Inhoudstabel:

  • Voorwoord V
  • Over de auteurs VII
  • Gebruikte afkortingen IX
  • Historiek VCRO, Omgevingsvergunningsdecreet (OVD) en
  • Decreet Handhaving Omgevingsvergunning (DHO) XIII
  • HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1
  • HOOFDSTUK 2 BELEID 5
  • 1. Inleiding 5
  • 2. De Vlaamse Hoge Handhavingsraad voor Ruimte en
  • Milieu 6
  • 3. De afdeling Handhaving 6
  • 4. Het Handhavingsprogramma Ruimtelijke Ordening 7
  • 4.1. Algemeen 7
  • 4.2. Bindend resp. aanbeveling 9
  • 4.3. Inhoud 10
  • 5. Handhavingsrapport 18
  • 6. Prioriteiten 19
  • HOOFDSTUK 3 STEDENBOUWKUNDIGE MISDRIJVEN EN
  • INBREUKEN 21
  • 1. Opsomming van de stedenbouwkundige misdrijven
  • en inbreuken 21
  • 2. Schending van de bepalingen inzake de omgevingsvergunning
  • voor stedenbouwkundige handelingen
  • of de meldingsplicht 23
  • 2.1. Algemeen: vergunningsplicht 23
  • 2.2. Omgevingsvergunningsplichtige stedenbouwkundige
  • handelingen 26
  • 2.2.1. Overzicht 26
  • 2.2.2. Bouwwerken verrichten 28
  • 2.2.3. Ontbossen 29
  • WOLTERS KLUWER – ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 Inhoud – 1
  • 2.2.4. Vellen van bomen buiten bosverband 30
  • 2.2.5. Aanmerkelijk wijzigen van het reliëf van
  • de bodem 30
  • 2.2.6. Opslagplaats, parking, verplaatsbare constructies
  • voor bewoning 31
  • 2.2.7. Wijzigen van de hoofdfunctie van een
  • bebouwd onroerend goed 31
  • 2.2.8. Wijzigen aantal woongelegenheden in
  • gebouw 33
  • 2.2.9. Recreatieve terreinen aanleggen of wijzigen 33
  • 2.3. Afwijkingen (geen vergunningsplichtige handelingen) 33
  • 2.3.1. Onderhoudswerken aan constructies 33
  • 2.3.2. Meldingsplichtige handelingen 34
  • 2.3.3. Vrijgestelde handelingen 34
  • 2.3.4. Aanvullingen of wijzigingen door lokale
  • stedenbouwkundige verordeningen 34
  • 2.4. Afwijkingen (wel nog vergunningsplichtige handelingen)
  • 35
  • 2.4.1. Omgevingsvergunning om te verkavelen
  • geldt als omgevingsvergunning voor
  • stedenbouwkundige handelingen voor
  • bouwrijp maken van de verkaveling 35
  • 2.4.2. Vermoeden van omgevingsvergunning
  • voor stedenbouwkundige handelingen 35
  • 3. Schending van de bepalingen inzake de omgevingsvergunning
  • om te verkavelen 36
  • 4. Schending van stedenbouwkundige voorschriften 38
  • 5. Instandhouding van stedenbouwmisdrijven in
  • kwetsbare gebieden 39
  • 6. Doorbreking van een bevel tot staking, bekrachtigingsbeslissing
  • of beschikking in kort geding 40
  • 7. Schending van informatieplichten 42
  • 8. Overtreder, rechtspersonen en natuurlijke personen,
  • moreel element 43
  • HOOFDSTUK 4 OPSPORING EN VASTSTELLING 45
  • 1. Bevoegde verbalisanten 45
  • 1.1. Het begrip ‘verbalisant ruimtelijke ordening’ 45
  • 1.2. De stedenbouwkundige inspecteur niet langer van
  • rechtswege verbalisant 46
  • 2. Opsporings- en vaststellingsbevoegdheid voor stedenbouwkundige
  • misdrijven en inbreuken 49
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 2 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER
  • 3. Officieren van gerechtelijke politie, hulpofficier van
  • de procureur des Konings 49
  • 4. Betredingsrecht 50
