Korte inhoud:

• DEEL I. INLEIDING
• Hoofdstuk I. Inleidende begrippen
• Hoofdstuk II. Het verschil tussen publieke en private begrotingen
• Hoofdstuk III. Het kameraalboekhouden
• Hoofdstuk IV. Het denken over de begrotingen
• Hoofdstuk V. De welvaart
• Hoofdstuk VI. Administratieve begrotingstechnieken
• Hoofdstuk VII. Begrotingsnormering
• Hoofdstuk VIII. De geschiedkundige ontwikkeling
• Hoofdstuk IX. De bronnen
• Hoofdstuk X. De begrotingsbeginselen
• Hoofdstuk XI. De presentatie

• DEEL II. DE FEDERALE BEGROTING
• Hoofdstuk XII. De dotatiebegroting (civiele lijst en de koninklijke familie)
• Hoofdstuk XIII. De dotatiegerechtigde instellingen
• Hoofdstuk XIV. De ontvangsten
• Hoofdstuk XV. De uitgaven
• Hoofdstuk XVI. De voorbereiding
• Hoofdstuk XVII. De goedkeuring
• Hoofdstuk XVIII. De uitvoering
• Hoofdstuk XIX. De rekening
• Hoofdstuk XX. De controle

• DEEL III. DE GEMEENSCHAPPEN EN DE GEWESTEN
• Hoofdstuk XXI. De historische ontwikkeling
• Hoofdstuk XXII. De bronnen
• Hoofdstuk XXIII. De dotaties
• Hoofdstuk XXIV. De financiering
• Hoofdstuk XXV. De uitgaven
• Hoofdstuk XXVI. De voorbereiding
• Hoofdstuk XXVII. De goedkeuring
• Hoofdstuk XXVIII. De rekening
• Hoofdstuk XXIX. De controle
• DEEL IV. BIJZONDERE BEGROTINGSSTELSELS
• Hoofdstuk XXX. De instellingen van openbaar nut
• Hoofdstuk XXXI. De sociale zekerheid
• Hoofdstuk XXXII. De overheidsbedrijven
• Hoofdstuk XXXIII. De staatsbedrijven
• Hoofdstuk XXXIV. De staatsdiensten met afzonderlijk beheer

• DEEL V. DE NIEUWE BOEKHOUDING
• Hoofdstuk XXXV. E.S.E.R.
• Hoofdstuk XXXVI. De voorontwerpen
• Hoofdstuk XXXVII. De nationale boekhouding
• Hoofdstuk XXXVIII. De budgettaire hervorming 2003
• ADDENDUM. BUDGETTAIRE TERMINOLOGIE NEDERLANDS-FRANS