniging ................................... 721
  • 3. Zorgvuldige besluitvorming ...................... 722
  • 4. Participatie van de betrokkenen ................... 723
  • E. Het inmengingsverbod en integrale jeugdhulp .............. 725
  • 1. Wettelijke basis ............................... 725
  • 2. Legitieme doelstelling .......................... 727
  • 3. Behoorlijke procedure .......................... 727
  • 4. Zorgvuldigheid ............................... 730
  • 5. Proportionaliteit .............................. 730
  • IV. BESLUIT ............................................ 731
  • Ilse SAMOY Wat als kinderen geen potjes maar contractjes breken? De aansprakelijkheid van ouders voor schade veroorzaakt door hun contracterende minderjarige kinderen ..................... 733
  • I. INLEIDING .......................................... 735
  • II. FEITEN EN UITSPRAAK VAN DE VERTREKCASUS: DE ‘LEADS’-UITSPRAAK ............................... 736
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXXIII III. CONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OUDERS ... 738
  • A. Uitgangspunt: contracteren via wettelijke vertegenwoordiging van de ouders ..................................... 738
  • B. Uitzondering: contracteren in eigen naam en voor eigen rekening ......................................... 740
  • IV. BUITENCONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OUDERS ......................................... 744
  • A. Het contract is geldig en de minderjarige begaat een contractuele wanprestatie ............................. 744
  • B. Het contract wordt vernietigd op grond van benadeling ....... 749
  • C. De minderjarige begaat een buitencontractuele fout .......... 750
  • V. BESLUIT ............................................ 754
  • Frans VANISTENDAEL Fiscale draagkracht van familie en alleenstaanden ............... 755
  • I. INLEIDING .......................................... 757
  • II. EEN KORTE HISTORIEK VAN DE DRAAGKRACHT ......... 757
  • A. Draagkracht door de eeuwen .......................... 757
  • B. Draagkracht in overeenstemming met proportioneel of progressief tarief .................................... 758
  • C. Draagkracht in het Belgische belastingstelsel ............... 760
  • III. DE ONVREDE VAN ALLEENSTAANDEN EN HAAR OORZAKEN ......................................... 762
  • A. Verschuiving van draagkracht naar inkomen naar gelijke behandeling van wettelijk samenwonende partners .......... 762
  • B. Draagkracht van inkomsten uit vermogen ................. 763
  • C. De verdubbeling van fiscale gunstmaatregelen .............. 764
  • D. Het verminderde belang van gemeenschappelijke financiën ..... 764
  • INHOUDSTAFEL Liber amicorum Patrick Senaeve – Wolters Kluwer XXXV C. Het doel van de sociale zekerheid ....................... 784
  • II. IN DE MINIMUMBESCHERMING ....................... 786
  • A. De medische zorg ................................... 786
  • B. De gezinsbijslagen .................................. 787
  • C. Het bestaansmiddelenonderzoek ........................ 788
  • III. IN DE LOONVERVANGENDE UITKERINGEN .............. 789
  • A. Gezinsmodalisering ................................. 789
  • B. Wat met het verzekeringsprincipe? ...................... 790
  • C. Wettig en feitelijk gezin .............................. 791
  • D. De afgeleide rechten ................................. 793
  • IV. CONCLUSIE ........................................ 795
  • Voorintekenlijst .........

Paginanummer

Nieuwe zoekopdracht

Generic filters
Uitleenbaar
Ja
Nee
Jaartal
Filter by Type
Monografie
Reeks
Tijdschrift