  • 5. Processen-verbaal/verslag van vaststelling 51
  • HOOFDSTUK 5 GERECHTELIJKE EN BESTUURLIJKE SANCTIES
  • 53
  • 1. Correctionele straffen 53
  • 1.1. Strafmaat 53
  • 1.2. Verjaring van de strafvordering 54
  • 2. Bestuurlijke sancties 57
  • 2.1. De gewestelijke entiteit als beboetingsinstantie 57
  • 2.2. Vervolgingsbeslissing 58
  • 2.2.1. De onrechtstreekse rol van het parket bij
  • de bestuurlijke opsporing en vervolging 58
  • 2.2.2. Vervollediging van het dossier 59
  • 2.2.3. Bestuurlijk sepot 60
  • 2.2.4. Voorstel tot het betalen van een geldsom
  • (VSBG) 62
  • 2.3. Op te leggen aan de overtreders 64
  • 2.4. Bedrag van de bestuurlijke geldboete 65
  • 2.5. Uitstel 66
  • 2.6. Procedure 68
  • 2.6.1. Het opleggen van een exclusieve bestuurlijke
  • geldboete 68
  • 2.6.2. Het opleggen van een alternatieve bestuurlijke
  • geldboete 70
  • 2.7. Jurisdictioneel beroep 72
  • 2.8. Verjaring van de mogelijkheid tot het opleggen van
  • een bestuurlijke geldboete 73
  • 2.9. Gedwongen invordering 75
  • 3. Overgangsrecht 76
  • 3.1. Alternatieve bestuurlijke geldboetes voor feiten,
  • gepleegd voor de inwerkingtreding van het DHO? 76
  • 3.2. Specifiek regime voor doorbrekingen van stakingsbevelen,
  • vastgesteld voor de inwerkingtreding van
  • het DHO 78
  • 3.2.1. Oud artikel 6.1.49 VCRO geïnterpreteerd 78
  • 3.2.2. Een overgangsregime voor doorbrekingen
  • van stakingsbevelen 80
  • 3.3. Het lot van tot stedenbouwkundige inbreuken gedepenaliseerde
  • feiten 81
  • ALGEMENE INHOUD
  • WOLTERS KLUWER – ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 Inhoud – 3
  • HOOFDSTUK 6 ZACHTE HANDHAVING 83
  • 1. Raadgeving en aanmaning formeel geregeld 83
  • 2. Het Handhavingsprogramma 2015: de raadgeving 85
  • 3. Het Handhavingsprogramma 2015: de aanmaning 86
  • 4. Aanmaningen en de redelijke termijn 87
  • HOOFDSTUK 7 BESTUURLIJK STAKINGSBEVEL 89
  • 1. Stakingsbevel 89
  • 1.1. Bijna een halve eeuw oud 89
  • 1.2. Grondslag, voorwerp en doel 90
  • 1.2.1. De strafbare of sanctioneerbare handeling
  • als grondslag én voorwerp 90
  • 1.2.1.1. Wat voorafging 90
  • 1.2.1.2. Huidige regeling 92
  • 1.2.2. Preventief doel 93
  • 1.2.2.1. Decretaal bevestigd ... 93
  • 1.2.2.2. ... maar beperkt tot het voorkomen van
  • schendingen die betrekking hebben op
  • het uitvoeren of voortzetten van vergunningsplichtige
  • handelingen 93
  • 1.2.3. ... met bijkomende beperkingen voor het
  • staken van schendingen inzake gebruik en
  • instandhouding 96
  • 1.3. Bevoegde personen en procedure 97
  • 2. Bekrachtigingsbeslissing en intrekking 99
  • 3. Beveiligingsmaatregelen 100
  • 4. Rechtsbescherming 102
  • 5. Het Handhavingsprogramma 2015 103
  • 6. Ministeriële omzendbrief en toelichting van het
  • college van stedenbouwkundige inspecteurs 105
  • HOOFDSTUK 8 HERSTEL VAN RUIMTELIJKE SCHADE 107
  • 1. De goede ruimtelijke ordening als toetssteen 107
  • 1.1. Het doelstellingenartikel van 6.1.3 VCRO 107
  • 1.2. Strijdigheid met de voorschriften impliceert niet
  • altijd concrete ruimtelijke schade 108
  • 2. De nieuwe decretale herstelmethodiek van artikel
  • 6.3.1 VCRO 113
  • 2.1. Onmiddellijke toepassing 113
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 4 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER
  • 2.2. Algemene gelding 114
  • 2.3. Het nieuwe herstelbeleid 116
  • 2.3.1. Inleiding: de tweeledigheid van de herstelbeslissing
  • 116
  • 2.3.2. De vraag of een herstel moet worden opgelegd
  • 116
  • 2.3.3. De vraag welk herstel moet worden opgelegd 119
  • 2.3.3.1. Toewijzingsregels: wat voorafging 119
  • 2.3.3.2. Toewijzingsregels: huidige regeling 122
  • 2.4. De herstelvormen in detail 131
  • 2.4.1. Herstel in de vorige staat/staken strijdig
  • gebruik 131
  • 2.4.1.1. Omvang: herstel van de legaliteit door het
  • wegnemen van alle fysische gevolgen van
  • het schadeverwekkend misdrijf 131
  • 2.4.1.2. Meest volledige herstel 138
  • 2.4.1.3. Hersteltermijn 139
  • 2.4.2. Meerwaarde 142
  • 2.4.2.1. De klassieke opvatting (1970 – inwerkingtreding
  • DHO) 142
  • 2.4.2.2. De meerwaarde ‘nieuwe stijl’ 145
  • 2.4.3. Aanpassingswerken 163
  • 2.4.3.1. Omvang 163
  • 2.4.3.2. Hersteltermijn en kwijting door herstel 166
  • HOOFDSTUK 9 DE BIJ HET HERSTEL BETROKKEN OVERHEDEN
  • 169
  • 1. De hersteloverheden 169
  • 1.1. Van (gewestelijke) gemachtigde ambtenaar tot (gewestelijke)
  • stedenbouwkundige inspecteur 169
  • 1.2. De gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur
  • nieuwe stijl en de gemeentelijke stedenbouwkundige
  • inspecteur 172
  • 1.2.1. De gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur
  • nieuwe stijl 172
  • 1.2.2. De gemeentelijke stedenbouwkundige
  • inspecteur 174
  • 1.2.3. De burgemeester 175
  • 2. Het parket 175
  • 3. De Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering 177
  • 3.1. Advies- en bemiddelingsorgaan 177
  • 3.2. Beslissingskader 179
  • ALGEMENE INHOUD
  • WOLTERS KLUWER – ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 Inhoud – 5
  • HOOFDSTUK 10 DE GERECHTELIJKE HERSTELMAATREGEL 187
  • 1. De publieke herstelvordering 187
  • 1.1. De ‘herstelvordering’ als herstelbeslissing 187
  • 1.1.1. De jurisprudentiële grondslag van de herstelvordering
  • als figuur 187
  • 1.1.2. De historische verankering van de herstelvordering
  • in regelgeving 188
  • 1.2. Vormvereisten van de publieke herstelvordering 193
  • 1.2.1. Situatie voor het DHO 193
  • 1.2.1.1. Principe: niet aan substantiële vormen
  • gebonden 193
  • 1.2.1.2. Uitzondering: het advies van de Hoge
  • Raad voor de Handhavingsuitvoering als
  • ontvankelijkheidsvereiste 195
  • 1.2.2. Actuele situatie 201
  • 1.2.3. Temporele werking van de nieuwe vormvoorschriften
  • 203
  • 1.3. De adviesvraag aan de Hoge Raad voor de
  • Handhavingsuitvoering m.b.t. herstelvorderingen 204
  • 1.3.1. Het procedure- en werkingsreglement 204
  • 1.3.2. Adviesvraag herstelvorderingen 204
  • 1.3.3. Adviesvraag opeenvolgende herstelvorderingen
  • (procedurele wissel) 206
  • 1.3.4. Geldigheidsduur advies 207
  • 1.3.5. De aanwezigheid van de herstelvorderende
  • overheden in de plenaire vergadering 208
  • 1.3.6. Interactie met belanghebbenden 209
  • 1.3.7. Motivering van aanvraag én advies 209
  • 1.3.8. Overgangsregeling m.b.t. op 16 december
  • 2005 reeds ‘ingediende’ herstelvorderingen
  • opgeheven 211
  • 2. De publieke rechtsvordering tot herstel 213
  • 2.1. Onderscheid tussen de herstelvordering, de publieke
  • rechtsvordering tot herstel en de formele eis van
  • de hersteloverheid 213
  • 2.2. Voor de strafrechter: de publieke rechtsvordering tot
  • herstel door de wet ingesteld 214
  • 2.3. Voor de burgerlijke rechter 218
  • 3. Het optreden als formele procespartij 219
  • 3.1. Voor de strafrechter 219
  • 3.2. Voor de burgerlijke rechter 226
  • 4. Bemiddeling van de Hoge Raad in de gerechtelijke
  • herstelprocedure 229
  • 4.1. Terug van nooit weggeweest 229
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 6 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER
  • 4.2. Procedure 230
  • 5. De rechterlijke beslissing over de publieke rechtsvordering
  • tot herstel 231
  • 5.1. Toestand tot aan de inwerkingtreding van het DHO 231
  • 5.1.1. Controle van alle aspecten van de herstelvordering
  • ... 231
  • 5.1.2. ... beperkt tot een marginale controle voor
  • wat de opportuniteitsaspecten betreft 236
  • 5.2. Huidige regeling: vrije beoordeling van alle aspecten
  • van de herstelbeslissing 240
  • 5.3. De nieuwe herstelmethodiek en het evenredigheidsbeginsel
  • 244
  • 5.3.1. De grondslag en inhoud van het evenredigheidsbeginsel
  • 244
  • 5.3.2. De begrenzing van het evenredigheidsbeginsel
  • door het TINA-motief 247
  • 6. Samenloop van de publieke rechtsvordering tot
  • herstel met ... 250
  • 6.1. ... een private herstelvordering 250
  • 6.1.1. De door de vorderende overheid gekozen
  • herstelvorm geldt als minimum 250
  • 6.1.2. Vordering tot herstel in natura van de derde-
  • benadeelde na een definitieve beslissing
  • over de publieke rechtsvordering tot
  • herstel 254
  • 6.2. ... een (andere) publieke herstelvordering in de zin
  • van de VCRO 255
  • 6.3. ... een publieke herstelvordering in de zin van het
  • Onroerenderfgoeddecreet 257
  • 6.4. ... een (andere) publieke herstelvordering gebaseerd
  • op andere regelgeving 258
  • 7. Overschrijving van het gedinginleidend stuk/inschrijving
  • in het vergunningenregister 259
  • 7.1. Overschrijving van het gedinginleidend stuk 259
  • 7.2. Inschrijving in het vergunningenregister 262
  • 8. Verjaring van de publieke herstelvordering 262
  • 8.1. Met betrekking tot stedenbouwkundige misdrijven 262
  • 8.1.1. Verjaring van de herstelvordering voor de
  • strafrechter 262
  • 8.1.2. Verjaring van de herstelvordering voor de
  • burgerlijke rechter 266
  • 8.1.2.1. Inleiding 266
  • 8.1.2.2. Generieke regel voor de drie categorieën:
  • nooit verjaring voor het verval van de
  • ALGEMENE INHOUD
  • WOLTERS KLUWER – ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 Inhoud – 7
  • strafvordering of de mogelijkheid tot het
  • opleggen van een bestuurlijke geldboete 268
  • 8.1.2.3. De begrippen ‘ruimtelijk kwetsbaar gebied’
  • en ‘openruimtegebied’ 269
  • 8.1.2.4. Stedenbouwkundige misdrijven, voltrokken
  • vóór 27 juli 1998 271
  • 8.1.2.5. Stedenbouwkundige misdrijven, voltrokken
  • tussen 27 juli 1998 en 31 augustus 2009 275
  • 8.1.2.6. Stedenbouwkundige misdrijven, voltrokken
  • na 31 augustus 2009: enkelvoudige
  • termijn 278
  • 8.1.2.7. Stuitings- en schorsingsgronden 279
  • 8.1.2.8. Schema van de verjaring van de publieke
  • herstelvordering m.b.t. stedenbouwkundige
  • misdrijven 281
  • 8.2. Met betrekking tot stedenbouwkundige inbreuken 281
  • 8.2.1. Inleiding 281
  • 8.2.2. Schema van de verjaring van de publieke
  • herstelvordering m.b.t. stedenbouwkundige
  • inbreuken 287
  • 9. Machtiging tot indeplaatsstelling 287
  • 10. Gerechtelijke dwangsom 288
  • 10.1. Gemeenrechtelijke grondslag 288
  • 10.2. Verschijningsvormen 290
  • 10.3. Dwangsomvordering verplicht 291
  • 10.4. Geen drukkingsmiddel voor het voldoen van financiële
  • verplichtingen 292
  • 10.5. Soevereine beoordeling van de modaliteiten door de
  • rechter 293
  • 10.6. Respijttermijn (dwangsomtermijn) 294
  • 10.7. Dwangsom opgelegd in een latere rechterlijke beslissing
  • 295
  • 11. Uitvoerbaarheid bij voorraad 302
  • HOOFDSTUK 11 DE BESTUURLIJKE HERSTELMAATREGEL 305
  • 1. De principiële voorrang van de rechterlijke handhaving
  • 305
  • 1.1. De regels voor ‘samenloop’ tussen het gerechtelijke
  • en het bestuurlijke spoor 306
  • 1.2. Het beperken van de grondslag ratione materiae
  • voor het opleggen van bestuurlijke herstelmaatregelen
  • 307
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 8 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER
  • 1.3. Het beperken van de grondslag ratione temporis
  • voor het opleggen van bestuurlijke herstelmaatregelen
  • 310
  • 2. Op te leggen aan de overtreder 312
  • 3. Door de administratieve hersteloverheden 313
  • 4. Identiek voorwerp als de gerechtelijke herstelmaatregelen
  • 313
  • 5. Verplichte uitvoeringstermijn, maar geen respijttermijn
  • 314
  • 6. Procedure 315
  • 6.1. In eerste aanleg 315
  • 6.2. In administratief beroep 316
  • 6.3. Gerechtelijk beroep 318
  • 7. Hypothecaire publiciteit 319
  • 8. Het onderscheid tussen bestuursdwang en last
  • onder dwangsom 319
  • 9. Verschijningsvormen van de last onder dwangsom 320
  • 10. Het definitief karakter van de bestuurlijke herstelmaatregel
  • – intrekking of wijziging 321
  • 11. Verjaring van de mogelijkheid tot het opleggen van
  • bestuurlijke maatregelen 323
  • 11.1. Bestuurlijke maatregelen met stedenbouwkundige
  • misdrijven als grondslag 323
  • 11.2. Bestuurlijke maatregelen met stedenbouwkundige
  • inbreuken als grondslag 325
  • HOOFDSTUK 12 MINNELIJKE SCHIKKING 327
  • 1. De turbulente geschiedenis van het ‘vergelijk’ 327
  • 2. De minnelijke schikking nieuwe stijl 330
  • 2.1. Een onderhandelde maar bindende afspraak 330
  • 2.2. De irrelevantie van de schuldvraag 331
  • 2.3. Bevoegde hersteloverheden 332
  • 2.4. Toepassingsvoorwaarden 332
  • 2.5. Voordelen voor de partijen 333
  • 2.6. Procedure 334
  • 2.6.1. Aanvraag 334
  • 2.6.2. Minnelijke schikking 336
  • 2.6.3. Bemiddeling vanwege de Hoge Raad 336
  • 2.6.3.1. Terug van nooit weggeweest 336
  • 2.6.3.2. Procedure 337
  • ALGEMENE INHOUD
  • WOLTERS KLUWER – ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 Inhoud – 9
  • HOOFDSTUK 13 DE AFZONDERLIJKE AKTE ALS (BIJKOMENDE)
  • TITEL 339
  • 1. Naar aanleiding van een uitvoerbare gerechtelijke
  • herstelmaatregel 339
  • 2. Naar aanleiding van een uitvoerbare bestuurlijke
  • maatregel of minnelijke schikking 342
  • 3. Sanctie 343
  • HOOFDSTUK 14 UITVOERING VAN GERECHTELIJKE EN
  • BESTUURLIJKE HERSTELMAATREGELEN 345
  • 1. Algemene aspecten 345
  • 1.1. Geen (omgevings)vergunning vereist 345
  • 1.2. Specifieke adviesverplichtingen van de hersteloverheden
  • bij gedwongen uitvoering van rechterlijke titels 347
  • 1.2.1. Advies betreffende de ambtshalve uitvoering
  • van rechterlijke titels 347
  • 1.2.2. Advies betreffende betekeningen van
  • bepaalde oudere rechterlijke titels 350
  • 1.3. Hoofdelijke gehoudenheid tot het bevolen herstel 351
  • 1.3.1. Gerechtelijk herstelbevel 351
  • 1.3.2. Bestuurlijk herstelbevel 355
  • 1.4. Aanvang van de uitvoeringstermijn 356
  • 1.4.1. Rechterlijke uitvoeringstermijn 356
  • 1.4.2. Bestuurlijke uitvoeringstermijn 357
  • 1.4.3. Onderscheid met dwangsom- of respijttermijn
  • 357
  • 1.5. Meldingsplicht en proces-verbaal van vaststelling 358
  • 1.6. Tegenstelbaarheid van de herstelmaatregel 360
  • 1.6.1. Principe 360
  • 1.6.2. Het cassatiearrest van 10 maart 2017: quo
  • vadis, Cassatie? 362
  • 1.6.3. Derdenverzet tegen een rechterlijke herstelmaatregel
  • door de niet-veroordeelde
  • eigenaar 365
  • 1.6.3.1. Principieel mogelijk 365
  • 1.6.3.2. Onaantastbare beoordeling in feite van het
  • bestaan van een rechtmatig belang 368
  • 1.6.3.3. Procedure en gevolgen 370
  • 1.7. Verjaring van de rechterlijke titel 371
  • 1.8. Dading 374
  • 1.8.1. Begrip en doel 374
  • 1.8.2. Randvoorwaarden 375
  • 1.8.3. Gevolgen 376
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 10 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER
  • 3. Ambtshalve uitvoering 413
  • 3.1. Voorafgaande betekening 413
  • 3.1.1. Van de rechterlijke titel 413
  • 3.1.2. Van de bestuurlijke titel 415
  • 3.2. Uitvoeringsmonopolie van de gerechtsdeurwaarder
  • bij reële executie 416
  • 3.2.1. Van gerechtelijke titels 416
  • 3.2.2. Van bestuurlijke titels 419
  • 3.3. Kostenverhaal en invordering meerwaarde 420
  • 3.3.1. Omvang en tot betaling gehouden personen 420
  • 3.3.1.1. Kosten ambtshalve uitvoering 420
  • 3.3.1.2. Meerwaarde 422
  • 3.3.2. Gedwongen invordering 422
  • 3.3.2.1. Uitvoeringskosten, gemaakt op grond van
  • een gerechtelijk herstelbevel 422
  • 3.3.2.2. Uitvoeringskosten, gemaakt op grond van
  • een bestuurlijk herstelbevel 424
  • 3.3.2.3. Invordering meerwaarde 424
  • 3.4. Wettelijke hypotheek 425
  • 3.4.1. Tijdstip, onderpand, bedrag en procedure 425
  • 3.4.2. Bevoegde rechter 428
  • 3.4.3. Alternatieve zekerheid 428
  • 3.4.4. Handhavingsprogramma 429
  • HOOFDSTUK 15 HERSTELHANDHAVING EN DE REDELIJKE
  • TERMIJN 431
  • 1. Bij het opleggen van gerechtelijke en bestuurlijke
  • herstelmaatregelen 431
  • 2. Bij het uitvoeren van definitieve rechterlijke beslissingen
  • en bestuurlijke maatregelen 439
  • 2.1. De uitvoeringsplicht rust op de veroordeelde/de
  • adressant van bestuurlijke maatregel en hun rechtsopvolgers
  • 439
  • 2.2. Hij die definitief verplicht én in de mogelijkheid is
  • tot uitvoeren kan zich niet op de redelijketermijnvereiste
  • beroepen 442
  • 2.3. De redelijketermijnvereiste vanuit het perspectief
  • van het slachtoffer van het stedenbouwkundige
  • misdrijf of de stedenbouwkundige inbreuk 443
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 12 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER
  • HOOFDSTUK 16 RECHTSPLEGINGSVERGOEDING 449
  • GEWESTELIJKE HANDHAVINGSPRIORITEITEN RUIMTELIJKE
  • ORDENING 453
  • 1. Algemene situering 453
  • 2. Situering van de gewestelijke prioriteiten binnen
  • het HHpr RO 454
  • 3. Algemeen opzet van de gewestelijke handhavingsprioriteiten:
  • realisatie van de doelstellingen van de
  • beleidsplannen van Vlaanderen 455
  • 4. Matrix 455
  • 5. Jaarlijkse prioriteiten 456
  • 5.1. In eerste orde: gebiedsgerichte prioriteiten volgens
  • de Vlaams krachtlijnen en uitdrukkelijk Vlaamse
  • beleidskeuzes 456
  • 5.1.1. Algemeen prioritaire gebieden 457
  • 5.1.2. Specifieke gebieden 458
  • 5.2. In tweede orde: themagerichte en specifieke prioriteiten
  • 458
  • 5.2.1. Toezicht op vergunningen: het niet naleven
  • van stedenbouwkundige voorwaarden 458
  • 5.2.2. Vergunningsplichtige functiewijzigingen
  • en strijdig gebruik 459
  • 5.2.3. Overtreding afwijkingsregels 459
  • 5.2.4. Specifieke prioriteiten bij complexe schendingen
  • 459
  • 5.2.5. Specifieke prioriteiten op basis van frequentie
  • van de schending en hoedanigheid
  • van de overtreder 460
  • GEZAMENLIJKE HANDHAVINGSPRIORITEITEN RUIMTELIJKE
  • ORDENING 461
  • 1. Algemene situering 461
  • 2. Situering van de gewestelijke prioriteiten binnen
  • het HHpr RO 462
  • 3. Gezamenlijke prioriteiten 462
  • 3.1. Optreden in zware en complexe dossiers 462
  • 3.2. Optreden in dossiers waar er nog werkzaamheden of
  • wijzigingen in uitvoering zijn 463
  • 3.3. Optreden in specifieke gevallen bij vergunningsplichtige
  • werken of wijzigingen zonder vergun-
  • ALGEMENE INHOUD
  • WOLTERS KLUWER – ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 Inhoud – 13
  • ning (lokaal/provinciaal) én waar geen regularisatie
  • mogelijk is 463
  • ADRESSEN 465
  • 1. Vlaams Gewest 465
  • 1.1. Vlaams Minister van Omgeving, Natuur en Landbouw 465
  • 1.2. Vlaamse Ombudsdienst 465
  • 1.3. Departement Omgeving 465
  • 1.4. Afdeling Handhaving 466
  • 1.5. Agentschap Wonen-Vlaanderen 467
  • 1.6. Agentschap Onroerend Erfgoed 468
  • 1.7. Strategische en technische adviesraden Omgeving 468
  • 1.8. Vlaamse administratieve rechtscolleges 469
  • 2. Provincies 469
  • 2.1. Provincie Antwerpen 469
  • 2.2. Provincie Limburg 470
  • 2.3. Provincie Oost-Vlaanderen 470
  • 2.4. Provincie Vlaams-Brabant 470
  • 2.5. Provincie West-Vlaanderen 471
  • Trefwoordenregister
  • ALGEMENE INHOUD
  • Inhoud – 14 ZAKBOEKJE HANDHAVING RUIMTELIJKE ORDENING 2018 – WOLTERS KLUWER

Paginanummer

Nieuwe zoekopdracht

Generic filters
Uitleenbaar
Ja
Nee
Jaartal
Filter by Type
Monografie
Reeks
Tijdschrift